Ervaringen in een go-sesshin

Bijna met de sloffen van de shoji er vandoor

Ervaringen in een go-sesshin, door Ingrid van Bouwdijk Bastiaanse

Dinsdag 21 november is het dan zo ver: op naar Wapserveen, waar ik tot zondag deelneem aan een Go-sesshin op de Noorder Poort. Ik heb er zin in, ben benieuwd hoe het zal zijn, zie uit naar rust, maar zie er ook tegenop om zo veel te moeten zitten (12 keer per dag) en zo vroeg op te moeten staan (5:50). Maar de omgeving is mooi: een weids landschap, waar dit keer prachtige donkere luchten met stukjes blauw en regenbogen te zien zijn. De eerste avond wordt er nog gepraat; maar vanaf de start in de zendo gaat de stilte in.  

De zenmeester voor deze retraite is Jigen Roshi. Ik vind haar dharma talks heel inspirerend. Ze start elk praatje met: “Het Ware Zelf is helder en duidelijk.” Met zo’n zin begint er bij mij direct iets te resoneren. Elke dag bespreekt ze een gelofte/richtlijn, met sprekende persoonlijke voorbeelden en mooie zenverhaaltjes. Die richtlijnen zijn een equivalent van de tien geboden en ze behandelt de eerste drie. 

Wie meer over haar wil weten kan dit artikel uit het tijdschrift ZenLeven lezen. 

Een van de oefeningen die we van haar op krijgen is: ga straks naar buiten en zoek iets dat je aantrekkelijk vindt. Laat het beeld op je inwerken, kijk goed, soms verdwijnt je kleine zelf. Nou regent het dat het giet, dus kijk ik uit het raam waar ik het volgende zie: 

Een bosje pluimen

Rukwind maakt het bruin en zilver

Een gekieteld kind

Estafette in de geoliede machine

Alles op de Noorder Poort is tot in de puntjes geregeld, strak getimed en heeft een vaste volgorde van het begin van de dag tot het einde. Je hoeft echt je wekker niet te zetten want klokslag 5.50 komt er iemand met een luide bel langs alle deuren.  Als je te laat bent voor zazen mag je niet meer de zendo in. Waar ik met verbazing naar kijk is een soort estafette met de kleppers; de zenmeester en de twee meditatieleiders lopen tijdens de kinhin soms de zendo in en uit terwijl ze in een oogwenk de kleppers aan elkaar doorgeven, bijna zonder dat ze snelheid verliezen. Waarom ze in en uit lopen is me een raadsel; maar dat is zen wel vaker… 

Ik gebruik voor mijn indruk van de Noorder Poort met opzet niet het woord ijzeren regime, maar het zachter klinkende geoliede machine. Naar mijn idee was de Noorder Poort een behoorlijk traditionele zen-orde, waar weliswaar de lat om een tik mee uit te delen ontbreekt, maar verder nauwelijks afwijkend van een originele Japanse versie. Later kom ik erachter, via één van de monniken, dat het niet te vergelijken is met zenkloosters in Japan, waar veel meer regels en rituelen zijn die ook veel strenger worden gehandhaafd. 

Confronterend

Waar ik tegenaan loop is, dat ik vergeleken met de rest van de deelnemers erg verstrooid, dus niet mindful, ben. Ik vind het een drama om al alle regeltjes te onthouden, maar ben ook te afwezig om goed om me heen te kijken wat anderen doen. Ik baal ervan dat ik niet gewoon kan opletten. 

Hierbij wat voorvallen.

Ik kom bijna te laat voor de thee: theedrinken gebeurt soms informeel en soms formeel met een theeceremonie, en voor de formele theeceremonie moet je wel op tijd in de zendo zijn. Ik dacht dat het dit keer om informele thee ging, dus kom ik bijna te laat. Ik schrik me het leplazarus als ik iedereen in de zendo zie zitten en schop mijn sloffen in een hoekje; niet netjes in het rek. Daarna snel ik als een haas de zendo in, maak een halfslachtige buiging en ren meer dan dat ik loop diagonaal naar mijn plek zonder mijn handen in gassho te hebben. Vier overtredingen binnen een minuut!  

Voor het ontbijt en de lunch wordt een offer apart gezet door elke tafel. Twee maal stort ik me al bijna op de maaltijd voordat het offer ritueel gedaan is en word ik eraan herinnerd dat ik even moet wachten.

