Marjolein Verboom heeft van 1990 tot 2021 intensief zen beoefend binnen onze sangha, eerst als leerling van Prabhasa Dharma zenji en toen als leerling van Jiun roshi. Door Jiun roshi is ze in 2016 tot zenleraar benoemd. In 2021 heeft ze besloten haar leraarschap op te geven en haar oefening op een andere manier voort te zetten. Ze is docent en coördinator van de minor Mindful Communiceren aan de Hogeschool Utrecht. Ze is ook vertrouwenspersoon, zowel aan de Hogeschool Utrecht als voor onze sangha.

Ik kan het meteen in praktijk brengen

Marjolein Verboom over Mindful Communiceren aan de Hogeschool Utrecht

In de Covidperiode, toen het onderwijs net weer open was gegaan, gaf ik les aan een groep van twaalf studenten. Al snel bleek dat de groep bestond uit twee gepassioneerde antivaxxers, één iemand die eigenlijk niet in dezelfde ruimte wilde zijn met een ongevaccineerde persoon, iemand die een fervent voorstander was van de overheidsmaatregelen en een meerderheid, wel gevaccineerd, die er liever helemaal niet mee bezig was. De gemoederen liepen soms hoog op. Deze les gaf ik in het kader van de minor Mindful Communiceren, een keuzeprogramma van de Hogeschool Utrecht, toegankelijk voor alle studenten van Nederlandse hogescholen. Verbindende communicatie is een methode gebaseerd op geweldloze communicatie zoals ontwikkeld door Marshall Rosenberg. Verbindende communicatie leert hoe je begrip kunt ontwikkelen voor jezelf en anderen, hoe je tot oplossingen kunt komen door oprecht en open te luisteren, en hoe je je bewust kunt worden van de gevoelens en behoeften van jezelf en anderen. Van daaruit kun je een oprecht verzoek doen aan de ander en de ander aan jou. Dat klinkt mooi en dat is het ook, maar het kan hard werken zijn als mensen zo diepgaand ánders naar de dingen kijken. 

De verschillen in de groep waren groot en het kostte behoorlijk wat tijd en volharding om een manier te vinden om samen te werken. Het moment dat de studenten tot de conclusie kwamen dat hun verschillen gebaseerd waren op dezelfde onderliggende behoeften, namelijk aan gezondheid, veiligheid en vrijheid, zal ik nooit vergeten. Ze zijn nooit dikke vrienden geworden, maar hebben oprecht geprobeerd naar elkaar te blijven luisteren. Dat was een moment waarop ik dacht: hoe mooi zou het zijn als iedereen dit zou leren, liefst van jongs af aan.

Studenten willen “zen” worden

Tien jaar geleden begon de Hogeschool Utrecht met de minor Mindful Communiceren1 een keuzetraject in het derde of vierde studiejaar met een duur van twintig weken. Studenten krijgen in die tijd een volledige mindfulnesstraining met een verdieping in compassie, een doorlopende training in verbindende communicatie en lessen over boeddhistische, filosofische en psychologische thema’s. Als afsluiting van de minor ontwerpen studenten een toepassing ervan binnen hun eigen vakgebied. We werken inmiddels met een team van acht docenten voor zo’n 135 studenten per jaar. De studenten komen van alle studierichtingen: van PABO tot ICT, van Social Work tot Creative Business en van de zorg tot chemie.

Als we bij de start vragen waarom studenten hebben gekozen voor deze minor is het antwoord meestal “omdat ik rust zoek (in mijn hoofd)”. Uit meerdere onderzoeken onder jonge mensen blijkt dat de behoefte aan stresshantering, rust en stabiliteit de laatste jaren fors is toegenomen door toenemende prestatiedruk, sociale media en financiële problemen, en ook Covid heeft grote impact gehad op deze generatie. Wat is veranderd ten opzichte van tien jaar geleden is dat studenten nu meer ervaring hebben met verschillende vormen van meditatie. Meer dan de helft van de groep die afgelopen september is begonnen maakte, voorafgaand aan de minor, al gebruik van (begeleide) meditaties via een app, beoefende yoga of had al een mindfulnesstraining gevolgd. 

