Vooraankondiging: Zenleven thuistrajecten

Twee deuren

Aankondiging: ZenLeven Thuistrajecten

Zen-training geeft heel veel (en dat levenslang!)  maar het vraagt ook veel van je. Zittend op je kussen kom je van alles tegen: niet alleen diepe rust en vreugde, maar ook verveling, tegenzin, pijn… en je móet er wel naar kijken, want je zit stil en kunt niet even de tv aanzetten of op je telefoon kijken. En ook als je niet op je kussen zit, begin je dingen van jezelf te zien die je eerder niet onder ogen zag en waar je niet altijd zo blij mee bent. Daar komt de drukte van alle dag nog bij: kinderen, werk, volle agenda… Dat maakt dat de zen-training soms moeilijk is om vol te houden, terwijl je mogelijkheden om op de Noorder Poort te trainen vaak beperkt zijn. Tegelijkertijd is het vaste besluit om door te gaan essentieel.

 

Ter ondersteuning van dat besluit gaat de Noorder Poort vanaf oktober dit jaar drie zogenaamde thuistrajecten aanbieden: een aanvangstraject van 18 maanden voor mensen die nog weinig of geen ervaring hebben met zen en graag serieus willen onderzoeken of dat de weg is die ze willen gaan, een verdiepingstraject van 24 maanden voor mensen die al een tijdje zen beoefenen en hun beoefening willen intensiveren en een doorgaand traject van een jaar dat voortbouwt op het tweede en dat steeds met een jaar verlengd kan worden.

Door de verbinding die je binnen zo’n traject aangaat met leraren en met andere deelnemers, wordt je gestimuleerd om in elk geval voor een bepaalde tijd deze weg te gaan.

 

Een groot deel van de training vindt plaats in de thuissituatie en wordt ondersteund door regelmatig contact met een vaste begeleider (een leraar van onze school, gekozen in samenspraak met de deelnemer). Een ander deel vindt plaats op de Noorder Poort door deelname aan bepaalde reguliere zen-programma’s. De verdiepingstrajecten bevatten daarnaast ook nog jaarlijkse begeleidingsbijeenkomsten speciaal voor deelnemers aan het traject.

Boeken met koffiekop

Binnen elk traject wordt een reeks van oefeningen aangeboden die geschikt zijn voor het dagelijks leven.

 

De training zal zich richten op de volgende aandachtsgebieden :

  1. Realisatie en manifestatie van het Boeddha-zelf
  2. Eénmaking van lichaam-adem-geest
  3. Dienstbaarheid en dankbaarheid
  4. Werk en levensonderhoud
  5. Studie en rituelen
  6. Spreken, handelen, denken, willen
  7. Niet-weten, niet-doen

Deze aandachtsgebieden zijn gebaseerd op een samenvoeging en hergroepering van het Edele Achtvoudige Pad en de vijf aandachtsgebieden voor de training van een unsui, een zen-monnik, zoals beschreven door D.T. Suzuki in zijn boek The training of the Zen Buddhist Monk.

 

De stappen van het Achtvoudige Pad, dat tot de Vierde Edele Waarheid behoort, zijn: juist begrip, juist denken, juist spreken, juist handelen, juist levensonderhoud, juiste inspanning, juiste opmerkzaamheid en juiste concentratie/meditatie.

 

De vijf aandachtsgebieden die Suzuki noemt, zijn: een leven in nederigheid, een leven van werk, een leven in dienstbaarheid, een leven van gebed en dankbaarheid, een leven van meditatie.

 

Momenteel werkt Jiun roshi aan de precieze invulling van de trajecten. Het plan is om uiterlijk eind juli de trajecten volledig uitgewerkt te hebben.

 

Wie interesse heeft, kan dat vast melden bij het secretariaat van de Noorder Poort: 0521-321204 of np@zeninstitute.org.