Ik heb sloffen geleend van de Noorder Poort.  Op een gegeven moment ga ik er per ongeluk bijna met de sloffen van de shoji (iemand die helpt met onder andere theeschenken) vandoor.  De stilte wordt dit keer doorbroken door de shoji die me betrapt: “Hé, die zijn van mij!” 

Redderssyndroom

Ik doorbreek ook een keer de stilte, als mijn buurvrouw in de zendo te vroeg opstaat voor dokusan. Een monnik wijst haar erop dat ze even moet wachten op de bel. In mijn interpretatie zit mijn buurvrouw er beduusd bij, zich schamend misschien (maar, weet ik dit wel zeker?)  Ze laat heel veel mensen voor gaan.  Ik zeg heel zachtjes: “Jij mag hoor.” (Waar bemoei ik me mee.) Uiteindelijk gaat ze, tot mijn grote opluchting. (Houd je nou maar met jezelf bezig! O ja, eigenlijk moet ik niet zo katten op mezelf. Da’s ook weer zo’n patroon. Gewoon alleen maar kijken.)

Van dit incident heb ik veel geleerd: mijn redderssyndroom was weer duidelijk zichtbaar. Als kind dacht ik al: ik ga nog eens dood door medelijden. Ik moet altijd maar helpen, geef anderen nauwelijks de tijd om zichzelf te helpen. Heb in 2022 nog twee maal een groepje kinderen geholpen aan een voetbal waar ze niet bij konden: één maal in een boom met doornen. Daarna had ik er nog dagen last van. Ik spring er niet meteen bovenop (zover ben ik al wel), maar moet me echt inhouden als die kinderen er ook maar een beetje mismoedig uit gaan zien bij hun mislukte pogingen. Vervolgens zit ik uiteindelijk dus als toen 59-jarige boven in een boom mijn leven te wagen. Aan de andere kant heb ik niet zo veel oog voor mijn oude buren; in ieder geval minder dan ik zou willen, dus het valt ook wel mee met die redder.  

Dubbel en dankbaar

Ingrid van Bouwdijk Bastiaanse

Op zaterdag ben ik opeens in de war en denk: is het niet pas vrijdag?  Ik zweet even peentjes, maar het blijkt gelukkig toch zaterdag te zijn. Dat is zo’n beetje hoe ik erin sta: ik heb genoten van het zitten en soms was het heel lastig. Ik ben blij dat ik straks van de strakke dagindeling en het zitten verlost ben, maar hoop tegelijkertijd dat ik wel de rust een beetje kan vasthouden. Ik hoor aan het eind van de sesshin, als we weer mogen praten, dat mijn tafelgenote vindt dat het veel te snel ging; zij had juist langer willen blijven.  

Het reciteren vind ik op een gegeven moment prettig worden. Ik weet niet precies wat het is: het ritme misschien, en ook dat we met zijn allen best een mooi geluid produceren. Ik verdween soms in de klank.  

Ik ben in ieder geval zeker hersteld door de rust. Niet alleen door het zitten in zazen, maar ook door het feit dat je in een woonkamer kunt zitten en zomaar voor je uit mag staren, zonder dat iemand verwacht dat je ook maar iets zegt of oogcontact maakt. Ik hoef ook van mezelf even niks; ook geen nuttig boek lezen of zo.

Ik voel dankbaarheid jegens de mensen die de Noorder Poort runnen: van de chauffeur en de kok tot de monniken en de shoji. Zij zijn veel voor ons in de weer: ze regelen van alles, werken in de moestuin, zorgen voor de maaltijden en maken thee voor de theeceremonies. Ik voel die dankbaarheid ook jegens de zenmeester Jigen roshi; haar dharma talks blijven voor mij de kers op de taart. Verder ben ik dankbaar voor de hartelijkheid van Suigen roshi, die ook de vertaling verzorgde van de dharma talks en die in de ochtend meedeed aan de sesshin. En tot slot voel ik dankbaarheid jegens de deelnemers, simpelweg voor hun aanwezigheid in deze groep.  

Verder is mijn meditatie verdiept. Ik zie mijn patronen, mijn ego en de angst om dat kleine zelf te verliezen duidelijker en ik snap en ervaar het belang van open aanwezig zijn wat beter; wat voor mijn idee linkt aan wat de roshi zei: “Het Ware Zelf is helder en duidelijk.” Dankzij zen ben ik minder in de piekermodus, en dat is door deze retraite alleen maar versterkt. 

