Robert Hozan (midden) bij de opening in 1996; links Kishin en rechts Enko

Robert Gantke

Woonde op de Noorder Poort van 1996 tot 2000.

Unsui-naam: Hozan.

Huidig beroep: massage-leraar en coach, eigenaar van de Gantke-akademie.

Wat heb je in je huidige leven aan je zentraining gehad?

De zentraining heeft mijn leven totaal veranderd. Vóór mijn zentraining had ik hele andere prioriteiten. Ik wilde succesvol zijn. Ik was, wat je noemde, zo’n cool type. Ik had lang haar, ik vond het leuk als mooie meisjes mij zagen staan, dat soort dingen. Ik was helemaal in de veronderstelling dat dat de weg naar geluk was.

Tijdens de zentraining leefde je (als unsui/zenmonnik) celibatair en had je met allerlei regels te maken. Dat vond ik heel moeilijk. Maar achteraf gezien kan ik nu zeggen dat dat me juist bevrijd heeft. Want in mijn leven na de zentraining zat ik niet meer gevangen in dat wat je ego je voorschrijft, namelijk succesvol zijn, veel geld verdienen, enzovoort. Ik kon dat relativeren.

Ik kan nu zeggen: er is geen verschil tussen mijn leven en mijn beoefening van zen. Zen is een bestanddeel van mijn leven geworden zowel in mijn beroep als in mijn privéleven. Mijn doel in het leven nu is dat ik dingen wil doen waar ik met mijn hele hart achter kan staan. Ik coach nu bijvoorbeeld  mensen, ik wil mensen verder helpen.  Ik wil ze helpen om gelukkiger in het leven te staan. Ik vraag me niet af: hoe kan ik het beste zoveel mogelijk geld verdienen, maar wat is het gevolg van wat ik doe. Hoe kan ik mensen helpen om beter in hun leven te functioneren. Of beter hun doelen te realiseren. Dat geeft mij heel veel voldoening.

Kishin en Hozan in de theekamer, ca 1999

Wat was het leukste en wat het slechtste moment in je zentraining?

Een heel leuk moment was tijdens een dai-sesshin. Ik was jikkijitsu (meditatieleider), en zat dus tijdens de maaltijden naast Jiun roshi (toen Udaka). Het was het einde van de maaltijd. We aten met bowlsets en mealservers. De tafels waren schoongeveegd. En iedereen zette zijn kommen weer op tafel. En plotseling stoot Jiun roshi mij aan en wijst naar haar bowlset. Die bewoog zich heel langzaam glijdend over tafel. En toen moesten we allebei zó lachen. En dat was zo mooi. Die stille eetzaal. Iedereen helemaal in concentratie, en plots was daar dat lachen. De tranen liepen over onze wangen. Dat was voor mij een heel mooi moment.

Een tweede mooi moment was toen ik tenzo (kok) was. Het was pauze. En iedereen was aan het rusten. Behalve ik, want ik moest de keuken nog schoonmaken. En ik voelde me gefrustreerd. Want ik had ook behoefte aan pauze. Ik was bezig de borden in het droogrek te zetten. En doordat ik zo gefrustreerd was, ging dat met nogal wat lawaai gepaard. Opeens kwam Jiun roshi voorbij, buiten, aan het keukenraam. Ze bracht haar vinger naar haar lippen en zei ssttttt…

En toen ontplofte ik eigenlijk. Ik was boos en ook heel verdrietig. Ik liep naar het huis waar Jiun roshi (toen Udaka) woonde. En ik zei tegen haar: Udaka, ik kan het niet, en ik wil het niet!

En zij lachte alleen maar naar me. Maar op een heel vriendelijke manier. En toen besefte ik ineens dat ik mijn eigen filmpje aan het afdraaien was. En ik zag ook dat zij dat doorhad. Ik heb toen een gassho gemaakt en ben teruggegaan naar de keuken en heb de borden heel rustig in het droogrek gezet.

Marjita voor het altaar (1999)

En een laatste mooi moment was ook in de keuken. Ik had een hulpkok, een novice,  Marjita genaamd. En ik had van Prabhasa Dharma roshi geleerd hoe de wortels te snijden zodat de mensen in de sesshin ze goed konden eten met de eetstokjes. Dus ik gaf de instructie aan Marjita om die wortels een derde om te draaien, en dan te snijden. En zij draaide ze steeds maar een kwartslag om. En ik kwam in dokusan bij Udaka en zei: ‘Het gaat zo moeilijk met die Marjita in de keuken, zij doet gewoon niet wat ik zeg.’ Udaka vroeg toen aan mij: ‘Ben je boos geworden?’ Ik zei: ‘Ja.’ En zij: Aha…misschien kun je iets met die boosheid?’ En toen ben ik teruggegaan naar de keuken. Ik heb niets meer tegen Marjita gezegd. Geen instructies meer gegeven. Maar ik heb wel gekeken tijdens de maaltijd of de mensen de stukjes wortel zoals zij ze gesneden had, ook konden eten. En dat was zo…

Het slechtste moment in mijn zentraining… tja…die zijn er natuurlijk wel geweest. Maar ja, die slechte momenten zijn juist ook de momenten geweest waar ik het meest van geleerd heb.

Prabhasa Dharma roshi zei: ‘Jullie zijn allemaal vieze aardappels, en jullie worden met z’n allen in een kist gegooid. En daar liggen jullie tegen elkaar aan te schuren en te schuren en te schuren… en jullie schuren elkaar geleidelijk aan schoon..’

En zo gaat dat precies in een zentraining. Dat schuren was natuurlijk niet fijn, maar je werd er wel schoon van.

Recitatie(1999) – vlnr Jishin (nu Tetsue), Hozan, Iretsu en Anshin Tenjo

Waarom ben je weggegaan ?

In de winter van 1999-2000 mocht ik van Prabhasa dharma roshi de wintertraining in Mount Baldy doen. Dat heb ik gedaan. Daarna ben ik teruggegaan naar de Noorder Poort. Maar na een maand of drie wilde ik niet meer op de Noorder Poort blijven. Ik wilde gaan trainen in Mount Baldy. Ik dacht dat daar de échte zen, de authentieke zen beoefend werd. Ik dacht: daar ga ik de grote satori (verlichting) ervaren. Dat was een illusie, natuurlijk, dat heb ik me later gerealiseerd. Maar kennelijk moest ik dat toch eerst zelf uitvinden.

Mount Baldy was veel traditioneler en strenger dan de Noorder Poort. Het was echt nog die Japanse kloostertraditie. Koanstudie. Veel zitten. Daar ging het om.

Prabhasa roshi had op de Noorder Poort een ‘zachtere’ stijl ingevoerd. Die meer aansloot bij mensen uit westerse landen. Zij zei: westerse mensen hebben veel meer last van hun emoties. Koanstudie alleen kan dat niet doorbreken. Daarom is het nodig om andere middelen in te zetten. Zoals vipassana.

En dat vond ik heel goed van haar. Ik denk dat zij dat heel juist gezien heeft. Ik moet zeggen: ik ben de Noorder Poort, Prabhasa dharma zenji en Jiun roshi echt heel dankbaar voor wat ik daar geleerd heb. En ik denk dat Jiun roshi wel wist dat ik die meer authentieke zen niet in Mount Baldy zou vinden. Maar ja, ik moest dat toch zelf uitzoeken.

Ik ben een klein jaar in Mount Baldy gebleven en heb toen besloten dat ik op mezelf verder wilde. Dat ik de uitdaging aan wilde gaan om zelf in mijn eigen leven zen voort te zetten.

Vorige: Daniël Pollack

Volgende: Doshin Houtman