Hoe je je leven kunt verrijken

Vergadering SVNP

Wat het voorzitterschap van de Vriendenstichting mij heeft geschonken oftewel:

Hoe je je leven kunt verrijken

door Mieke Clement, bestuursvoorzitter van de Stichting Vrienden van de Noorder Poort

Een kleine persoonlijke geschiedenis. Een tiental jaar geleden begon ik met een  introductiedag op de Noorder Poort, om daarna een trouwe deelnemer van de zencursus op maandagavond te worden. In 2010 was er een Vriendendag en kwam de vraag op wie daarbij wilde assisteren. Nou ja, dacht ik, ik woon redelijk in de buurt en het verzoek – of ik een groepje ‘vrienden’ de vernieuwde douchekoppen en kranen wilde laten zien – was betrekkelijk overzichtelijk. Dus prima.
Toen ik na afloop van de rondleiding neerstreek naast Modana, een bestuurslid van de Vriendenstichting, bleek dat de penningmeester af zou treden. Of ik niet… Van penningen heb ik niet veel verstand, dus dat ging het zeker niet worden, maar of ik dan na wilde denken over een andere rol?
Zo gaat dat dus. Binnen de kortste keren zat ik in het vrijwel geheel vernieuwde SVNP-bestuur en werd ik zelfs gekozen tot  voorzitter.

 

Het heeft me veel gebracht: ontmoetingen en samenwerking met verschillende – altijd leuke – mensen, het prettige gevoel een wezenlijke bijdrage te leveren aan een instituut dat me dierbaar is, het vergaderen volgens de sociocratische methode[1] en daarnaast het op de Noorder Poort zijn, juist ook buiten de zencursus of sesshins om. Het is heerlijk om aan te komen rijden en uitgestapt de hoge eiken, het weidse land en de rust te ervaren. Het is fijn om regelmatig de bewoners, medewerkers en vrijwilligers te ontmoeten en, niet onbelangrijk, het is altijd heerlijk om mee te lunchen.

 

En het bleek me ook niet veel tijd te kosten. Drie vergaderingen per jaar, meestal van 11.00 uur tot 14.00 uur (reiskosten worden vergoed) en rond elke vergadering wat voor- en nawerk.

Mocht dit de nieuwsgierigheid prikkelen, dit is wat de Stichting Vrienden van de Noorder Poort doet: de Noorder Poort met geld en (inter)nationale contacten energiek, daadkrachtig en deskundig ondersteunen. Daarbij zijn de boeddhistische principes wijsheid en mededogen richtinggevend. In de praktijk betekent dat fondsenwerving ten bate van de Noorder Poort, waarbij we ook ons best doen om een band te creëren met onze donateurs.

Bestuur SVNP

Het bestuur van de Vriendenstichting in 2014, bij de aanleg van de landschapstuin, die dankzij giften aan de vriendenstichting gerealiseerd kon worden

Een bijdrage leveren is ook: beoefenen van vrijgevigheid, oftewel DANA.

Dana is een boeddhistische oefening waar je gelukkig van wordt en waar je je in kunt ontwikkelen. De Boeddha leerde ons het ‘koninklijk geven’, het beste geven van wat je bezit. En dat hoeft niets te kosten; het beste, dat ben je zelf.

Je geeft en ontvangt met aandacht voor de Ander.

Wacht daarom niet tot je gevraagd wordt, maar laat het ons weten als je een bestuurlijke bijdrage zou willen schenken aan de Noorder Poort. Wij zijn een levende organisatie en er zijn voortdurend wisselingen. Door verkiezingen (op sociocratische wijze) verdelen we de functies naar competentie onder de beschikbare bestuursleden. We zijn in het bijzonder op zoek naar mensen die affiniteit hebben met relatiebeheer.

 

Zin, tijd en energie? Stuur dan een mail naar: miekeclement@ziggo.nl. We kijken naar je uit.

 

Gassho.

 

[1].Zowel de Noorder Poort als de Vriendenstichting worden bestuurd volgens de sociocratische kringmethode. Sleutel bij deze methode is gelijkwaardigheid bij de besluitvorming: elk argument telt. In het veilige klimaat dat zo wordt geschapen, ontstaat een sterk gevoel van medeverantwoordelijkheid voor het overbruggen van verschillen. Zie www.sociocratie.nl.

 

NB De website van de SVNP is nu ondergebracht op www.zenleven.nl onder Vrienden. Daar hoort een nieuw e-mailadres bij: vrienden@zenleven.nl.