Niets is routine

Niets is routine

Daishin van Hoogdalem over een bijzonder zen-weekend

Als je op een sesshin de zendo rondkijkt, denk je misschien: zen is echt iets voor vijftigplussers. Maar dat is echt niet zo! Inez Eltink zocht via Instagram deelnemers voor een zenweekend voor jongvolwassenen op de Noorder Poort. Ze had in een mum van tijd 55 aanmeldingen. Waarom werd er zo gretig gereageerd? Terwijl een van de voorwaarden voor het meedoen was dat alles gefilmd en gebruikt mocht worden voor een documentaire over stilte. En er helaas maar plek was voor tien deelnemers. 

Inez studeert film aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Ze kreeg het idee voor haar afstudeerproject omdat ze ooit een bijzondere ervaring had met een middag in stilte en zelf ook wel eens mediteert.

Veel jonge mensen hebben belangstelling voor mediteren en gebruiken bijvoorbeeld een app. Of ze mediteren aan het eind van de yogales. Zou de stap naar een stilteweekend te groot zijn? Wat gebeurt er eigenlijk als je je even losmaakt van de hectiek van werk, opleiding, sociaal netwerk en sociale media? Bijna alle deelnemers leverden vrijdagavond 26 januari vrijwillig hun mobiel in. En na de maaltijd begonnen we aan het stille avontuur.

Je kon zaterdagochtend een speld horen vallen in de zendo. In die zin verschilt dit weekend niet van andere zenweekenden. Maar de sfeer is toch een beetje anders. Alles is nieuw voor de deelnemers. Buigen, soetra zingen, theedrinken, kinhin. Niets is routine. Misschien is het daarom zo intens. Dat het een en ander loskomt is wel duidelijk tijdens de dokusan. Hoewel onze problemen allemaal dezelfde oorsprong hebben, zijn er toch verschillen in de levensvraagstukken waar we voor gesteld worden. Dat de druk op jongen mensen vaak groot is wordt mij wel duidelijk. Er wordt zoveel verwacht wat betreft werk, opleiding en persoonlijke ontwikkeling, dat het haast wel moet vastlopen. Sommigen betalen een hoge prijs in de vorm van overspannenheid. Anderen voelen zich alleen staan omdat ze zich proberen te onttrekken aan de sociale druk.  Wie ben ik en wat wil ik zijn grote vragen.

Met kleine gebaren weten de rokers elkaar te vinden. In stilte staan ze samen te genieten van hun sigaretje. De een trekt zich terug en staart in de pauze naar de blauwe lucht. Terwijl een ander de gelegenheid te baat neemt om een sprintje te trekken over de kinhinpaden. En ligt daar iemand languit op de weg? Als ik in de pauze een wandelingetje maak op het terrein komt een deelnemer me achterop: Daishin, Daishin, mag ik wat vragen. Natuurlijk mag dat. Dan blijkt dat iets wat ik die ochtend verteld heb hem raakte, en nu is hij nieuwsgierig hoe dat voor mij is. Dus wandelen we al pratend een eindje samen op. Het zijn dit soort kleine dingen die het weekend net even anders maken. Ik voel onbevangenheid. En dat is ook licht. 

De behoefte om zich te uiten is groot, blijkt in het rondje ervaringen delen op zondag. Er is flink getekend en geschreven. Ik ben verrast door de inzichten die een weekend stil zijn oplevert.  Ontdekken dat je niet vreemd bent als je geen mensenmens bent. Dat dat oké is. Merken dat je verlangt naar stilte in je drukke leven en dat je in de stilte verlangt naar de drukte. Maar dat het een het ander niet uitsluit. Dat je daaraan voorbij kunt gaan. Ontspanning ervaren omdat je niet bezig hoeft te zijn met wat anderen van je denken of wat jij van anderen denkt. Opmerken dat je creativiteit groeit in stilte. Je realiseren dat verbinding heel belangrijk is en dat dat kan met woorden, maar ook in stilte. Die verbinding is zelfs zo groot, dat sommige deelnemers nog steeds  contact met elkaar hebben. 

Het was een bijzonder weekend. Er is onder jonge mensen duidelijk behoefte aan met elkaar mediteren. Zen wordt niet als vreemd ervaren. Nog even wachten en dan kunnen we het met eigen ogen zien. De documentaire van Inez zal waarschijnlijk in de zomer klaar zijn.