Veel studenten hebben hoge verwachtingen van mindfulness, ze hopen dat ze er zo snel mogelijk rustig, gelukkig en “zen” van worden. De aanvankelijke hoge motivatie wordt al snel op de proef gesteld, want het dagelijks oefenen thuis valt meestal zwaarder dan gedacht. Het zich bewuster worden van de adem, van zintuiglijke indrukken, van gedachten en gevoelens zonder er verhalen omheen te weven, kan confronterend zijn, saai of ongemakkelijk. Rust blijkt niet per se hetzelfde als je comfortabel voelen. 

Johannes Vermeer – dame en dienstbode

De minor besteedt aandacht aan stress, hoe het werkt en hoe je ermee om kan gaan. Deelnemers wisselen regelmatig hun ervaringen uit, soms in tweetallen, soms in de hele groep. Ze ontwikkelen inzicht in hun patronen en automatische reacties en onderzoeken voor zichzelf hoe ze behulpzamer, minder schadelijk voor zichzelf en anderen kunnen reageren op stress.

Mindfulness Based Stress Reduction

De mindfulnesstraining bestaat uit een geïntegreerd geheel van aandachts- en bewegingsoefeningen en enkele elementen uit de cognitieve gedragstherapie. De aandachtsoefeningen zijn gebaseerd op de aanwijzingen uit de Satipatthana-soetra, de manier van mediteren is het meest verwant aan vipassana-meditatie. Mediteren betekent in deze context: aan de hand van geleide meditaties bewust worden van sensaties in lichaam en geest, adem en zintuigelijke ervaringen. Daarnaast is er aandacht voor het herkennen van gewoontepatronen en automatische stressreacties. Door meer zelfkennis wordt het gemakkelijker patronen te herkennen en eerder en bewuster een heilzamere keuze te maken. In de minor geven we de 8-weekse Mindfulness Based Stress Reduction training (MBSR), zoals in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld door Jon Kabat Zinn, toen als hoogleraar werkzaam bij het medisch centrum van de University of Massachusetts. Hij beoefende zelf al jaren een boeddhistische levenswijze en zocht een manier om die toegankelijk te maken voor zijn uitbehandelde patiënten met chronische pijn. Zijn motivatie was dat hij het lijden wilde verlichten en meer compassie en wijsheid wilde stimuleren. Met hetzelfde verlangen ben ik naast zenbeoefenaar ook mindfulnesstrainer geworden en vind ik nu in mijn werk een manier om de vruchten van zen en mindfulness uit te delen aan jonge mensen en tegelijk mijn eigen beoefening levendig te houden. 

De eerste paar weken geven studenten vaak aan dat het niet is gelukt om thuis te mediteren, dat ze zich niet konden focussen, dat er zoveel gedachten en afleidingen waren. Langzamerhand daalt het begrip in dat al deze dingen bij het oefenen horen. Geleidelijk aan wordt de preoccupatie met lukken of mislukken minder, ontstaat er meer geduld en acceptatie voor het oefenproces. Een belangrijke factor in de mindfulnesstraining is het met elkaar delen van ervaringen, soms in tweetallen, soms in de groep. Het is bevrijdend en ontroerend om erachter te komen dat je niet de enige bent. Met betrekking tot het thuis oefenen gaan studenten elkaar vaak aanmoedigen, sturen elkaar appjes of spreken af om gezamenlijk te oefenen. In coronatijd mediteerden studenten online regelmatig samen, buiten de lessen om. Als docenten oefenen we met de studenten mee en doen ons best het goede voorbeeld te geven. Zo oordeelloos mogelijk luisteren, geïnteresseerd zijn, bemoedigen, erkennen, en uitnodigen om verder te oefenen. Zo ontstaat beetje bij beetje meer zelfkennis, meer verbinding met zichzelf en meer begrip voor andere mensen.

