Het zenleven van Martine des Tombe

In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Martine des Tombe, 55 jaar, uit Diever. Ze is musicus en mediteert sinds 2011.

Het zenleven van Martine des Tombe

Martine des Tombe

Wat bracht je ertoe om zen te gaan beoefenen?

Dat is een lang verhaal, maar om het kort te vertellen: ten tijde van een instorting heeft een leidinggevende op mijn (toenmalige) werk me aangeraden om een boek van Eckhart Tolle te lezen. Ik verwachtte er niks van en had zelfs forse weerstand tegen ‘dat zweverige gedoe’. Toen ik een video van Tolle zag bleek er niks zweverigs aan te zijn en ik werd gegrepen door de manier van kijken naar je gedachten en je reacties op wat je dagelijks zoal tegenkomt. Die bewustwording heeft me enorm veel gebracht. Twee jaar later kreeg ik behoefte aan meer en deed ik een cursus mindfulness. Daarna wilde ik doorgaan met mediteren en heb ik een plek gezocht niet al te ver van mijn huis. Ik kwam terecht op de Weesperzijde bij Maurits Hogo Dienske en daar ben ik gebleven. Ik heb dus niet erg bewust voor zen gekozen, maar ik ben het tegengekomen en gebleven.

Waar en bij wie mediteer je?

Ik heb dus vijf jaar bij Maurits Hogo Dienske in Amsterdam gezeten, en sinds ik vorig jaar naar Diever ben verhuisd zit ik iedere maandagavond op de Noorder Poort. De avonden worden beurtelings geleid door Myoko Sint en Tozan Timmer.

De afgelopen jaren heb ik regelmatig sesshins, weekenden of werkweken gevolgd op de Noorder Poort. Toen ik naar Diever verhuisde dacht ik dat ik lekker vaak naar sesshins zou kunnen gaan, maar gek genoeg ben ik nog niet één keer geweest… Dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat ik geen oppas voor mijn oude hond heb, dus dat is een tijdelijk gegeven. Ik doe ook mee aan het Zenleven Thuistraject dat in maart gestart is bij de Noorder Poort.

Wie (of wat) beschouw je als je leraren?

Ja…wie of wat niet, zou ik bijna zeggen. Maar als ik denk aan menselijke leraren dan denk ik weer eerst aan Eckhart Tolle. Ik word nog steeds geraakt door de manier waarop hij over stilte praat, en door de humorvolle en voor mij herkenbare manier waarop hij ons geploeter kan beschrijven. Dan is er natuurlijk Maurits. Vijf jaar lang heb ik hem wekelijks horen praten, en ik mis zijn aanwezigheid en toespraken nog steeds. Gelukkig neemt de zengroep in Utrecht de toespraken van Maurits op en zet ze op hun website. Ik luister er graag naar. Op de Noorder Poort is het natuurlijk Jiun roshi, die ik door toeval nog maar weinig echt ontmoet heb als leraar, maar nu in het Zenleven Thuistraject wel regelmatig. En Tozan en Myoko natuurlijk.

Maar bovenal vind ik veel inspiratie in de natuur. Ik kijk naar een torretje en voel me verbonden. Het torretje doet wat het moet doen. Niet meer, niet minder. Tegenslag ondergaat het, maar het zal alles doen om weer verder te komen. Ongehinderd door gedachten over de gebeurtenis. Leerzaam.

Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?

Dit vind ik een hele moeilijke vraag. Ik ben er niet op die manier mee bezig geloof ik. Mijn hoofd werkt nogal associatief, en begrippen en rijtjes zoals er nogal wat zijn in het boeddhisme blijven niet gemakkelijk haken. Er zijn wel elementen die me bezighouden, zoals het zelf, of beter de afwezigheid ervan. Angstaanjagend en heerlijk tegelijk. Iets anders dat me fascineert is het ik en de ander of het ik en het ander.

Ik vroeg ooit aan Koshin, die toen op de Noorder Poort woonde: Koshin, wat doe jij als er een mug bij je komt in de zendo. Koshin zei: ik wens hem een goede maaltijd.

Maurits vertelde een keer: als je soms vervelende gedachten hebt over willekeurige mensen die je tegenkomt op straat, kun je innerlijk zeggen: ik wens je het allerbeste. Probeer het maar eens!