Gedicht stilte

Poel Noorder Poort bij zonsondergang

Stilte

Gedicht van Maria Kogetsu Steenman, geschreven in februari 2016 tijdens een sesshin op de Noorder Poort

 

In de stilte is er oorverdovend veel lawaai

Duizend woorden zoemen

 

In de stilte

Ruist bloed

Knort maag

Ademt adem

 

Ruim

Leeg

Wit

 

In de stilte

Snijdt de wind

Warmt de zon

Koelt de maan

 

In de stilte

Doet het zeer

 

In de stilte

Groeit vertrouwen

Vallen dingen op hun plaats

 

In de stilte

Klinken stemmen

Oorverdovend

Stil

Varens gevraagd

Varens gevraagd

Jonge varen

 

Beste vrienden,

 

Op het erf zijn in enkele borders lege plekken ontstaan die we als tuingroep graag opgevuld zouden zien met varens. Dus als iemand varens uit eigen tuin wil verwijderen, dan zijn ze hier van harte welkom. De varens kunnen het best op maandag of dinsdag worden gebracht, want dan is er iemand die ze meteen kan planten. (Voor wie nog nooit op de Noorder Poort was maar wel varens heeft: het adres is Butenweg 1, 8351GC Wapserveen)

 

Alvast hartelijk bedankt namens de kring LandschapsTuin.

Het zenleven van Cees de Wit

In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Cees de Wit, 75, wonend in Heerenveen, werkzaam als vrijwilliger op de Noorder Poort als hoofd van de Technische Dienst. Hij oefent al meer dan dertig jaar zen.
De opzet is overgenomen van het blad Zensor, een uitgave van Zencentrum Amsterdam.

Het zenleven van Cees de Wit

Cees de WitWat bracht je ertoe om Zen te gaan oefenen?

Als jongeman, pas getrouwd, was ik lid van de Theosofische vereniging in Leeuwarden. We lazen meestal teksten die we dan op besloten bijeenkomsten met elkaar bespraken. Ook waren er openbare bijeenkomsten waarvoor interessante sprekers werd uitgenodigd. Al met al waren het interessante en inspirerende bijeenkomsten, maar voor mij bleef het te veel steken op het mentale vlak. Ik had niet het gevoel dat ik zelf groeide of wijzer werd.

 

In 1973 kreeg ik werk in Heerenveen. Daar zag ik in het tijdschrift Bress Planet een advertentie van de Theresia-hoeve in Langenboom, over een zen-retraite van vier dagen. Ik had denk ik wel eens wat over zen gelezen en afbeeldingen gezien hoe je moet zitten enz. Ik heb me toen voor deze retraite opgegeven.

Om van Heerenveen naar Langenboom te komen was nog een probleem, ik had nog geen auto, en openbaar vervoer vond ik te duur. Ik ben er toen op de fiets naartoe gegaan. Nou, dat heb ik geweten: zo’n 190 km, en ongetraind. De heenweg heb ik in twee etappes gedaan en de terugweg in één keer.

 

Ik had geen zen-ervaring, maar ik had gezien dat je met gekruiste benen (volle lotushouding) moest zitten. Dat heb ik dan ook vier dagen gedaan. Ik denk dat ik zo’n beetje de enige was. Na afloop had ik blauwe enkels.

 

Ondanks deze pijnlijke kennismaking bracht het ook iets wat zich niet zo gemakkelijk laat benoemen, maar wat voor mij nog steeds een drijfveer is om met zen bezig te zijn. De inzichten die het geeft ontstaan vaak via een onverwachte omweg en zijn voor mij van praktische toepassing in het dagelijks leven. Ik heb er bijvoorbeeld van geleerd om wat dieper te kijken voor ik ergens een besluit over neem. En ik kan ook veel beter naar mensen luisteren, omdat ik veel minder aan mijn eigen visie hecht. Door zen is dat soort dingen bij mij in de loop der jaren op een natuurlijke wijze gegroeid.

Waar en bij wie mediteer je?

Ik mediteer nu op de Noorder Poort, waar ik ook vrijwilliger ben bij de technische dienst. Eerst onder leiding van Prabhasa Dharma zenji, en na haar overlijden onder leiding van Jiun Hogen roshi.

Wie (of wat) beschouw je als je leraren?

Hen beschouw ik nog steeds als mijn leraren, en verder is elke ontmoeting voor mij een leermoment.

Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?

Metta of maitri (liefdevolle vriendelijkheid) spreekt mij het meeste aan. In alle oprechtheid toegepast neemt het de tegenstellingen tussen mij en de ander of het andere weg.

Hoe ziet jouw zenleven er uit?

Mijn zen-leven is mijn dagelijkse leven.