Sanzen-in temple Ohara; foto afkomstig van My Kyoto Machiya

Studenten zijn niet anders dan zenbeoefenaars

In de tweede helft van de minor staat een stiltewandeling op het programma in het min of meer landelijke gebied van Amelisweerd, grenzend aan Utrecht Science Park waar ook de Hogeschool Utrecht is. Voor enkele studenten is het voor het eerst dat ze een half uur ergens naartoe gaan zonder telefoon. Dan zeggen ze: “Maar stel dat ik nu net een belangrijk telefoontje of appje krijg? Of dat er iets gebeurt onderweg?” Zo zie je maar, studenten zijn niet anders dan zenbeoefenaars. Gemiddeld wat jonger misschien, maar ik herinner me sesshins waarin Jiun roshi meermaals mensen moest aanmoedigen om de telefoon echt, helemaal, uit te zetten. Ook voor studenten kan dan de ervaring om ineens de wind op je huid te voelen, een vogel te horen fluiten of helemaal op te gaan in het ritselen van de blaadjes een bijzondere ervaring zijn, al is het maar voor even. Dit is wat studenten aan het eind van de minor vertellen: dat ze de thee of het eten echt hebben geproefd, dat ze hebben ervaren hoe het is om oprecht te luisteren naar een ander, zonder direct met hun eigen verhaal te komen: het zijn eenvoudige dingen met veel impact. 

Mindfulness en verbindende communicatie zijn niet per se boeddhistisch, maar vanuit boeddhistisch perspectief zie ik deze trainingen als twee beoefeningen van het achtvoudige pad: juiste aandacht en juist spreken. Binnen het meer theoretische vak “Bronnen & thema’s” besteden we één bijeenkomst specifiek aan het boeddhisme, onder andere aan de vier edele waarheden. Studenten worden uitgenodigd te onderzoeken hoe die edele waarheden werken in hun eigen leven. Aan de hand van een schrijfoefening, waarin ieder een eigen (groot) verlangen uitwerkt én iets waar ze een (enorme) hekel aan hebben, onderzoeken ze de woorden van de Boeddha. Waar herken je dat verlangen of afkeer onvrede veroorzaakt? Vervolgens delen studenten hun ervaringen in kleine groepjes en later in de hele groep. Ik vind het verrassend om te zien dat studenten heel snel iets doorzien van die edele waarheden, bijvoorbeeld: “Als ik te geobsedeerd bezig ben met mijn verlangen naar een liefdesrelatie, vergeet ik me bewust te zijn van wat er al wél is” . Of inzicht krijgen in de gevolgen van vasthouden aan afkeer: “Ik heb er een intense hekel aan als iemand liegt. Maar ik kan zien dat ik er me soms heel lang druk over kan maken. Dat is zonde van mijn energie en ik doe er misschien anderen mee tekort.”

Verbindende communicatie en mindfulness versterken elkaar: om gevoelens en behoeften te leren kennen helpt het om stil te zitten en van moment tot moment te ervaren wat zich afspeelt binnen en buiten jezelf. In de tweede helft van de minor verdiepen we mindfulness met (zelf)compassie en wordt er veel geoefend met de metta- of vriendschapsmeditatie en varianten daarop, waarbij je in meditatie vriendelijke wensen stuurt naar jezelf en anderen. Een jonge man schrijft na afloop: “Het heeft mij zachter en liefdevoller gemaakt en uiteindelijk een klein beetje een beter mens.” 