Hoe ziet jouw zenleven eruit? Hoe werkt je zenbeoefening door in je dagelijks leven?

Ik probeer dagelijks vijfentwintig minuten te zitten. Dat lukt niet altijd, maar ik streef ernaar. Ik heb een hoekje in mijn slaapkamer dat sinds een paar maanden ingericht is als meditatieplek. Dat bevalt heel goed. Daarnaast ga ik naar de maandagavondcursus op de Noorder Poort en doe ik dit jaar ook de Basiscursus van het Zenleven Thuistraject. Dat bevalt heel goed, al vind ik dat ik er meer aan zou kunnen doen. Op dit moment ben ik veel bezig met mijn moestuin en lees daar ook veel over. Ik ben ervan overtuigd dat de moestuin ook kan bijdragen aan mijn zenleven.

De ontwikkeling die ooit met Eckhart Tolle is begonnen gaat gewoon door. Soms gebeurt er tijden niks en dan is er plotseling een inzicht, een nieuw gevoel of juist een afwezigheid van iets waar ik eerder last van had. Het contact met mijn moeder is bijvoorbeeld veel beter geworden. Dat vind ik heel waardevol.

Het zenleven van Rudy Koetsier

In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Rudy Koetsier, 46 jaar, uit Zwolle. Hij werkt in de ICT en mediteert sinds 2000.

Het zenleven van Rudy Koetsier

Rudy Koetsier

Wat bracht je ertoe om zen te gaan beoefenen?

Ik had lang geleden, aan het eind van mijn tienerjaren, wel eens iets gelezen over zen. Het sprak me aan, al vind ik het moeilijk om te zeggen waar ik precies door geraakt werd. Toen ik net was terugverhuisd naar Zwolle, zag ik een aankondiging van een lezing over zen in het wijkcentrum van mijn nieuwe buurt. Dat vond ik een prima gelegenheid om dat wijkcentrum eens van binnen te zien én  iets meer over zen te horen. Die lezing werd gehouden door Ben Oosterman en het was eigenlijk een vrij kort verhaal, maar met de uitnodiging om eens op een dinsdagavond naar zijn meditatie-avond te komen. Dat heb ik dus gedaan.

Waar en bij wie mediteer je?

Ik heb dus altijd in de meditatiegroep in Zwolle gezeten, door alle wisselingen heen. Die werd eerst geleid door Ben Oosterman, en toen die overleed is de groep een tijdje geleid door Ans van Gurp met nog twee anderen, en de laatste vijf jaar door Myoshin Zeitler en Myoko Sint. Toen ik eraan begon had ik met mezelf afgesproken dat ik het tot de zomervakantie zou doen, maar aan het eind van de zomervakantie bleek ik het echt te missen en keek ik ernaar uit dat het weer zou beginnen. Dat is denk ik de reden dat je het volhoudt, dat je merkt dat je het mist als je het niet doet. Al is het moeilijk uit te leggen wat ik dan mis. Het is in elk geval fijn om in een groep te mediteren; het kan ook in je eentje maar in een groep is echt fijner.

Wie (of wat) beschouw je als je leraren?

Er zijn wel mensen die ik als voorbeeld beschouw, en één daarvan is zeker mijn vader. Dat is een man die heel rustig en evenwichtig is, alles van alle kanten bekijkt. Een ander voorbeeld? Dat vind ik moeilijk, hoor. Ik zoek het niet in andere mensen en heb dus ook eigenlijk geen leraren nodig.

Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?

Dat vind ik ook een moeilijke vraag. Compassie vind ik een mooi begrip; dat zou ik ook zeker willen ontwikkelen.

Hoe ziet jouw zenleven eruit? Hoe werkt je zen-beoefening door in je dagelijks leven?

Die meditatie-avond is voor mij altijd een moment waarop ik tot rust kan komen. Ook brengt het me ertoe om wat meer van een afstand naar mijn reacties te kijken en die soms bij te sturen. Bijvoorbeeld als ik in de file sta. Dan kan ik even kwaad worden op al die andere mensen die me in de weg staan, maar dan zie ik meteen hoe onzinnig dat is: zij staan óók in de file, net als ik. En dan verdwijnt die kwaadheid en kan ik verder rustig in mijn auto zitten tot ik weer verder kan.