Wat doe ik hier?

Ruben Naus (26) zit bij de doorgaande zengroep in Utrecht. In juni was hij voor het eerst op de Noorder Poort, bij een zen-weekend.

Wat doe ik hier?

Kennismaking met de Noorder Poort

Na anderhalf jaar zen-training op de maandagavond, rondstruinen op de zenleven.nl website en lang wikken en wegen was het moment dan eindelijk daar: ik had me ingeschreven voor een zen-weekend bij de Noorder Poort.

Toen ik de enige straat in Wapserveen in draaide was de spanning meteen al om te snijden. “Wat voor mensen zouden er zijn?”, “Ga ik een cult binnen?”, “Kan ik ooit nog weg?”, “Ze vinden het vast heel slecht dat ik met de auto ben.” Nou, tot nu toe niet heel zen. Ik parkeerde de auto, liet mijn moeder weten dat ik er was, stopte mijn telefoon ver weg en stapte uit. Vertwijfeld liep ik vanaf de parkeerplaats het erf op, de bordjes “gasten” volgend. Die leidden me naar een deur, maar daar werd ik tegengehouden door een ander bordje. “Retraite Stilte s.v.p”. Was ik te vroeg? Paniek! Het ene bordje zei doorlopen, het andere zei stop! Wat te doen?

Ik draaide me om en zag dat er een andere gast aan kwam lopen. Een oude, glimlachende en wat stille man van in de 40-50. Het was duidelijk niet zijn eerste keer hier. Ik vertelde Mark (want zo heette hij) over het enge bordje, en we besloten samen om het huis heen te lopen om een andere ingang te zoeken. In de tuin vonden we gelukkig iemand in zenkleding die ons kon helpen. Ze was erg hartelijk en lachte veel. Het voelde meteen alsof ik haar al jaren kende. Het enge “Stilte!”-bordje bleek te vroeg te zijn opgehangen, en ze nam ons mee naar binnen.

Ik werd naar mijn kamer geleid, waar ik me uitgebreid installeerde. Daarna moest ik er toch aan geloven: bij aankomst koffiedrinken en een praatje maken. Het eerste wat me opviel, was dat ik veruit de jongste was. Nu was ik dit wel gewend van de zen-avonden: veel oude mensen, maar toch droeg het ergens bij aan het “wat-doe-ik-hier” -gevoel.

Ik pakte een kopje koffie (of had ik thee moeten nemen?! nou ja, het is al gebeurd), en ging op de bank in de woonkamer zitten. Volgens mij heb ik me er aardig doorheen geslagen door te proberen heel zen-achtig mijn koffie te drinken en oogcontact zoveel mogelijk te vermijden. Iedereen dacht vast: “Hij ziet er erg verlicht uit!”. Een gesprek bleef me bespaard.

Bij de broodmaaltijd ’s avonds lukte het me iets beter met mijn tafelgenoten te praten. De meeste mensen waren hier al eens geweest, en ze zaten er redelijk ontspannen bij. Na de maaltijd was er een voorstelrondje en werd iedereens corvee-taak uitgelegd (ik moest de wc’s doen). Daarna uitleg over hoe dingen gaan in de zendo, en om half 8 was de eerste meditatieperiode. Ha! Dat kende ik: 25 minuten op een kussen zitten, eventjes lopen, en dan weer 25 minuten zitten. En het mooiste was: ik hoefde niks meer te zeggen!

Om tien uur was het bedtijd. Ik weet nog dat ik weinig sliep vanwege de hitte en de spanning, maar ik was in ieder geval blij dat ik veilig op mijn kamer lag…

Om zes uur werden we door Kyogen wakker gebeld met een wakker-bel-bel waarmee hij langs alle deuren ging. Kyogen is één van de bewoners, en voor het weekend was hij ook de jikujitsu (meditatieleider). Ik sprong meteen onder de koude douche (ik wist van mezelf dat er altijd het risico is dat ik weer in slaap val), kleedde me aan en kwam beneden voor het ochtendmeditatieprogramma.

De ochtend begint met thee en een halve rijstwafel, daarna zingen en mediteren. De dag bestond verder uit zit-meditatie, loop-meditatie binnen, ceremonieel theedrinken, loop-meditatie buiten (of gewoon wandelen) en dat soort dingen.

Om negen uur was er ontbijt. Het eten was steeds heerlijk: zó simpel, en zó lekker! En ik hoefde nu niet eens een gesprek te voeren!

