Still uit documentaire Prison pioneers van Ulrike Helmer

Still uit documentaire Prison pioneers van Ulrike Helmer

Een mooie  ‘challenge’

Sinds 1 januari 2018 is iemand van onze sangha, Nelleke van Zessen, aangesteld als hoofd boeddhistische geestelijke verzorging bij de Dienst Justitiële Inrichtingen. Een ‘beroepsboeddhist’ bij het ministerie van Justitie. Jacky Limvers sprak met haar.

Hoe is dat zo gekomen?

Ik ben zeven jaar geleden begonnen met werken als boeddhistisch geestelijk verzorger in overheidsdienst. We werkten in de gevangenis, voerden gesprekken met gedetineerden en begeleidden mindfulness- en meditatiegroepen. Daarvoor waren er wel freelance boeddhistisch geestelijk verzorgers bij de overheid geweest, maar in 2011 begonnen we officieel. De tijdelijke erkenning van de overheid van de BUN als zendende instantie werd verlengd en een aantal jaren later in een definitieve erkenningsovereenkomst omgezet. Er was in die beginjaren veel ruimte om ons aanbod te ontwikkelen, want hoe word je boeddhistisch geestelijk verzorger? Nu, je wordt het eigenlijk pas als je het bent. Geldt ook voor moederschap, denk ik, ook voor ministers.[1]
 
Mijn voormalige leidinggevende, Varamitra, heeft mij van het begin af aan beleidstaken gegeven, ook omdat tijdens de sollicitatieprocedure duidelijk was geworden dat ik daar geschikt voor was.
 
Ergens een paar jaar geleden zei Varamitra: denken jullie wel eens over mijn opvolging,  laten we dat onderwerp op de agenda zetten. En toen hebben we er in intervisie serieus over gesproken, en ik kwam toen bovendrijven, bij de anderen en ook bij mezelf… maar zonder al te veel enthousiasme. Ik dacht ‘nou, het lijkt erop dat ik da t moet zijn’… en toen dat een of twee jaar later echt aan de orde kwam, toen dacht ik hetzelfde: ‘ik moet dat zijn’, maar nu met  meer enthousiasme, gewoon omdat ik  ouder was geworden en  meer had meegemaakt in mijn leven. Ik dacht ja, ik wil  die positie wel durven innemen. Toen was ik er nog niet. Er volgde nog een uitgebreide sollicitatieprocedure en inwerkperiode. Maar op 1 januari 2018 was het dan zover.
 
Van Varamitra heb ik geleerd: ‘Walk your talk’, - oftewel: zeg het niet alleen met woorden, maar laat het ook zien met daden, wees, kortom, een voorbeeld. Hoe ziet boeddhistische beoefening eruit in je werk, in je sociale relaties, in onderhandelingen, in samenwerken, in conflict, in ambitie, in teleurstelling. Kortom, wat kan het gezicht van boeddhisme zijn in de wereld van vandaag, 2018, Nederland. Hoe kunnen we een bijdrage leveren aan het opheffen van lijden, precies daar waar het lijden het grootst is. In de gevangenis ja, maar ook op de werkvloer, in gezinnen. Hij is voor mij, en de andere boeddhistisch geestelijk verzorgers een groot inspirator.

Je bent nu hoofd boeddhistische geestelijke verzorging bij Justitie. Wat is het doel van de functie?

In feite gaat het over het organiseren en mogelijk maken van boeddhistische geestelijke verzorging in de gevangenis en andere justitiële inrichtingen. Dat betekent leiding geven aan de boeddhistisch geestelijk verzorgers in het veld, dus je hebt te maken met functioneren, opleidingswensen, ziekte. Ik ben de eerst aanspreekbare. Ik maak ook deel uit van een managementteam met andere denominaties (moslim, protestant, RK, humanistisch,...), en met elkaar zijn we verantwoordelijk voor alle geestelijke verzorging in de gevangenissen. Dus je bent er voor je eigen club, maar ook voor het geheel. Als boeddhistisch geestelijk verzorger moet je kennis hebben van boeddhisme, maatschappelijk middenveld, de achterban. Je moet op het religieuze vlak je expertise kunnen inbrengen. Varamitra heeft ook de opdracht uitgevoerd om een opleiding Boeddhistische Geestelijke Verzorging  te starten. Nu is het mijn taak om contact te behouden met de opleiding en af te stemmen. Je bent ook een belangenbehartiger. Als er geen hoofd boeddhistische geestelijke verzorging was, zou er ook niet lang boeddhistische geestelijke verzorging zijn in de gevangenissen. Je moet er ook voor zorgen dat het vak blijft en mogelijkheden voor groei en ontwikkeling weten te vinden. Op dit moment zijn er in het veld 9 werkzaam, maar deeltijders. Totaal 4,5 fte.[2]

Nelleke van Zessen

Nelleke van Zessen

Voor een indruk van het werk van boeddhistisch geestelijk verzorgers in de gevangenis zie de documentaire Prison Pioneers van Ulrike Helmer:

 

Achter de hoge muren van de gevangenis komt elke maandag een groep gedetineerden bij elkaar voor een cursus mindfulness. Wat is de impact van mindfulness en meditatie op gevangenen?