Een mooie ‘challenge’

Still uit documentaire Prison pioneers van Ulrike Helmer

Still uit documentaire Prison pioneers van Ulrike Helmer

Een mooie  ‘challenge’

Sinds 1 januari 2018 is iemand van onze sangha, Nelleke van Zessen, aangesteld als hoofd boeddhistische geestelijke verzorging bij de Dienst Justitiële Inrichtingen. Een ‘beroepsboeddhist’ bij het ministerie van Justitie. Jacky Limvers sprak met haar.

Hoe is dat zo gekomen?

Ik ben zeven jaar geleden begonnen met werken als boeddhistisch geestelijk verzorger in overheidsdienst. We werkten in de gevangenis, voerden gesprekken met gedetineerden en begeleidden mindfulness- en meditatiegroepen. Daarvoor waren er wel freelance boeddhistisch geestelijk verzorgers bij de overheid geweest, maar in 2011 begonnen we officieel. De tijdelijke erkenning van de overheid van de BUN als zendende instantie werd verlengd en een aantal jaren later in een definitieve erkenningsovereenkomst omgezet. Er was in die beginjaren veel ruimte om ons aanbod te ontwikkelen, want hoe word je boeddhistisch geestelijk verzorger? Nu, je wordt het eigenlijk pas als je het bent. Geldt ook voor moederschap, denk ik, ook voor ministers.[1]
 
Mijn voormalige leidinggevende, Varamitra, heeft mij van het begin af aan beleidstaken gegeven, ook omdat tijdens de sollicitatieprocedure duidelijk was geworden dat ik daar geschikt voor was.
 
Ergens een paar jaar geleden zei Varamitra: denken jullie wel eens over mijn opvolging,  laten we dat onderwerp op de agenda zetten. En toen hebben we er in intervisie serieus over gesproken, en ik kwam toen bovendrijven, bij de anderen en ook bij mezelf… maar zonder al te veel enthousiasme. Ik dacht ‘nou, het lijkt erop dat ik da t moet zijn’… en toen dat een of twee jaar later echt aan de orde kwam, toen dacht ik hetzelfde: ‘ik moet dat zijn’, maar nu met  meer enthousiasme, gewoon omdat ik  ouder was geworden en  meer had meegemaakt in mijn leven. Ik dacht ja, ik wil  die positie wel durven innemen. Toen was ik er nog niet. Er volgde nog een uitgebreide sollicitatieprocedure en inwerkperiode. Maar op 1 januari 2018 was het dan zover.
 
Van Varamitra heb ik geleerd: ‘Walk your talk’, - oftewel: zeg het niet alleen met woorden, maar laat het ook zien met daden, wees, kortom, een voorbeeld. Hoe ziet boeddhistische beoefening eruit in je werk, in je sociale relaties, in onderhandelingen, in samenwerken, in conflict, in ambitie, in teleurstelling. Kortom, wat kan het gezicht van boeddhisme zijn in de wereld van vandaag, 2018, Nederland. Hoe kunnen we een bijdrage leveren aan het opheffen van lijden, precies daar waar het lijden het grootst is. In de gevangenis ja, maar ook op de werkvloer, in gezinnen. Hij is voor mij, en de andere boeddhistisch geestelijk verzorgers een groot inspirator.

Je bent nu hoofd boeddhistische geestelijke verzorging bij Justitie. Wat is het doel van de functie?

In feite gaat het over het organiseren en mogelijk maken van boeddhistische geestelijke verzorging in de gevangenis en andere justitiële inrichtingen. Dat betekent leiding geven aan de boeddhistisch geestelijk verzorgers in het veld, dus je hebt te maken met functioneren, opleidingswensen, ziekte. Ik ben de eerst aanspreekbare. Ik maak ook deel uit van een managementteam met andere denominaties (moslim, protestant, RK, humanistisch,...), en met elkaar zijn we verantwoordelijk voor alle geestelijke verzorging in de gevangenissen. Dus je bent er voor je eigen club, maar ook voor het geheel. Als boeddhistisch geestelijk verzorger moet je kennis hebben van boeddhisme, maatschappelijk middenveld, de achterban. Je moet op het religieuze vlak je expertise kunnen inbrengen. Varamitra heeft ook de opdracht uitgevoerd om een opleiding Boeddhistische Geestelijke Verzorging  te starten. Nu is het mijn taak om contact te behouden met de opleiding en af te stemmen. Je bent ook een belangenbehartiger. Als er geen hoofd boeddhistische geestelijke verzorging was, zou er ook niet lang boeddhistische geestelijke verzorging zijn in de gevangenissen. Je moet er ook voor zorgen dat het vak blijft en mogelijkheden voor groei en ontwikkeling weten te vinden. Op dit moment zijn er in het veld 9 werkzaam, maar deeltijders. Totaal 4,5 fte.[2]