Na het ontbijt was er de dagelijkse schoonmaaktaak, wat ik persoonlijk één van de leukste programmaonderdelen vond, en daarna was het vrij thee of koffie drinken met een stuk fruit. Ik pakte een kopje koffie en een banaan en ging op mijn plek van gisteren op de bank zitten. Ik nam een slok koffie, en nog een slok, en nog één… en toen voelde ik opeens het effect van koffie! Verbaasd keek ik naar het zwarte goedje: ik wist niet dat cafeïne zó sterk was! Maar goed, normaal drink ik nog veel meer koffie, dus nu overleef ik het vast ook wel, dacht ik.

Om elf uur was er een dharma-toespraak1 van Jiun Hogen roshi, de zenmeester. Ze sprak over waarom we zen beoefenen: niet om voor de rest van je leven op een kussentje te zitten, maar om elk moment ten volste te leven. Ten volste leven: in mijn omgeving werd dat eerder gezegd tijdens een avond stevig drinken en uitgaan, dan op een rustige zaterdagochtend. Hoe leef je ten volste als alles wat je doet zitten, lopen en thee drinken is? Ik wist het niet.

Jiun roshi geeft persoonlijk onderhoud (dokusan)

Langzaam merkte ik tijdens de meditatie dat ik erg kwaad was. Huh? Kwaad? Ik? Maar het was zo: kwaad als iemand een fout maakte, of kuchte, of slikte, of luid ademde. Kwaad als ik tijdens de loopmeditatie achter iemand liep die zijn voet niet optilde wanneer ik vond dat dat moest. Kwaad op dit centrum, met al die gelovige mensen die de hele dag zinloos stilzitten, soetra’s opdreunen en rondjes lopen. Maar ook boos op mezelf als ik weer eens was afgeleid, of een fout maakte, of slikte. Jeetje… Was ik dit?

Aan de andere kant zag ik ook steeds meer dingen buiten mezelf. Tijdens het buiten lopen kon ik zien hoe mooi bloemen eigenlijk zijn. Ik werd overweldigd door het oneindige aantal grassprietjes in de landschapstuin, die allemaal glinsterden in de zon. Ik zag hoeveel verschillende soorten insecten, vogels, kikkers en mollen er buiten leven. Ik dacht: “Wat is die ruis eigenlijk?”, en hoorde toen de rijkdom van het geluid van de wind door duizend wapperende blaadjes.

Tijdens de dokusan (persoonlijk gesprek met de zenmeester) vertelde ik Jiun roshi over de woede waar ik mee zat. Het was spannend om bij haar te komen, maar ze was zo open en vriendelijk dat de woorden mijn mond vanzelf verlieten. Ze vertelde dat we naar beneden kijken in zazen zodat we ons niet teveel met anderen bezighouden. Ik realiseerde me dat ik natuurlijk niet de enige op de wereld ben die zich wel eens ergert aan een ander. Ze vroeg of ik nog vragen had – en die had ik – maar ergens wist ik: ik moet gewoon verder oefenen. Steeds weer uit de gedachte, de veroordeling, het klagen en het hopen stappen, en teruggaan naar de adem.

Zondagochtend was hetzelfde als zaterdagochtend, en ik begon er lekker in te komen! Gewoon zitten, lopen, thee drinken, schoonmaken… Maar het was al de laatste dag. Vrijdag vond ik de lengte van het weekend nog bedrukkend, maar nu had ik helemaal geen zin meer om terug te gaan naar Utrecht. Terug de drukte, de sleur en de gewoonte in. En die boosheid was nog steeds een raadsel. Waarom was ik steeds zo boos? Ik wist meteen: ik wil verder!

De autorit terug was wel tekenend voor wat er veranderd was. Ik zette gewoon een keer géén muziek op, en gebruikte eens een keer géén navigatie. Op de borden staat dus blijkbaar gewoon welke kant je op moet als je naar Utrecht wil! Verwonderd keek ik door de voorruit naar de wereld: overal blaadjes, bomen, grassprieten, vogels, mensen, huizen, auto’s, motors, motorrijders, water, wolken, asfalt, vangrails, gedachten, hectometerpaaltjes (élke honderd meter staat er weer eentje!), zon, mijn handen, de lucht, en bloemen. Van alles!