Een paar keer per jaar doe ik een sesshin onder leiding van Jiun roshi. In 1990 heb ik de boeddhistische geloftes gekregen van Prabhasa Dharma zenji. Mijn boeddhistische naam werd toen Dharma Pala, wat Beschermer van de waarheid betekent. Dat zie ik nog steeds als een opdracht.

Verder beoefen ik ook Kyudo, een traditionele Japanse vorm van boogschieten die je ook als een oefening in aandacht kunt zien. Maar zen, het zitten in meditatie, gaat voor mij toch veel dieper. Door zen heb ik zicht gekregen op wat er aan gedachten en emoties in me omgaat.

 

Ik ben nu 75 jaar oud, en ik ben blij dat ik nog steeds oog heb voor de vele mooie dingen die ik op mijn pad tegenkom.

Cees demonstreert Kyudo

Cees demonstreert Kyudo

Wil je ook voor deze rubriek geïnterviewd worden? Stuur een mail aan redactie@zenleven.nl.

Rubriek: haiku’s

Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.

Winter en zo voort

Met de wind komen

verdorde blaren aanvliegen;

genoeg voor een vuur.

Ryokan/Van Tooren

 

Ryokan (Yamamoto Eizo, 1759-1831) was zenmonnik, priester, kalligraaf en dichter.  Hij leidde een weliswaar niet erg ingetogen, maar sober leven. Het was winter, er blies een koude wind, maar met diezelfde wind kwam een hele berg dorre bladeren waar hij een vuur van kon stoken om zich te warmen. Een andere vertaling:

 

Genoeg voor een vuurtje

zijn de gevallen blaren,

gebracht door de wind.

Ryokan/F.Vos

 

In deze versie wordt gesuggereerd dat de wind die bladeren heeft gebracht, genoeg om een vuur te maken. Niet alleen de kou, ook de bladeren voor een vuur brengt de wind. Hoe dan ook, deze dichter neemt de dingen zoals ze zijn en is dankbaar voor wat comfort als hem dat geboden wordt.

Dorre bladeren

Vaak wordt gezegd dat haiku natuurpoëzie is. Nu weet ik niet zo precies wat daarmee bedoeld wordt. Het is me wel duidelijk dat wat ‘natuur’ ook zijn mag, de seizoenen met hun regen, wind, sneeuw, zon, ijs en hitte er zeker bij horen. Geen wonder dat seizoenen vaak genoemd of aangeduid worden in haiku.

Inge Lievaart (1917-2012) was een dichteres met een protestants-christelijke achtergrond. Voor zover ik weet ‘deed’ ze niet aan zen – maar haar poëzie is zeker mystiek-religieus. En kun je de volgende haiku niet meteen als een zenhaiku lezen?

 

Leeg nu het landschap

in de leeggewaaide boom

leeg het vogelnest

Inge Lievaart

 

Die vijf skandha’s [1] nietwaar … ach, laat die abstracties toch zitten! Kijk naar dat landschap, wat ermee gebeurde, wat voor mogelijkheden het biedt…

Maar als je dit leest is de winter alweer voorbij, want aldoor verandert er weer iets. Niet altijd voor alles en iedereen leuk, maar daar is niks aan te doen. Vermoedelijk leef ik nog als je dit leest, maar misschien ook niet.

 

dooi

alle ijspegels

huilen

Max Verhart

 

O ja, die lettergrepen … daarover misschien later eens.

 

Haiku’s afkomstig uit: (1)Haiku Een jonge maan. Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden, Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren. Meulenhoff, Amsterdam 1973; (2)Een nieuwe vijver. Gedichten van de excentrieke zenpriester  Ryokan (1759-1831), vertaald en toegelicht door Frits Vos. Meulenhoff, Amsterdam 1996; (3)Inge Lievaart, De binnenkant van het zien. Haiku. Kok, Kampen 2007; (4)Max Verhart, geen woord  teveel / not a word too much.  Radijs 21, Marginale Uitgeverij ’t  Hoge Woord, Bakhuizen 2000

[1]Skandha’s: de samenstellende elementen van het zelf. Ze worden hier genoemd omdat in de hart-soetra, een heel belangrijke tekst in zen, gezegd wordt dat de skandha’s leeg zijn. Moeten we dat hier uitleggen? Ach, laat die abstracties toch zitten!