Nelleke van Zessen

Nelleke van Zessen

Voor een indruk van het werk van boeddhistisch geestelijk verzorgers in de gevangenis zie de documentaire Prison Pioneers van Ulrike Helmer:

 

Achter de hoge muren van de gevangenis komt elke maandag een groep gedetineerden bij elkaar voor een cursus mindfulness. Wat is de impact van mindfulness en meditatie op gevangenen?

 

In deze documentaire is Nelleke te zien in haar vorige functie.

En als je dat vergelijkt met je protestantse collega’s?

Zij hebben rond de 25 fte, net als de andere ‘groten’: islamitisch, rooms katholiek en humanistisch. Zij hebben 90% met elkaar, de rest 10%. Dat zijn dan boeddhisten, hindoes en Joden.

En jullie zijn allemaal wel gelijkelijk vertegenwoordigd in de Dienst, met elk 1 hoofd?

Ja, dat is een interessante vraag, want dat is net veranderd. Vroeger had het hoofd van de kleinere denominaties ook heel weinig uren, maar moest wel ook al die dingen doen: aansturen, vergaderingen, afstemmen met de opleiding. Dus er is een wijziging geweest waar is gezegd: elk hoofd krijgt in elk geval 0,56 fte. En op basis van het aantal mensen aan wie je leiding geeft wordt dat dan aangevuld. Ik ben de eerste die dat heeft, omdat ik net in dienst ben gekomen.

Het lijkt me qua werkomgeving een verschil van dag en nacht, gevangenis of ministerie. Klopt dat?

Het klopt wel, maar het is toch ook hetzelfde klimaat, hetzelfde ministerie. Onlosmakelijk verbonden met repressie en onvrijheid. Er is een bredere ontwikkeling in organisaties gaande dat er steeds minder op vertrouwen en steeds meer op controle wordt gestuurd. En zeker als overheidsambtenaren merken we dat. Voor een deel begrijp ik dat goed. We zijn ons er altijd van bewust dat we in overheidsdienst zijn en dat we publiek geld uitgeven, en dat we dat moeten kunnen verantwoorden. Dat we er hard voor moeten werken. Maar ik zie ook dat het soms wel een graadje minder kan, dat het doorgeslagen is. In ons departement, Justitie en Veiligheid, is die spanning heel voelbaar, omdat wij direct ‘op die gevangenen’ zitten. Als er zoiets gebeurt als met Anne Faber: je hebt geen idee hoe de Dienst Justitiële Inrichtingen dan onder druk staat, wat er dan gebeurt. Dan moeten ze omgaan met die hele publieke opinie die alleen maar zegt: Wat hebben ze fout gedaan bij Justitie?

Kun je een top drie noemen van wat jullie hebben gedaan?

Het contact met gedetineerden door alle muren en gedoe heen. Om daar alleen al te komen, bij de gevangenen. Daar slagen we uiteindelijk heel vaak in. In de loop van de tijd hebben we wel duizenden gedetineerden meditatie geleerd, in terugkerende bijeenkomsten. We hebben ze geleerd wat een sangha is, wat vrijheid in gevangenschap is, al is het maar alleen voor die momenten.

Kun je iets zeggen over sangha in de gevangenis?

Ik noem het nu bewust sangha, want het is groter dan de meditatiebijeenkomsten… maar ook weer niet. De gevangenissen zijn groot en de mensen zitten op hele verschillende afdelingen. Ze komen mediteren en kunnen elkaar vervolgens nooit meer zien, maar het effect van dat je met tien, twaalf, veertien, zestien man samen mediteert, dan heb je een sangha. En dat wordt ook zo ervaren. En ik gebruik dat woord weinig, maar het is er wel, denk ik.

Bij de Dienst Justitiële Inrichtingen: Wat is de impact van een boeddhist bij al die denominaties?