  1. Zie Vijf soorten zen ↩︎

Je bent al hier

Deze zomer volgde Jacky Limvers de voorjaarstraining op de Noorder Poort en bleef daarna nog een maand langer. In die periode deed ze ook mee aan een stilteretraite onder leiding van Ciska Matthes en Stef Lauwers. Zij komen al jaren op de Noorder Poort om sesshins te doen. Ciska is daarnaast ook mindfulness-trainer, yogalerares en verblijft regelmatig bij advaita-leraar Mooji in Portugal. Stef werkt als boeddhistisch geestelijk verzorger in een verpleeghuis. Een paar keer per jaar bieden ze eigen stilteretraites aan op de Noorder Poort, waarin meditatie wordt afgewisseld met onder meer yoga en qigong. Jacky Limvers schreef een impressie van deze voor haar nieuwe manier van oefenen.

Je bent al hier

door Jacky Limvers

We staan in een kring voor de ingang van de Noorder Poort. Stef heeft zojuist alle handpalmen gedesinfecteerd. We reiken elkaar de hand en in deze verbondenheid klinkt een veelkleurig, aanzwellend ‘Ohm’. Het is zes uur in de ochtend. Langzaam lopen we de Butenweg af, richting het zuiden. Af en toe staan we stil om aandachtig te kijken. Een zwerm kraaien, een veld. Twee nieuwsgierige paarden. Op een smal pad tussen weiland en bomen komt het lopen weer heel langzaam op gang. In navolging van Ciska gaan we allemaal als limbodansers onder de draad van een spin door.

We reciteren een maaltijdvers, in het Nederlands. Daarna wordt gezegd welke tafel als eerste naar het buffet kan gaan. De gewoonten, afgekeken van de Noorder Poort-bewoners, zitten er bij mij goed in. Snel opstaan, naar het buffet, opscheppen. Mijn twee tafelgenoten zijn veel langzamer dan ik. Ze sloffen achter me aan met hun dienbladen. Eenmaal aan tafel buig ik en begin. Pas later in de week krijg ik door dat ze ook naar elkaar en naar mij buigen voor ze beginnen met eten.

Het programma hangt op het bord. Aan de tijden wordt goed de hand gehouden, maar de invulling is niet altijd vooraf bekend. Het is een oefening in overgave, niet-weten. Toch krijg je precies op tijd de juiste informatie, bij voorbeeld als je je yogamat moet meenemen. Of je wandelschoenen moet aantrekken. Niet alles vooraf willen controleren, maar vertrouwen. Na een dag ben ik er helemaal ok mee. Het betekent ook dat er aanpassingen kunnen worden gedaan. Het is in die week een paar dagen behoorlijk heet. Stef begeleidt een bodyscan als de energie aan het eind van een middag erg laag is.

Op een warme middag gaan we ’s middags in de tuin zitten en liggen op dekens. Stef haalt een gitaar en er worden mantra’s gezongen. Wie wil kan de melodie gemakkelijk meezingen. De heldere stem van Ciska is een mooi houvast om de toon te houden. De eikenboom in de tuin hoort de namen van Sitaram, Ganesha en Krishna herhaaldelijk voorbij komen. Daarna luidt de etensbel en houden we een picknick.

Tijdens de meditatie in de zendo zitten we in een cirkel. Alle houdingen zijn toegestaan, maar bewegen wordt ontmoedigd. Af en toe gaat iemand liggen. Ciska geeft geleide meditaties, gaandeweg de week met minder woorden. Ze citeert soms uitspraken van Mooji. Ze nodigt ons uit ‘gewoon hier te zijn’. Op te merken wat zich aandient, gedachten, indrukken van de zintuigen. ‘Alles wat je kunt opmerken ben jij niet. Je bent alleen gewaarzijn’. Een van de deelnemers rapporteert later hoe bevrijdend ze het vond om ‘alle pogingen om te mediteren los te laten’. ‘Je bent al hier’: er is niets te bereiken, niets te doen. Het is als zen en toch ook niet helemaal. Het wordt stil van binnen.

Er is een werkperiode, daily cleaning, vaak onder begeleiding van de Noorder Poort-bewoners. Iemand wordt weggestuurd uit de keuken; de bel was nog niet geslagen. De instructies zijn helder en zonder poespas. Later vertellen deelnemers dat ze ook daar veel van geleerd hebben. Tijdens het werk komt Ciska langs om een bel te luiden. We stoppen dan even met werken om aandachtig te zijn.

