Vanaf dit nummer schrijft Jolinda Daishin van Hoogdalem over haiku’s en andere Japanse poëzie. Zij schrijft zelf regelmatig gedichten, waaronder ook haiku’s. De natuur en zen zijn daarbij een grote inspiratiebron; zie ook in dit nummer in de rubriek Dichter bij Zen. In het dagelijks leven is Daishin acupuncturist en massagetherapeut. Sinds een aantal jaar geeft ze de Body&Mind weekenden op de Noorderpoort en begeleidt ze mensen in het Zenleven Thuis traject.

Herfst

Kersenbloesems vallen, bladeren vallen

en de wind jaagt ze beide over de grond.

We kunnen wat in de dingen ligt niet 

met de ogen of oren vasthouden.

Zouden we er greep op krijgen,

dan zou het leven van ieder ding spoorloos verdwenen zijn. 

Matsuo Bassho (1644-1694)1Uit: Zaden van een berk, Clark Strand, Elmar 1998

Als we onze zintuigelijke ervaring proberen vast te grijpen, dan verdwijnt het leven eruit. En toch een gedicht schrijven. Het onmogelijke onder woorden brengen. Dat kon de Japanse dichter Bassho heel erg goed. Hij werd beroemd vanwege zijn haiku’s. Haiku’s zijn korte verzen van drie regels van ieder 5-7-5 lettergrepen. Ze gaan meestal over een directe ervaring. Daarom worden ze vaak met zen in verband gebracht. Daarin gaat het immers ook om onze directe ervaring. Maar je hoeft geen zenbeoefenaar te zijn om haiku’s te schrijven. Iedereen kent directe ervaringen. De kunst is ze zo te verwoorden, dat een ander zich met jou kan verwonderen over die ervaring. 

Rietpluimen wuiven

zachtsuizend in de herfstwind,

geen ander geluid

Addie Abelman 2Uit: Zaden van een berk, Clark Strand, Elmar 1998

De herfst is met zijn terugtrekkende beweging voor veel dichters een inspiratiebron. 

Laag over de spoorlijn

vliegen de wilde ganzen

door de maan beschenen

Shiki (1867-1902) 3Uit: Haiku, een jonge maan, J. van Tooren, Meulenhoff 1983

Traditioneel komt in haiku één of meer woorden voor waardoor we direct weten in welk seizoen we zitten. Wilde ganzen zijn in de herfst op trektocht. Als we ze horen, kijken we gauw naar boven en dan zien we ze in formatie vliegen. Telkens een andere gans op kop. Maar hier neemt de dichter ze waar bij het licht van de maan. In Japan is het traditie om het begin van de herfst te vieren door naar de volle maan kijken: tsukimi. Het is een moment om stil te staan bij het verglijden van de tijd en om dankbaarheid te voelen voor alles wat het leven ons tot dan toegebracht heeft. Het gedicht vertelt niet letterlijk of de dichter, al dan niet in gezelschap van anderen, naar deze volle maan heeft gekeken. Maar het is wel aannemelijk.

De maan komt regelmatig voor in haiku, niet alleen in herfstgedichten. Een van mijn favorieten, misschien ken je het wel, een heel bekend gedicht van de dichter Ryokan:

Het enige dat de dief

achterliet: de maan

in mijn raam

Ryokan  (1758-1831), een zenmeester zonder tempel, leidde een heel simpel leven. Hij had niet veel bezittingen: een kom, eetstokjes, een dunne deken, bewaard in een eenvoudige hut. Een dief nam ze mee, maar Ryokan was dankbaar voor de maan die hem door het raam bijlichtte. 

De dagen worden kouder en ik haal mijn winterjas tevoorschijn, een erfenis van mijn moeder. Ik was er altijd een beetje jaloers op. 

Mijn lievelingskleur

jouw purperen winterjas

droeg jij hem nog maar