Zen-inzicht in vier regels

Hui Neng (Liang Kai, 13e eeuw)

In de zevendaagse dai-sesshin van 18 tot 25 juni sprak Jiun roshi over de Platform-soetra van Hui Neng (638-713). Volgens die soetra werkte Hui Neng als keukenhulp in het klooster van de vijfde zen-patriarch. Toen die een opvolger wilde aanwijzen, schreef hij een wedstrijd uit: alle monniken konden een gatha, een vierregelig vers, inleveren waarin ze hun inzicht toonden. Op grond van die gatha’s zou hij zijn opvolger kiezen. De monniken durfden niet. Zelfs de hoofdmonnik, de gedoodverfde opvolger, twijfelde aan zijn inzicht en besloot daarom zijn vers anoniem op een muur te zetten. Dat luidde:

Het lichaam is de boom van verlichting,
de geest is als de standaard van een heldere spiegel;
blijf die altijd ijverig poetsen,
zodat er zich geen stof op kan verzamelen.

Toen Hui Neng dit vers te horen kreeg (hij kon zelf niet lezen), liet hij een eigen vers er naast zetten:

Verlichting is geen boom.
De heldere spiegel heeft geen standaard;
oorspronkelijk is er niet één ding:
welke plaats kan er zijn voor stof?

Op grond van dat vers werd Hui Neng de zesde patriarch.

Naar aanleiding van dit bekende zen-verhaal vroeg Jiun roshi aan het eind van de sesshin aan alle deelnemers om ook een gatha te maken.  Dat hebben ze allemaal gedaan.

Het was geen wedstrijd. Deze gatha’s kun je zien als het gezamenlijke resultaat van vijftien mensen die een week lang samen intensief mediteren. De schrijvers zijn (in alfabetische volgorde) Agetsu, Daido, Gudrun Kowallik, Jacky Limvers, Jiun roshi, Jörg Strebe, Kido, Kyogen, Lilian van der Vaart, Lisette Durenkamp, Pieter Kempers, Shinjin, Suigen osho, Tenjo osho, Yuko.

De gatha’s staan niet in dezelfde volgorde als de namen.