Onder leiding van Stef doen we loopmeditatie. Een aantal gaat blootsvoets. Over de kinhinpaden, door de tuin, het dorre, stekelige gras. Op een avond rijdt buurman Klaas, die vaak op de Noorder Poort komt, voorbij op zijn brommer. Met een  brede armzwaai begroet hij ons uit de verte.

Elke ochtend doen we qigong. Na de koffiepauze hatha yoga. In de avond soms een yin yoga-les. Ciska is een begenadigd docent.  Een fijne afwisseling voor het lichaam, want we zitten ook veel. Yoga is soms ook een gelegenheid om even lol met elkaar te maken in een onmogelijke houding. We raken steeds meer met elkaar vertrouwd, zonder te spreken. Dankzij yin yoga is de slaap diep en ontspannen.

Op donderdagochtend wordt aangekondigd dat we die middag in de moestuin mogen werken, onder leiding van Noorder Poort-bewoner Modana. Een aantal deelnemers is daar zeer verrukt over. Mij bevalt het niet zo, tijdens mijn verblijf heb ik al de nodige lange uren in de tuin gewerkt. Het universum is me goed gezind: om half twee komt de regen met bakken uit de lucht… We gaan….mediteren!

Tijdens de afsluitende ronde delen we onze ervaringen. De openhartigheid van iedereen maakt indruk op me, worstelingen en inzichten worden toegelicht. Steun vinden door de andere deelnemer die verdriet heeft. Of door degene die rust en gelijkmoedigheid uitstraalt. Alles in stilte. Ik vertel over de zegen van het universum die ik heb ervaren doordat de regen het werken in de moestuin verhinderde. En excuseer me jegens degenen die dit mogelijk heel jammer vonden. Een andere deelnemer haakt in: dat was een gigantische domper voor haar geweest. Ciska had die middag onderhoud gehad en ontving eerst mij (blij) en toen de teleurgestelde deelnemer, die zeer boos was. Boeddha met het zongezicht, Boeddha met het maangezicht.

Het afscheid is hartelijk. Deelnemers zeggen onder de indruk te zijn van de gestructureerdheid van de Noorder Poort, dat gaf ze houvast. Ze loven de zorgzaamheid van de bewoners, hun aandacht en hun kookkunsten. Naar Ciska en Stef uiten we onze dankbaarheid voor de inspirerende begeleiding en de ontspannen sfeer. Het was een mooie, bijzondere week.

Op hetoogvandeorkaan.nl vind je meer informatie over het aanbod  van Ciska en Stef. Data voor programma’s op de Noorder Poort in 2023 zijn 10-12 maart; 15-17 september en aansluitend 17-22 september; 3-5 november.

Natuurretraite

Natuurretraite in tekeningen

door Moniek Meinders

In augustus deed Moniek Meinders mee aan de natuurretraite met Tenjo osho en maakte daar dit prachtige handgeschreven/getekende verslag van. Neem er de tijd voor – hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet.

Perfect

Perfect

Door Lilian Daishin van der Vaart (eerder gepubliceerd in haar blog eleftheria)

Afgelopen week was ik in Drenthe, op retraite in de Noorder Poort. Het was een kokoro, een retraite-vorm met ruime afwisseling tussen het stille zitten en zen-in-actie: werken, studeren, lopen, tekenen, schrijven – vul maar in. Dat geeft de gelegenheid om te oefenen met het bewaren van een meditatieve geest, ook als je actief bezig bent. Het was een mooie oefening voor het gewone dagelijkse leven. Het blijkt toch vaak moeilijk te zijn om die meditatieve geest te behouden omdat je al gauw weer in de waan van de dag wordt meegesleept. We vergeten vaak dat we telkens weer terug kunnen keren naar die meditatieve geest. Voor mij is dat steeds terugkeren waar het om gaat, meer nog dan dat ik continu in die meditatieve staat verkeer.

 

Ik had werk in de tuin, iets wat ik heel graag doe. De weersomstandigheden waren niet aldoor geweldig, maar tussen de miezerbuien door kon het ineens prachtig weer zijn. Fris was het ook, en het waaide meestal stevig. Bij het planten van bollen, een klusje dat aan mij was toegewezen, zat ik vol in de wind. Ik kon weer even goed voelen hoe ik daar als ‘meisje uit het Noord-Hollandse kustgebied’ van kan genieten. Het kan me een gevoel van kracht geven om in die wind te verkeren. Zolang ik er maar niet tegen in hoef te fietsen…

 

Omdat ik wat extra in de tuin wilde werken vroeg ik ‘chef tuin’ Ajit om aanvullende taken. Ik suggereerde zelf om de tuinpaden te wieden, want daar is altijd werk aan. Maar nee, hij had iets anders in petto: bladeren vegen. Het is een waardevolle zenoefening om niet te zeer verstrikt te raken in je voorkeuren en afkeuren of je opinies. En bij deze chef tuin had ik al ontdekt dat hij, als dat wel gebeurde, zeer raak kon reageren.