Veel gevraagd

Als docenten streven we ernaar om trouw te zijn aan de principes van verbindende communicatie en mindfulness én aan de eisen die een HBO-opleiding stelt. Zo heeft het wel even geduurd voor we een goede toets hadden ontworpen voor de mindfulnesstraining. Iemands prestaties met betrekking tot “mindfulness” beoordelen op HBO-niveau lijkt een onmogelijke opgave en dat is het ook. Dat doen we dus niet. Als eindopdracht leveren studenten een verslag in met een logboek, wekelijkse opdrachten en een reflectieverslag waarbij ze verbanden leggen tussen de theorie, de training en hun persoonlijke ervaringen. Ze maken daarbij gebruik maken van literatuur over mindfulness, compassie en verbindende communicatie2

Sanzen-in temple Ohara; foto afkomstig van My Kyoto Machiya

Het is een bekend fenomeen dat deelnemers aan een mindfulnesstraining proberen om het “goed” te doen en de aandachtsoefeningen te evalueren als “gelukt of mislukt”, als “goed of slecht”. In de context van een studie lijkt dat nog sterker te zijn. Beoordelingen maken immers een groot deel uit van elke studieloopbaan. In de minor maken we duidelijk onderscheid tussen het oefenen en het toetsen. Oefenen is het simpelweg doen van de aandachtsoefeningen zonder oordeel, met een houding van mildheid en vriendelijkheid naar alles wat zich aandient. Het deel waar studenten vervolgens op beoordeeld worden is hun reflecterende vermogen, hun kennis over de achtergronden van mindfulness en het verbanden kunnen leggen tussen persoonlijke ervaringen, de training en de theorie. Daarnaast ontwerpen studenten een toepassing van de minor binnen hun eigen vakgebied. Dat kunnen uiteenlopende dingen zijn zoals speelse aandachtsoefeningen voor kinderen op de basisschool of een website voor zorgprofessionals met filmpjes en voorbeelden van verbindende gespreksvoering met patiënten.

In de de evaluaties wordt de minor wordt (zeer) positief gewaardeerd door studenten, ook al is er soms kritiek op de hoeveelheid huiswerk: “Er wordt best veel van je gevraagd waardoor je juist stress ervaart.” De meeste studenten rapporteren na afloop dat ze zich na de minor meestal vrijer voelen, meer zelfregie in praktijk kunnen brengen en vaak een positiever beeld van zichzelf en de wereld om hen heen hebben gekregen. Ook het inzicht dat gedachten “maar gedachten zijn” en niet de werkelijkheid weergeven zoals die is, ervaren ze als bevrijdend. Interessant vind ik de opmerkingen van zowel islamitische als christelijke studenten die aangeven dat ze door de minor beter kunnen bidden, met meer aandacht en diepgang. Soms vertellen studenten dat hun omgeving heeft gemerkt dat ze rustiger en vriendelijker zijn geworden, met als simpel voorbeeld dat ze geen ruzie meer maken met huisgenoten over opruimen of het uitruimen van de afwasmachine. Ze doen verbindende verzoeken in plaats van verwijtende opmerkingen te maken. Natuurlijk blijven er altijd onuitgeruimde afwasmachines, meningsverschillen en stressvolle situaties en natuurlijk merkt niet iedere student meteen positieve effecten, maar deze jonge generatie heeft gereedschap meegekregen en vaardigheden opgedaan die ze nu en in de toekomst meteen in de praktijk kunnen brengen.

  1. Het bestaan van de minor is te danken aan de inspanningen van oprichtster Karin Bosveld, voormalig coördinator Paula Borsboom en opleidingsmanager Richard Versmissen. ↩︎
  2. Onder andere Mark Williams & Danny Penman, Mindfulness, een praktische gids om rust te vinden in een hectische wereld (Uitgeverij Nieuwezijds, 2011); Erik van den Brink en Frits Koster, Compassievol leven. Een mindfulness-based verdiepingsprogramma (Boom, 2016); Erwin Tielemans, Verbindende communicatie werkt (Garant, 2017) ↩︎