Thich Nhat Hanh

Thich Nhat Hanh

Door Mariëtte Oostindiën

Terwijl ik zat te kijken naar het NOS journaal, was daar plotseling het bericht dat Thich Nhat Hanh was overleden. 22 januari. Ach… Het bracht hem weer zo dichtbij.

Toen we twee dagen later online bijeenkwamen met onze meditatiegroep, werd er stilgestaan bij zijn overlijden. Ik heb daar toen iets van mijn persoonlijke ervaring met Thich Nhat Hanh kunnen delen. Na afloop werd me gevraagd een en ander op papier te zetten voor ZenLeven. Hier is het.

Het is al heel lang geleden dat ik zijn boeken begon te lezen, aanvankelijk vooral  gemakkelijk aansprekende boeken, over mindfulness, omgaan met boosheid, met angst, met woede. Als troostrijk, wijs en mild heb ik ze ervaren. Maar het moment dat de persoon Thich Nhat Hanh zelf echt tot me doordrong kwam pas vele jaren later. Ik kan me dat als de dag van gisteren herinneren.

Het moet in 2008 zijn geweest: een documentaire op t.v. over het bezoek van Thich Nhat Hanh aan Vietnam. Toen hij daar voor het eerst na zijn verbanning weer naar toe kon. Het kwam direct bij mij binnen: hoe hij keek, sprak, liep, boog, een wierookstokje aanstak… “Dit is het, hier gaat het dus om!” schoot door me heen, tranen sprongen in mijn ogen. Ademloos en ontroerd heb ik gekeken en direct daarna de DVD besteld. En ik wilde naar hem toe. Ik móest naar hem toe…

Dat wilde ik echter niet doen zonder eerst Jiun roshi erin te kennen. Ik wilde het ook echt graag aan haar vertellen. En ik bleek mijn geraaktheid met haar te kunnen delen, voelde me volkomen begrepen. “Hij is een fantastische leraar,” zei ze, maar ik moest er wel rekening mee houden dat het heel anders zou zijn dan ‘bij ons”. Dat het heel massaal zou zijn. En dat bleek maar al te waar.

Ervoor naar Frankrijk hoefde ik niet: Thich Nath Hanh kwam toen nog jaarlijks naar Nederland voor een retraite. In mei 2009 was er een op Papendal. Op de eerste dag arriveerde ik er ‘s ochtends nog vóór de officiële inschrijving met mijn tentje. ‘Mooi op tijd,’ dacht ik, ’om een goed plekje te zoeken’. Helemaal misgerekend. Het stond er al helemaal vol met campers en caravans en achter het hotel wemelde het van de tenten en tentjes in alle soorten en maten, heel dicht op elkaar. Massaal… ik was gewaarschuwd, maar zó had ik het me toch niet voorgesteld. Het aantal deelnemers ben ik vergeten, het waren er honderden. We aten in  diverse shifts en de dagelijkse meditatie vond plaats in een enorme sporthal, ieder op zijn zelf meegebrachte kussentje of bankje. Echt veel werd er trouwens niet ‘gezeten’, zeker niet in vergelijking met een retraite op de Noorder Poort.

Het programma bleek gevarieerd: naast de meditaties waren er onder meer lezingen en voordrachten, en diverse ontspanningsoefeningen. En belangrijk: dagelijkse uitwisseling in een vaste kleine groep. Verder: loop- of wandelmeditatie buiten.

Vooral aan dat laatste denk ik nog vaak terug. Het was een tamelijk informeel gebeuren: gewoon een grote stoet mensen die zich zwijgend aandachtig voortbewoog: Thay (zoals zijn leerlingen hem plegen te noemen) voorop, vaak met een kind aan de hand en omringd door meerdere getrouwen. Ik zorgde ervoor ook altijd een beetje in de voorste gelederen te lopen. Het was… gewoon lopen. Maar gaandeweg was het net of alles in en om me heen verzachtte. Als vanzelf raakte ik geleidelijk aan verbonden met de aarde, het gras, de mensen, de bomen… alles leefde. Soms stopten we en dan ging Thay (met enige schroom ben ik hem voor mezelf zo gaan noemen) onder een boom zitten en vroeg ons dichterbij te komen, waarna we liedjes gingen zingen. Eenvoudige liedjes die je gemakkelijk bijbleven. En na een poosje gingen we dan weer verder.

Op een ochtend werd er na de meditatie een tekst voorgelezen die ik als volkomen ongepast heb ervaren. Ik raakte er zo door van mijn stuk dat ik buitengewoon kwaad werd. Zó woedend was ik, dat ik niet meer kon of wilde ontbijten en … maar ben gaan lopen. In de voetstappen van Thay. Het werkte , het werkte wonderwel: gaandeweg verzachtte het, verzachtte ík, en kwamen de tranen. Ik zat niet meer vast: woede begon plaats te maken voor verdriet. En tenslotte begréép ik ook mijn geraaktheid, en vond ik die eigenlijk heel acceptabel, er zat ook liefde in.