Ik ervoer de totale zinloosheid van een reactie als ‘wat is de zin van bladeren vegen als het zo hard waait?’. Ik moest denken aan de keren dat ik zelf tijdens weekend-retraites mensen in het pikdonker onkruid had laten wieden. En aan mijn blogpost over bladeren vegen. Die dag was het redelijk windstil geweest, maar op de dag dat de post verscheen waaide het hard, zeker aan de kust. Daar woont mijn zus, en toen zij het verhaaltje las, had ze dikke pret, want ze zag me al in windkracht 8 vegen aan bladeren die als een tornado om me heen zwierden. Welnu, het was geen windkracht 8, maar de wind was stevig genoeg om alles wat ik bij elkaar zou vegen deels weer weg te blazen. Aan de luwe zijde van het gebouw die Ajit me had aangewezen, viel het enigszins mee. Ik vond een manier om toch redelijk wat blad op te vegen zonder dat het meteen weer de hele tuin door joeg. Het vegen werd een spel tussen mij en de wind waar ik veel lol aan beleefde, evenals aan de gedachte wat de anderen zouden denken als ze me zo bezig zagen. Ik vroeg me af of Ajit zelf ook zo’n pret zou hebben om deze opdracht, en om het feit dat ik er braaf mee aan de gang ging.

Het was in de dagelijkse toespraak van zenmeester Jiun roshi onder andere gegaan over perfectionisme. Het ging over hoeveel mensen bezig lijken te zijn met het vooral toch maar goed te doen. Niet alleen maar goed, nee: perfect. Het ging erover dat dat perfectionisme wel steeds erger lijkt te worden. Ik vraag me wel eens af of de zenbeoefening juist perfectionisten aantrekt. Ik herken het perfectionisme ook in mezelf; en dan gaat het er niet alleen over of ik het goed of fout doe in de ogen van een ander, maar juist ook in mijn eigen ogen. Dankzij mijn zenbeoefening word ik met de jaren wel milder: minder ‘rechtspleging’ zoals Jiun roshi het noemde. Er is minder veroordeling, wat allemaal goed of fout is en beloond of bestraft moet worden. Maar de kiem zit er nog wel, en het is makkelijk om hem weer te voeden als ik niet oppas.

 

Al harkend op de keitjes-rand langs de zendo was het niet alleen de wind die mijn bladveeg-zen-in-actie probeerde te saboteren: de keitjes deden ook een duit in het zakje. Het bleek moeilijk kleinere blaadjes uit de ruimtes ertussen weg te krijgen. De woorden van Jiun roshi speelden door mijn hoofd. Wat een perfecte oefening had de tuin-chef me op deze dag gegeven. De ultieme oefening in niet-perfectionisme. Doen wat je doen kunt. Wanneer is het goed?

Familiesesshin

Familiesesshin 2018

Elk jaar in het weekend van Hemelvaart komen ouders en kinderen naar de Noorder Poort om samen te mediteren, te spelen en te praten. Tetsue roshi begeleidt de sesshin. Een kleine foto-impressie van de editie van dit jaar.

Schilderen in de familie-sesshin

Vrijdagmiddag was iedereen buiten aan het schilderen: elke familie beeldde één stukje uit van een verhaal dat eerst door de hele groep was verzonnen. Hieronder het resultaat.

Er werd gewerkt in de moestuin, geluierd in de hangmat, gezwommen met een ijsje toe, en koffie gedronken in de zon.

Ondertussen zorgde Daishin voor het eten.

 

Ouders en kinderen hadden van Tetsue roshi een thema meegekregen: hoe ga je om met wrijvingen in het gezin? Hoe bouw je een brug als het contact verloren dreigt te gaan? Elk gezin bedacht enkele gouden tips, die op zondagochtend werden uitgewisseld.

Nog een groepsfoto tot slot en dan: tot volgend jaar!