Lastige vraag… omdat we er nog niet zo lang zitten. Omdat we in een periode zitten waarin net een nieuwe onderlinge verdeling tot stand is gekomen, dat geeft ontzettend veel verandering. Wij zijn achteruit gegaan, anderen zijn gegroeid. De positionering t.o.v. elkaar is dus volledig in beweging. Dat stof is nog niet neergedaald. Dus we proberen daar nu met elkaar een weg in te vinden. Voor ons betekent het dat we als boeddhistisch geestelijk verzorger binnen Justitie niet zonder meer verder kunnen groeien en ons ontwikkelen. Dat dwingt ons om onze vleugels uit te slaan en andere gebieden – zorg, psychiatrie, defensie, ziekenhuis, nazorg ex-gedetineerden etc. – te verkennen. Anders geformuleerd betekent het dat het nu tijd is geworden, ik zou zeggen de hoogste tijd, om boeddhistische geestelijke verzorging – met onze expertise, onze opleiding aan de VU, onze mensen en onze ervaring – in het bredere maatschappelijk middenveld in te gaan zetten. De dharma dichter bij mensen brengen, mensen die vaak ernstig lijden, die de dharma het hardste nodig hebben. Dat is een mooie challenge.

[1]Formele eis om boeddhistisch geestelijk verzorger bij Justitie te worden is de afgeronde universitaire studie boeddhistische geestelijke verzorging gevolgd door de post-academische ambtsopleiding boeddhistische geestelijke verzorging, beide aan de VU. Daarnaast is zending door de Boeddhistisch Zendende Instantie vereist. Deze is dochter van de Boeddhistische Unie Nederland (BUN)

[2]Fte = full time equivalent. Bijvoorbeeld: 10 fte betekent tien volledige banen, die dus over meer mensen verdeeld kunnen worden.

Het zenleven van Cees de Wit

In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Cees de Wit, 75, wonend in Heerenveen, werkzaam als vrijwilliger op de Noorder Poort als hoofd van de Technische Dienst. Hij oefent al meer dan dertig jaar zen.
De opzet is overgenomen van het blad Zensor, een uitgave van Zencentrum Amsterdam.

Het zenleven van Cees de Wit

Cees de WitWat bracht je ertoe om Zen te gaan oefenen?

Als jongeman, pas getrouwd, was ik lid van de Theosofische vereniging in Leeuwarden. We lazen meestal teksten die we dan op besloten bijeenkomsten met elkaar bespraken. Ook waren er openbare bijeenkomsten waarvoor interessante sprekers werd uitgenodigd. Al met al waren het interessante en inspirerende bijeenkomsten, maar voor mij bleef het te veel steken op het mentale vlak. Ik had niet het gevoel dat ik zelf groeide of wijzer werd.

 

In 1973 kreeg ik werk in Heerenveen. Daar zag ik in het tijdschrift Bress Planet een advertentie van de Theresia-hoeve in Langenboom, over een zen-retraite van vier dagen. Ik had denk ik wel eens wat over zen gelezen en afbeeldingen gezien hoe je moet zitten enz. Ik heb me toen voor deze retraite opgegeven.

Om van Heerenveen naar Langenboom te komen was nog een probleem, ik had nog geen auto, en openbaar vervoer vond ik te duur. Ik ben er toen op de fiets naartoe gegaan. Nou, dat heb ik geweten: zo’n 190 km, en ongetraind. De heenweg heb ik in twee etappes gedaan en de terugweg in één keer.

 

Ik had geen zen-ervaring, maar ik had gezien dat je met gekruiste benen (volle lotushouding) moest zitten. Dat heb ik dan ook vier dagen gedaan. Ik denk dat ik zo’n beetje de enige was. Na afloop had ik blauwe enkels.

 

Ondanks deze pijnlijke kennismaking bracht het ook iets wat zich niet zo gemakkelijk laat benoemen, maar wat voor mij nog steeds een drijfveer is om met zen bezig te zijn. De inzichten die het geeft ontstaan vaak via een onverwachte omweg en zijn voor mij van praktische toepassing in het dagelijks leven. Ik heb er bijvoorbeeld van geleerd om wat dieper te kijken voor ik ergens een besluit over neem. En ik kan ook veel beter naar mensen luisteren, omdat ik veel minder aan mijn eigen visie hecht. Door zen is dat soort dingen bij mij in de loop der jaren op een natuurlijke wijze gegroeid.

Waar en bij wie mediteer je?