De landschapstuin

Pad voor loopmeditatie Noorder Poort bij zonsopgang

De landschapstuin

Toen de Noorder Poort in 1996 openging, bestond het terrein uit slechts een halve hectare. In de loop der jaren is grond rond dit erf aangekocht. Een groep bevlogen vrijwilligers, de Kring Landschapstuin, heeft een plan gemaakt voor de ontwikkeling van dit land en in 2014 is begonnen met de realisatie. Leonhard Schrofer, de projectleider, vertelt over het plan en de huidige stand van zaken.

Luchtfoto Noorder Poort (bron: www.planviewer.nl)

Landschapstuin met poelen en paden (bron: www.planviewer.nl)

Uitgangspunten van het plan

Op de Noorder Poort staat de zen beoefening centraal. Ook een landschapstuin moet dus helpen om stil te kunnen worden, om in contact te kunnen komen met je boeddhanatuur of ‘je ware zelf’. Stilte was dus een belangrijk uitgangspunt. Dat leidde tot een keuze voor de aanleg van paden voor loopmeditatie en van stilteplekken om zitmeditatie te kunnen doen bij nieuw te graven poelen, bomen en andere bijzondere locaties. Een tweede belangrijk uitgangspunt was een landschap te creëren met de hoogst mogelijke natuurwaarden en dat is natuur die is aangepast aan de Drentse omstandigheden. Een natuur die een ontwikkeling kent van ruim 10.000 jaar; vanaf de laatste IJstijd tot heden. Een Japanse of Aziatische tuin is prachtig, maar laat echte natuur maar in beperkte mate toe.

Realisatie

In 2014 zijn de verharde paden voor de loopmeditatie aangelegd, zijn er zes poelen gegraven en is de basis gelegd voor de nieuwe parkeerplaats. (Kijk als u wilt naar foto's van de aanleg van poelen en paden) Sindsdien vordert de aanleg in kleinere stappen. Er zijn struiken en bomen geplant, in brede stroken en langs grenssloten. Er is een wildakker gerealiseerd. Dit voorjaar wordt de parkeerplaats in het groen gezet. Linden, eiken, berken, esdoorns, rozen en nog veel meer bomen en struiken zullen de huidige kale stenige vlakte op den duur omvormen tot een groene, schaduwrijke oase.

Het plan van de Kring Landschapstuin bevat nog veel meer. De aanleg vordert, zoals gezegd, in kleine stappen; de financiële middelen zijn immers beperkt en afhankelijk van donateurs en fundraisingacties.

Kinhin-pad naar boom

Kinhin-pad naar boom

Beheer

Na aanleg volgt altijd beheer. En beheren is niet zo maar wat doen. Het betekent goed kijken naar hoe een en ander zich ontwikkelt, om dan bij te sturen naar de gewenste doelen of eindbeelden.

 

De randen van de kinhinpaden worden regelmatig gemaaid, waarbij het maaisel wordt afgevoerd en de ontwikkeling naar bloemrijke grasstroken gestimuleerd. Rondom de poelen worden zaailingen van wilg, zwarte els en zomereik verwijderd, zodat de poelen niet dichtgroeien. Te veel schaduw is bovendien nadelig voor het uitkomen van eieren van kikkers en salamanders.

De aangeplante struiken en bomen moeten worden bijgehouden om te voorkomen dat ze niet overwoekerd raken.

Het begrazingsbeheer met schapen door de schapenboer Hendrie wordt voortgezet, evenals hooiwinning, met in het noordelijk deel van de landschapstuin als doel schraal bloemrijk grasland te ontwikkelen. In het zuidelijk deel willen we juist voedselrijk grasland, voor een rijk bodemleven ten behoeve van de vogels en wellicht ooit de das. Dat bereiken we door het opbrengen van stalmest.

Ook planten die snel gaan woekeren, zoals ridderzuring en akkerdistel, worden plaatselijk verwijderd. Punt van zorg is de ontwikkeling van pitrus. Zware machines hebben tijdens de aanleg van de poelen en de paden plaatselijk de bodem zodanig verdicht dat pitrus zich is gaan uitbreiden. Andere soorten krijgen daar dan geen kans meer.

Schapen in de landschapstuin
Papavers in wildakker

Natuur

En hoe staat het nu, krap drie jaar na de aanleg van poelen en paden, met de natuur?