Héél veel later, nu een paar jaar geleden, gebeurde er iets onverwachts. Ik was inmiddels met een thuistraject begonnen, wat met ups en downs gepaard ging. Er was een periode dat ik me somber voelde, het leven zwaar vond en me er al vechtend en worstelend doorheen probeerde te slaan. Wat niet hielp. Mediteren ook niet. Toen kreeg ik het advies te gaan lopen. Het leek zo’n beetje het laatste wat ik nog kon doen.

Daar ga ik dan: in een bosje vlakbij, op het fietspaadje langs een zandpad. Ik zet mijn voeten neer en zoek het ritme zoals ik me dat herinner, rustig ademend, stap voor stap voor stap… Dan, compleet onverwacht, loopt Thay ineens achter me, linksachter. Duidelijk voel ik zijn aanwezigheid, begripvol, steunend, troostrijk…En gaandeweg, linkervoet…, rechtervoet… komt mijn omgeving tot leven. Ik kijk omhoog naar de oude kale beuken en eiken, zie de kracht, er is al leven bespeurbaar, er is hoop. Ook in mij begint het voorzichtig weer een beetje te leven. Ik doe weer mee, ik ben zó dankbaar.

Thay zo dichtbij…

Nu hij overleden is, gebeurt er weer iets wonderlijks. En niet alleen bij mij. Hij lijkt helemaal niet ‘vertrokken’, hij is juist meer dan ooit aanwezig. Niet alleen voor mij: veel mensen blijken dat zo te ervaren, hoor ik nog steeds.

En dan lees ik deze uitspraak:

“Ook al hebben we elkaar nooit persoonlijk ontmoet, als je inademt en vrede ervaart terwijl je inademt, dan ben ik bij je.”

Ja…

De rode draad van de kok

Sinds ruim twee jaar is Daiten de tenzo, de hoofdkok op de Noorder Poort. Zijn gewone naam is Robert Jan Raaman. De naam Daiten heeft hij gekregen toen hij de geloften nam in Zenriver, waar hij drie jaar heeft getraind. In januari van dit jaar is de keuken verbouwd. Die is nu twee keer zo groot geworden. Een mooie aanleiding dus ook om eens met de kok te gaan praten.

De rode draad van de kok

Interview van Ardan Timmer met Daiten (Robert Jan Raaman)

Is zen of spiritualiteit belangrijk in je leven?

Nou, dat ligt eraan wat je onder zen verstaat. Voor mij is de Japanse traditie, hoewel ik het waardeer,  eigenlijk meer een sta-in-de-weg geworden. Ik vind het vreselijk. Waarschijnlijk is dat een fase op het zen-pad. Maar spiritualiteit in bredere zin, dat is wel heel belangrijk in mijn leven. Of beter gezegd: Het ís mijn leven. Het is het centrale thema. Als ik nu terugkijk, en ik ben nu eenenveertig, dan zie ik dat het als een rode draad door mijn leven loopt. Informeel is mijn spirituele zoektocht denk ik al tijdens mijn geboorte begonnen of eigenlijk zelfs al daarvoor.

Formeel startte die zoektocht toen ik achtentwintig was en voor het eerst naar een spirituele leraar, Kees van de Bunt, ging. Hem zie ik als de basis van mijn spirituele ontwikkeling. Een ontwikkeling die nog steeds gaande is. De reden dat dat op mijn achtentwintigste formeel begon, is dat mijn leven toen vastliep op allerlei vlakken. Relaties, werk, dat soort dingen. Het boeddhistische boek dat ik las was De Lotus en de Roos van Han de Wit. Toen ben ik eerst in mijn eentje gewoon begonnen met mediteren. Maar ik merkte dat ik toch een leraar nodig had. En dat werd Kees van de Bunt.

Zie jij koken als een baan of ook als een spirituele bezigheid?

Ik heb een horeca-achtergrond. En ik vind het ook leuk om te koken. Dus ja, ik benader het als een baan. Maar ik zie het ook als een spirituele bezigheid. En het is ook fijn dat ik iets kan doen om mensen te ondersteunen als zij hier op retraite komen. Het is een bescheiden rol. Maar ik kan toch alles geven.

Ervaar jij Jiun roshi als jouw leraar?

Er zijn hier meerdere leraren op de Noorder Poort. En iedereen bij wie ik in de dokusan-ruimte ga zitten, is mijn leraar. Ik voel me niet zozeer verbonden met een traditie. Maar ik heb nog wel steeds contact met Kees, mijn allereerste leraar. En ik vind het belangrijk om als man naast vrouwelijke voorbeelden ook mannelijke leraren te hebben. Hier zijn het toch grotendeels vrouwelijke leraren.

Maar ik zie het ook zo dat alles en iedereen een leraar is. En met name de mensen en situaties waarbij ik veel frictie ervaar omdat ik daardoor kan groeien.

Ook in dat opzicht zou je kunnen zeggen dat Jiun roshi een goede leraar voor mij is.

Welke rol speelt koken/kok zijn in jouw leven?