Ik mediteer nu op de Noorder Poort, waar ik ook vrijwilliger ben bij de technische dienst. Eerst onder leiding van Prabhasa Dharma zenji, en na haar overlijden onder leiding van Jiun Hogen roshi.

Wie (of wat) beschouw je als je leraren?

Hen beschouw ik nog steeds als mijn leraren, en verder is elke ontmoeting voor mij een leermoment.

Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?

Metta of maitri (liefdevolle vriendelijkheid) spreekt mij het meeste aan. In alle oprechtheid toegepast neemt het de tegenstellingen tussen mij en de ander of het andere weg.

Hoe ziet jouw zenleven er uit?

Mijn zen-leven is mijn dagelijkse leven.

Een paar keer per jaar doe ik een sesshin onder leiding van Jiun roshi. In 1990 heb ik de boeddhistische geloftes gekregen van Prabhasa Dharma zenji. Mijn boeddhistische naam werd toen Dharma Pala, wat Beschermer van de waarheid betekent. Dat zie ik nog steeds als een opdracht.

Verder beoefen ik ook Kyudo, een traditionele Japanse vorm van boogschieten die je ook als een oefening in aandacht kunt zien. Maar zen, het zitten in meditatie, gaat voor mij toch veel dieper. Door zen heb ik zicht gekregen op wat er aan gedachten en emoties in me omgaat.

 

Ik ben nu 75 jaar oud, en ik ben blij dat ik nog steeds oog heb voor de vele mooie dingen die ik op mijn pad tegenkom.

Cees demonstreert Kyudo

Cees demonstreert Kyudo

Wil je ook voor deze rubriek geïnterviewd worden? Stuur een mail aan redactie@zenleven.nl.

De zenweg van Ale Assies

De zenweg van Ale Assies

 

Zen beoefenaar Ale AssiesIn het voorjaar van 2014 ben ik met zen begonnen en al snel was ik gegrepen door de leer van de Boeddha. Samen met een goede vriend ben ik begonnen bij de maandaggroep in Utrecht, bij Maurits Hogo Dienske. In het begin genoot ik vooral van de stilte en de harmonie in zo’n groep, ondanks dat ik nog niet veel wist van zen. Het mooie van zen is ook dat je er niets voor hoeft te leren. Je bent stil en je merkt vanzelf wat er gebeurt.

 

In de groep zijn ook soms studieavonden over het boeddhisme. De eerste waren voor mij best pittig, lastig, al die abstracte termen. Pas toen ik er na een jaar meer over ging lezen, begonnen zaken op hun plaats te vallen. Ik ben begonnen met wat romans over zen, daarna stapte ik over op boeken over zen, zoals het boek dat mijn leraar Maurits heeft geschreven. Op dit moment ben ik bezig met de soetra’s [1] zoals de  hartsoetra  en de Satipatthana. Door wat te lezen en te luisteren snap je steeds beter wat de leer is, maar je snapt ook steeds beter dat de leer met de geest begrijpen iets anders is dan hem ook echt toepassen. Om te beginnen met alles los laten.

 

Mediteren is nu iets wat ik op veel plekken doe, thuis, op vakantie, in de sangha en op de  Noorder Poort. Op de Noorder Poort ben ik nu twee weekenden geweest en dat heeft mij geholpen om ook langere tijd te gaan zitten. Langdurig zitten in een omgeving waar je geconfronteerd wordt met je eigen gedachten en emoties. De omgeving en de gebruiken zorgen ervoor dat je volledig kan focussen op je eigen meditatie. Alles gebeurt er met aandacht, zelfs het fruit is precies goed. De warmte van de sangha doet de rest.

 

Mijn handvaten voor het dagelijks leven zijn de vier edele waarheden en het achtvoudig pad[2]. Door altijd goed naar je eigen gedrag te kijken zie je dat veel lijden door jezelf wordt veroorzaakt. Dit inzicht kan je helpen het lijden te beëindigen. Mettameditatie helpt je minder te oordelen en meer open te staan voor anderen. Al die zaken helpen je bij je meditatie. Zit, laat los en wees stil.

 

[1] Soetra’s zijn leerredes van de Boeddha. De hartsoetra is een korte maar voor zen heel belangrijke tekst; de Satipatthana-soetra gaat over het beoefenen van aandacht: het is de tekst waarop de mindfulness-techniek is gebaseerd.