Er broeden steeds meer vogels op het terrein. Naast veel voorkomende soorten als vinken, mezen, roodborstjes en winterkoninkjes ook geelgorzen, spotvogels en roodborsttapuiten. Daarnaast zijn ‘gasten’ als ooievaar, buizerd, bosuil, kwartelkoning, puttertje en witgatje spannende soorten. Ook een nest met scholeksters is al eens bij ons grootgebracht. De graslanden, wildakker en de nieuw aangelegde struwelen en poelen vormen een belangrijk foerageergebied voor al deze vogels.

 

In de poelen verschijnen groene en bruine kikkers en in de nabije toekomst zijn zeker ook een aantal salamandersoorten en de ringslang te verwachten. Van de zoogdieren is de mol al ruimschoots aanwezig en ook reeën laten zich bijna dagelijks zien. Het afgelopen jaar werden ook in drie hazenlegers jonge hazen grootgebracht.

Vlinders komen af op de bloemen in de wildakker, en libellen zijn te vinden bij de poelen.

 

Op de Noorder Poort worden zo’n 150 plantensoorten aangetroffen. Door de voortgaande verschraling nemen de grassen af en de kruiden toe. Opvallende verschijningen zijn de geelbloeiende leeuwentand, de duizenden paardenbloemen in de vroege lente en de lilabloeiende pinksterbloem iets later. Echt zeldzame planten zijn er nog niet, maar zullen met het nu gevoerde beheer zeker verschijnen.

 

Hier vindt u foto's van het landschap op en rond de Noorder Poort

Spotvogel

Spotvogel (www.birdphoto.nl, © J. Schwiebbe)

Roodborsttapuit

Roodborsttapuit (www.birdphoto.nl, © J. Schwiebbe)

Tot slot

De paden voor loopmeditatie, de poelen en de stilteplekken zijn een groot succes. Bij iedere retraite, ook als het weer iets minder is, lopen de deelnemers over het land. Ze zien de grassen of de schapen, de bloemen of de kale grond, ze voelen de wind, horen de vogels en het geruis van de bladeren en worden regelmatig verrast door een haas of een ree. Bij mooi weer zitten ze in de pauzes bij de poelen, op de stilteplekken of gewoon langs de oever. Het meditatief werken in de tuin is een geliefd onderdeel van het dagelijks werk en tijdens de retraites. De landschapstuin is volop in ontwikkeling. Zo blijft het voor onze beheerder Ajit Peters, ondersteund door de leden van de Kring Landschapstuin, steeds weer een uitdaging om er iets heel moois van te maken. Ga maar eens kijken en laat je verrassen.

Yazaplek bij één van de poelen
Loopmeditatie in de landschapstuin

Voorpagina voorjaar 2017

Meditatie is nodig om het onszelf mogelijk te maken anders waar te nemen, ons anders bewust te worden. 

Toespraak van Jiun roshi over omgaan met gedachten, gevoelens en pijn

Plots sta ik oog in oog met een levensgroot beeld van Hakuin: een stuurs gezicht met uitpuilende ogen, een blik die dwars door je heen kijkt.

Buigen voor Hakuin

Vanaf oktober gaat de Noorder Poort drie thuistrajecten aanbieden voor mensen die hun zen-oefening willen verdiepen en intensiveren. 

Stilte en natuurontwikkeling waren de uitgangspunten voor onze landschapstuin.

Met de wind komen

verdorde blaren aanvliegen;

genoeg voor een vuur.

De haiku-rubriek

Ik ben nu 75 jaar oud, en ik ben blij dat ik nog steeds oog heb voor de vele mooie dingen die ik op mijn pad tegenkom.

Het zenleven van Cees de Wit

Ruim

Leeg

Wit

Gedicht Stilte 

Mieke Clement over het voorzitterschap van de Vrienden Stichting: 

Hoe je je leven kunt verrijken

De Noorder Poort vraagt varens

Ga naar deze pagina als je artikelen of het hele tijdschrift wilt afdrukken

Buigen voor Hakuin

Ingang van de tempel van Hakuin

Buigen voor Hakuin

door Jolinda Daishin van Hoogdalem

Wijs met je muis naar onderstreepte zen-termen voor een verklaring

 

Al vrij snel op mijn zenpad stuitte ik op meester Hakuin, een Japanse zenmeester die leefde van 1685 tot 1768. In 1990 kocht ik A First Zen Reader van Trevor Legget en daarin werd ik gegrepen door Hakuin’s Gedicht over meditatie. Het begint zo:

 

Alle wezens zijn van begin af aan boeddha’s.