 

In deze documentaire is Nelleke te zien in haar vorige functie.

En als je dat vergelijkt met je protestantse collega’s?

Zij hebben rond de 25 fte, net als de andere ‘groten’: islamitisch, rooms katholiek en humanistisch. Zij hebben 90% met elkaar, de rest 10%. Dat zijn dan boeddhisten, hindoes en Joden.

En jullie zijn allemaal wel gelijkelijk vertegenwoordigd in de Dienst, met elk 1 hoofd?

Ja, dat is een interessante vraag, want dat is net veranderd. Vroeger had het hoofd van de kleinere denominaties ook heel weinig uren, maar moest wel ook al die dingen doen: aansturen, vergaderingen, afstemmen met de opleiding. Dus er is een wijziging geweest waar is gezegd: elk hoofd krijgt in elk geval 0,56 fte. En op basis van het aantal mensen aan wie je leiding geeft wordt dat dan aangevuld. Ik ben de eerste die dat heeft, omdat ik net in dienst ben gekomen.

Het lijkt me qua werkomgeving een verschil van dag en nacht, gevangenis of ministerie. Klopt dat?

Het klopt wel, maar het is toch ook hetzelfde klimaat, hetzelfde ministerie. Onlosmakelijk verbonden met repressie en onvrijheid. Er is een bredere ontwikkeling in organisaties gaande dat er steeds minder op vertrouwen en steeds meer op controle wordt gestuurd. En zeker als overheidsambtenaren merken we dat. Voor een deel begrijp ik dat goed. We zijn ons er altijd van bewust dat we in overheidsdienst zijn en dat we publiek geld uitgeven, en dat we dat moeten kunnen verantwoorden. Dat we er hard voor moeten werken. Maar ik zie ook dat het soms wel een graadje minder kan, dat het doorgeslagen is. In ons departement, Justitie en Veiligheid, is die spanning heel voelbaar, omdat wij direct ‘op die gevangenen’ zitten. Als er zoiets gebeurt als met Anne Faber: je hebt geen idee hoe de Dienst Justitiële Inrichtingen dan onder druk staat, wat er dan gebeurt. Dan moeten ze omgaan met die hele publieke opinie die alleen maar zegt: Wat hebben ze fout gedaan bij Justitie?

Kun je een top drie noemen van wat jullie hebben gedaan?

Het contact met gedetineerden door alle muren en gedoe heen. Om daar alleen al te komen, bij de gevangenen. Daar slagen we uiteindelijk heel vaak in. In de loop van de tijd hebben we wel duizenden gedetineerden meditatie geleerd, in terugkerende bijeenkomsten. We hebben ze geleerd wat een sangha is, wat vrijheid in gevangenschap is, al is het maar alleen voor die momenten.

Kun je iets zeggen over sangha in de gevangenis?

Ik noem het nu bewust sangha, want het is groter dan de meditatiebijeenkomsten… maar ook weer niet. De gevangenissen zijn groot en de mensen zitten op hele verschillende afdelingen. Ze komen mediteren en kunnen elkaar vervolgens nooit meer zien, maar het effect van dat je met tien, twaalf, veertien, zestien man samen mediteert, dan heb je een sangha. En dat wordt ook zo ervaren. En ik gebruik dat woord weinig, maar het is er wel, denk ik.

Bij de Dienst Justitiële Inrichtingen: Wat is de impact van een boeddhist bij al die denominaties?

Lastige vraag… omdat we er nog niet zo lang zitten. Omdat we in een periode zitten waarin net een nieuwe onderlinge verdeling tot stand is gekomen, dat geeft ontzettend veel verandering. Wij zijn achteruit gegaan, anderen zijn gegroeid. De positionering t.o.v. elkaar is dus volledig in beweging. Dat stof is nog niet neergedaald. Dus we proberen daar nu met elkaar een weg in te vinden. Voor ons betekent het dat we als boeddhistisch geestelijk verzorger binnen Justitie niet zonder meer verder kunnen groeien en ons ontwikkelen. Dat dwingt ons om onze vleugels uit te slaan en andere gebieden – zorg, psychiatrie, defensie, ziekenhuis, nazorg ex-gedetineerden etc. – te verkennen. Anders geformuleerd betekent het dat het nu tijd is geworden, ik zou zeggen de hoogste tijd, om boeddhistische geestelijke verzorging – met onze expertise, onze opleiding aan de VU, onze mensen en onze ervaring – in het bredere maatschappelijk middenveld in te gaan zetten. De dharma dichter bij mensen brengen, mensen die vaak ernstig lijden, die de dharma het hardste nodig hebben. Dat is een mooie challenge.

[1]Formele eis om boeddhistisch geestelijk verzorger bij Justitie te worden is de afgeronde universitaire studie boeddhistische geestelijke verzorging gevolgd door de post-academische ambtsopleiding boeddhistische geestelijke verzorging, beide aan de VU. Daarnaast is zending door de Boeddhistisch Zendende Instantie vereist. Deze is dochter van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN)

[2]Fte = full time equivalent. Bijvoorbeeld: 10 fte betekent tien volledige banen, die dus over meer mensen verdeeld kunnen worden.