[2] Dit zijn belangrijke elementen uit de Boeddhistische leer. Wie meer wil weten, kan bijvoorbeeld het boek Het hart van Boeddha’s leer van Thich Nhat Hanh lezen.

 

Rubriek: het zenleven van

In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Tanja Wijgerde, 42, bestuurskundige, eerder eigenaar van een bedrijf dat mensen naar werk toe leidde, nu fulltime moeder van een kindje van bijna twee jaar en een baby van zeven maanden. Ze woont in Zwolle en beoefent sinds tien maanden zen.
De opzet is overgenomen van het blad Zensor, een uitgave van Zencentrum Amsterdam.

Het zenleven van Tanja Wijgerde

Tanja Wijgerde

Wat bracht je ertoe om Zen te gaan oefenen?

Eigenlijk was ik altijd al in spiritualiteit geïnteresseerd. Al heel jong besefte ik dat er meer is dan je met je zintuigen kunt waarnemen. Ik had een vriend die, toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, opende met: “Geloof je in God”? Ik antwoordde: “Niet in een god buiten ons, maar wel in een goddelijke vonk in ons”, en daarmee vonden we elkaar. Door die vriendschap ben ik heel erg aan het denken gezet en ook aan het lezen over allerlei spirituele stromingen: Madame Blavatsky, Boeddhisme, Rozenkruisers…. Op mijn 27e heb ik me bij die laatsten aangesloten. Maar op den duur vond ik ze te dogmatisch: wat in de boeken van de grondleggers staat geldt als dé waarheid. Maar ook toen ik geen lid meer was, bleef ik er wel mee bezig; ik neem bijvoorbeeld nog steeds ’s avonds de dag door, en vraag me dan af waarom ik deed wat ik deed en dacht wat ik dacht. Zo leer ik mezelf steeds beter kennen.
Wat me heel erg ging aanspreken in het Boeddhisme, is dat je iets pas als waarheid aanvaardt als je het zelf hebt onderzocht, zelf hebt ervaren. Maar ondanks dat ik er wel met mensen in mijn omgeving over kan praten, miste ik diepgang; ik kreeg behoefte aan een weg om te volgen. Ik heb toen gereageerd op een advertentie in de krant waar een introductiecursus zen werd aangeboden.

Waar en bij wie mediteer je?

Ik heb in januari de introductiecursus in Zwolle gedaan en mediteer daar nu in de groep die wordt begeleid door Myoko Sint en Myoshin Zeitler. Ik ga daar zeker mee door, maar zoek ook verdieping; ik heb me nu opgegeven voor een zenweekend op de Noorder Poort en ben van plan daar ook vaker naar toe te gaan. Met twee zulke kleine kinderen zal dat soms lastig zijn, maar die mogelijkheden komen er vast.

Wie (of wat) beschouw je als je leraren?

Ik zou graag een leraar hebben, iemand die me helpt de weg te gaan. Bij wie ik met mijn vragen terecht kan. Dat zal zich de komende tijd wel ontwikkelen. Verder zie ik het leven zelf ook als een schoolklas, je ontmoet dingen die leerstof zijn, die je voor de vraag stellen: hoe ga ik hiermee om? Ik heb een paar jaar geleden een moeilijke tijd gehad, maar juist daarvan heb ik ook veel geleerd. Ik voel nu vaak dat, waar ter wereld ik ook word neergezet, ik de situatie aan zal kunnen. En ik ben niet meer afhankelijk van het oordeel van andere mensen.
Iets anders: ik houd er heel erg van om heel hoog in de bergen te wandelen, op plekken waar geen mensen komen. Op die wandelingen heb ik echt contact ervaren met de bergen, en dat bedoel ik zo letterlijk als ik het zeg. Op zulke momenten ben ik één met de berg, dan valt alles weg. Dát is echt leven.

Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?

Ik heb nog maar weinig boeken gelezen over het boeddhisme. Een boek dat ik mooi vond, is Het Hart van Boeddha’s Leer van Thich Nhat Hanh, en wat me daarin vooral aansprak is zijn uitleg over het functioneren van de geest: dat er zaden in je opslagbewustzijn aanwezig zijn en dat je zó wilt leven dat je de heilzame zaden, die je verder helpen in je ontwikkeling, zo goed mogelijk verzorgt en de onheilzame zaden laat verkommeren.