Het is zoals water en ijs:

Zonder water geen ijs;

Zonder levende wezens geen boeddha’s.

 

Ik was meteen nieuwsgierig naar de zenmeester die dat verkondigde. Meester Hakuin leefde in de tijd dat zen vooral een aristocratische aangelegenheid was. Hijzelf was echter wars van uiterlijk vertoon en maakte geen onderscheid tussen rijk of arm. Een groot deel van zijn leven woonde hij in een eenvoudig stadje aan de voet van de berg Fuji, ver van het hofleven in Kyoto. Daar gaf hij zen zijn Japanse gezicht. Dus daar wilden we zeker naartoe, nu we naar Japan gingen.

 

Om te wennen aan het Japanse leven bleven we een paar dagen in Kamakura, de vroegere keizerlijke hoofdstad. Ik was over alles even opgetogen en opgewonden: dampende noedelsoep eten in een piepklein restaurantje, karpers voeren in de tempelvijver, lunchen met zeven verschillende gerechten, dertig soorten tofu in de supermarkt. In een van de grote zentempels in Kamakura luisterden we naar de regen die naar beneden gutste, waarna we door een dampend bos liepen vol kwinkelerende vogeltjes en zoet stinkende vruchten van de ginkgoboom. En nu zijn we op weg naar Mishima om van daaruit Hara te bezoeken, de geboorteplaats van Hakuin.

 

Hara ligt aan de kust, net onder de rook van Mishima, een stad met meer dan een miljoen inwoners. Het vissersdorp ligt aan de Tokaido, de grote handelsroute die Tokyo met Kyoto verbindt. Ik stel me voor hoe het in de tijd van Hakuin moet zijn geweest. Er was altijd wat te beleven, vertelt Hakuin in zijn biografie Wilde klimop. Zijn vader runde een herberg, dus hij zag allerlei soorten gasten komen en gaan: muzikanten, kooplui, kermisklanten, voorname lieden en natuurlijk ook monniken. Later trok de monnik Hakuin zelf te voet door Japan, slapend waar hij onderdak kreeg – soms  was dat onder de blote hemel.

 

Met een Japans blaadje over meester Hakuin, vertaald door Google translate, hopen we zijn tempel te kunnen vinden. Shōin-ji ligt nog steeds wat achteraf, aan het eind van een smal straatje, net voorbij Hakuins ouderlijk huis. Er is rust en ruimte. Links van de poort staat een grote tempelklok – precies zoals het klokje dat wij altijd slaan in de Noorder Poort voor we naar sanzen rennen, maar dan in reuzenformaat. Elk tempelcomplex telt meerdere gebouwen. Recht voor ons ligt de hoofdtempel. Boven de ingang hangt een kalligrafie in stevige karakters. Helaas kan ik ze niet lezen, maar de kracht en dynamiek van de penseelstreken verraden een geoefende hand. Van Hakuin? We turen naar binnen. De kaarsen van het hoofdaltaar belichten net voldoende de versleten tatami en de verkleurde geborduurde randen rond de rolschilderingen. Een gigantische, dikbuikige mokugyo en een klankschaal zo groot dat er een kind van zes in zou passen, staan naast een zabuton. Een dunne balk belet ons subtiel de toegang, iets wat we natuurlijk respecteren, al zou ik heel graag op die dikke houten vis slaan om hem zijn klanken te horen uitspuwen.

Zendo van Shoinji, de tempel van Hakuin

Zendo van Shoinji

Links naast de hoofdtempel ligt de zendo, een forse hal die aan vijftig monniken plaats zou kunnen bieden. De kaihan is ruw met een holte van versplinterd hout. Ook hier zijn de tatami versleten. Er hangt een intense stilte, die nog eens versterkt wordt door tjirpende krekels buiten. Het is er koel, aangenaam. Vooraan bij een kussen en mat liggen kleppers en een inkin naast een soetraboekje. Een stilleven.