Hoe ziet jouw zenleven er uit?

Door mijn twee kindjes kan ik wat minder mediteren dan ik zou willen. Wel probeer ik oplettend te zijn in alles wat ik doe en onderzoek ik hoe ik denk en handel. Ik probeer ook mensen te zien zoals ze echt zijn, en niet meteen een groot oordeel over ze te hebben, negatief noch positief. Ieder mens heeft bepaalde bagage en reageert van daaruit. Ik merk dat als ik daar open voor sta, de oordelen die eerder opkwamen wegvallen. Maar dat lukt lang niet altijd.

Aanvuling 2022: Inmiddels is Tanja een andere spirituele weg ingeslagen, zie retraitesalland.nl

Rubriek: het zenleven van …

Deze rubriek portretteert aan de hand van vijf vaste vragen iemand die op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen mediteert. Dit keer René Kres, 32, ondernemer in duurzame energie, woont in Rotterdam, oefent zen sinds 1998.
De opzet is overgenomen van het blad Zensor, een uitgave van Zencentrum Amsterdam.

 

Het zenleven van René Kres

ReneKresWat bracht je er toe om zen te gaan oefenen?
De ouders van mijn beste vriend op de middelbare school hadden thuis een zendo en beoefenden ook Japanse bloemschikkunst. Ik was meteen gefascineerd. Via hen kwam ik op de Noorder Poort terecht, eerst alleen of met mijn vriend, later ook jaarlijks met andere leerlingen van mijn school (de Kees Boekeschool). Na de middelbare school ben ik zes jaar leerling geweest van een kung fu- meester en studeerde ik tegelijkertijd sinologie. Toen ik daar wegging (ik was toen 25) heb ik de zentraining weer opgepakt. Sinds een jaar of drie komt daar steeds meer diepgang in. Ik ga steeds serieuzer mediteren; ik zit nu ook thuis en doe  intensieve retraites op de Noorder Poort.

Waar en bij wie mediteer je?

Ik zit in de wekelijkse groep in Rotterdam die is verbonden met de Noorder Poort, nu geleid door Maarten Vermeulen.  Verder werk ik één weekend in de maand op de Noorder Poort als vrijwilliger in de moestuin. Dat is meteen ook een weekend stilte en zenoefening. Daarnaast probeer ik elk jaar twee dai-sesshins (zevendaagse retraites) te doen.

Wie (of wat) beschouw je als je leraren?

Ik beschouw Jiun roshi als mijn meester en doe ook alleen sesshins bij haar. Al leer ik natuurlijk ook van anderen, als ik op de Noorder Poort ben bijvoorbeeld van de bewoners. Maar zij zijn niet mijn leraren, dat is Jiun roshi.

Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?

Ik heb daar verschillende antwoorden op. Ik ben in mijn meditatie nu aan het oefenen met de hartsoetra. Jarenlang heb ik die tekst steeds gereciteerd zonder er verder veel aandacht aan te besteden, maar opeens ging het leven.  In zen trekt me verder vooral het stille, het woordloze, het mystieke. Plus het feit dat daar een concrete oefening aan is verbonden waarin zowel lichaam als geest belangrijk zijn. Daarnaast houd ik van de strenge vorm van zen. Voor mij is de Noorder Poort daardoor een plek waar ik serieus kan oefenen. Ik hoef niet in een kring met andere mensen spirituele liedjes te zingen: dat is heel gezellig, maar  gezelligheid heb ik al genoeg in mijn leven.

Hoe ziet jouw zenleven er uit?

Ik probeer steeds meer te leven vanuit het Boeddhisme. Vooral het oefenen met compassie, voor mezelf én voor anderen, beïnvloedt echt mijn leven. In de meditatie probeer ik alles te verwelkomen wat er in me opkomt, zonder veroordeling. Dat vind ik een fijne manier van oefenen. En het heeft ook effect. Als ik bijvoorbeeld ruzie krijg met mijn vriendin, dan trek ik me nu als het ware even in mezelf terug om te onderzoeken wat ik nou eigenlijk voel, wat de oorsprong is. Die zou ik zonder meditatie niet op het spoor komen. Gevolg is dat ik niet zo snel in een neerwaartse spiraal van emoties terecht kom. Als het toch misgaat, treed ik ook dat met compassie tegemoet. Want het gaat ook wel eens mis; het blijft oefenen.