 

Ik durf niet zo goed verder naar binnen te gaan en loop weer terug naar het erf. Verblind door het zonlicht lopen we naar de nieuwe zendo, die duidelijk van recente datum is. Het ruikt nog naar vers hout. Binnen zitten werklui en een vrouw wat te eten. Ze begroeten ons vriendelijk en wij groeten en buigen terug. We krijgen een foldertje – aan de plaatjes te zien over de tempel en over Hakuin, maar helaas helemaal in het Japans. De vrouw gebaart ons haar te volgen. We lopen mee terug naar de oude zendo. Op kousenvoeten volgen we haar dit keer tot achterin. Ze gebaart naar een donkere nis met een trappetje die we eerst over het hoofd hadden gezien. Ze dringt aan er naar binnen te gaan. Plots sta ik oog in oog met een levensgroot beeld van Hakuin: een stuurs gezicht met uitpuilende ogen, een blik die dwars door je heen kijkt. Ik val prompt op mijn knieën en maak een diepe buiging. Ik blijf een tijdje in seiza naar hem staren. Tranen wellen op uit mijn binnenste. Ik ben sprakeloos. Het beeld blaast me volledig van de sokken. Die norse, doordringende blik maakt duidelijk dat Hakuin een strenge leraar was voor zijn studenten. ‘Wee je gebeente als je niet oefent’, lijkt hij te zeggen. Uiteindelijk maak ik me los en loop langzaam weer naar buiten.

Beeld van Hakuin

Beeld van Hakuin

Achter de tempel ligt de tuin met een begraafplaats voor de monniken. Nergens een naam. De stenen van de monniken en abt hebben allemaal dezelfde vorm. De grafstenen van de leken hebben wel een naam. Naast het kerkhof liggen de privévertrekken van de abt, en ik neem aan vroeger van Hakuin. Twee reusachtige stenen liggen tussen struiken, een paadje en enkele kleine tempeltjes, als eilandjes in een oceaan. Dit is geen traditionele droge zentuin, maar je voelt dat dit schijnbaar nonchalante patroon het hele universum omvat. De twee grote stenen heeft Hakuin ooit cadeau gekregen van een bevriende koopman en hij was er bijzonder mee in zijn nopjes, weet ik uit zijn biografie.

 

Hakuin heeft deze tempel onder zijn hoede genomen op verzoek van zijn vader. Het was toen een bouwval met twee bewoners: de kok en de kat Nansen. Hij is er niet meer weggegaan, ook niet toen de berg Fuji naar alle kanten vuur spuwde. Om hem heen vluchtte iedereen naar Mishima, Hakuin bleef. Hij bleef ook toen bijna al zijn monniken stierven van de honger in de jaren van hongersnood die erop volgden. Later groeide zijn faam en stroomden de monniken en bezoekers toe. Maar Hakuin hield de tempel simpel. Hij bedacht er zijn beroemde koan, die alle zenstudenten wel een keer in de schoot geworpen krijgen: wat is het geluid van één hand? Hij moedigde leken aan om zen te beoefenen en verleende hun inka, transmissie, iets wat zeer ongewoon was in die tijd. Hij onderwees jong en oud, man en vrouw. Hij zag niet in waarom vrouwen niet in staat zouden zijn tot verlichting. Zodoende telde zijn lekenschare ook een flink aantal dames. Ook dat was hoogst ongebruikelijk in die tijd. Uiteindelijk benoemde Hakuin twee monniken tot zijn opvolgers, of liever gezegd: hij moest hen meerdere malen smeken zijn zenlijn voort te zetten. De een bleef in Hara. De ander ging akkoord op voorwaarde dat hij een eigen klooster kreeg in Mishima.

Kaihan bij de tempel van Hakuin

De kaihan, de houten plank waarop bij zonsopgang en zonsondergang geslagen wordt

Als we teruglopen naar het voorerf zien we nieuw bezoek: twee oude Japanse dametjes die we buigend begroeten met ‘ohayo gozaimas’ (goedemorgen). Met handen en voeten komen we erachter dat we alle drie zenstudenten zijn. Rinzai? Hai, ja, Rinzai. Koan? Hai, ja, koan. We klappen ‘geluidloos’ in onze handen en lachen uitbundig. Zij zijn net als ik op pelgrimage en nog helemaal onder de indruk van hun bezoek aan de houten meester Hakuin. We verzinnen gauw wat cadeautjes om uit te wisselen, iets waar Japanners dol op zijn. Ik neem met een buiging een kartonnetje frisdrank in ontvangst en geef hun mijn Japanse folder. Ik glip nog een keer naar binnen om een laatste blik te werpen op meester Hakuin. Ik vind hem al minder streng. Er gaat ook een groot mededogen van hem uit. Ik voel me zo innig dankbaar en zo licht en blij. Alle wezens zijn van begin af aan Boeddha. Zo simpel, zo gewoon.