Ik ben een drop-out van het VWO. Ik kon wel goed leren, maar ik heb de middelbare school niet afgemaakt. Daarna ben ik een horeca-opleiding gaan doen. En zo ben ik vanaf mijn negentiende het koken ingerold. Ik heb in verschillende restaurants gewerkt. Op het laatst was ik ook zelfstandig kok, en stond ik op het punt om mijn eigen zaak te starten. Maar tegelijkertijd kwam ik toen op het punt in mijn leven, op mijn achtentwintigste, dat ik voelde dat ik zo niet verder kon. Dus een eigen zaak is er nooit van gekomen, maar mijn spirituele zoektocht is toen wel gestart.

Koken speelt dus een redelijk centrale rol in mijn leven, maar ik moet wel eerlijk zeggen dat ik blij zou zijn als ik niet mijn hele leven lang als kok hoef te werken.

Nieuwe gedeelte van de keuken. Waar afgewassen kan worden en veel ruimte is voor opslag.
‘Oude gedeelte’ van de keuken. Links hiervan bevindt zich het nieuwe gedeelte.

Hoe kijk je naar voedsel? Vind je het bijvoorbeeld belangrijk dat er biologisch of vegan wordt gekookt?

Als iets vandieren afkomstig is, is het natuurlijk het fijnste als het biologisch is. Dus zuivel, eieren, dat is bio. Waar ik vooral naar kijk, is dat de niet-biologische producten van een goede kwaliteit zijn. En ik let ook op waar het voedsel vandaan komt. En of er niet teveel toevoegingen in zitten.

Het ligt er ook aan wat het is. Als ik bijvoorbeeld moet kiezen tussen een biologische tomaat uit Spanje, of een tomaat uit Nederland, dan kies ik de tomaat uit Nederland. Want die hebben niet in de vrachtwagen gelegen. Dus het is altijd een afweging: waar doe je goed aan?

Ik zie voedsel als ondersteuning voor de mensen die hier komen om een retraite te doen.

Tijdens de sesshins eten we alle dagen vegan. Behalve de eerste avond en de laatste ochtend. En ik denk dat veganistisch eten een hele goede ondersteuning is tijdens een retraite. Maar minstens zo belangrijk is dat het eten met zorg en aandacht bereid is.

Je bent geen bewoner op de Noorder Poort, maar werknemer. Klopt dat?

Ja, ik heb hier in 2016 een jaar gewoond en getraind. En daardoor zijn die rollen, dus de rol van kok/werknemer en de rol van bewoner een beetje door elkaar gaan lopen. Dat kwam met elkaar in conflict. Dus ik heb op een gegeven moment voor mezelf een grens getrokken. Ik heb toen benadrukt dat ik hier de kok ben, en geen bewoner. Aangezien ik geen eigen woning heb, blijf ik namelijk af en toe tussen de sesshins door op de Noorder Poort. Meestal doe ik dan alles waar ik tijdens de sesshin niet aan toe ben gekomen, zoals achterstallig schoonmaakwerk, menu’s maken of broden bakken.

Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van je verdere leven?

Gewoon doorgaan en zien hoe de dingen zich ontvouwen. Mijn leven draait het beste als ik het grote geheel dien. En dan maakt het niet uit of ik kok ben, of zenmeester, of iets anders.

Het grote geheel dienen kun je vanuit elke positie.

Toch zou ik het erg leuk vinden om in de toekomst met mensen te werken, en ze te begeleiden op hun pad.

Dichter bij zen

Dichter bij zen

In de rubriek Dichter bij Zen plaatsen we gedichten van mensen uit de Sangha. Dit keer een bijdrage van Monique Leferink op Reinink, ook geplaatst in Buiten Onze Gedachten Is Geen Tijd, een bloemlezing met gedichten over de tijd, verschenen bij uitgeverij Gopher. Het gedicht werd ingestuurd voor een prijsvraag en kreeg een eervolle vermeldingEn een bijdrage van Tenjo osho.

Ensō

Door Monique Leferink op Reinink

Alle boeken uitgeruimd, vallicht
in de kamer,  de roep van een voorbijganger
slaat wakken in de tijd
er is geen komen, er is geen gaan

zij draagt de tijd in zich als water
licht verft haar bedding
ik schuif haar kussen dichter naar de maan
tot ergens een mond ons achterlaat

hoe we knikkers begroeven in de achtertuin
voor later, een fles de zee ingooiden
wie wacht aan de andere kant
van het heden

struikelt, opent een raam, durft
zonder blinddoek, ziet
hoe zij de dood vertrouwt, overgaat
hoe even het water trilt
onder laag overvliegende ganzen.

Kalligrafie van Anneke Roozendaal

Individuele kinhin

Door Tenjo Schröder

Ik stap naar buiten
Een vogel met kwikkende staart
hapt venijnig om zich heen
nog eens en nog eens

Vogels vliegen op uit het hoge gras
de bomen in en verder
Vrede welt op

Velden van aubergine, geel en een vale zandkleur
Een uitgedroogde regenworm
heeft de andere oever niet bereikt

Drenkelingen in de Middellandse zee
Konden we de bodem maar zien
En hun namen eren

Bzzzzz zzz zzzzz
Hommels en bijen hebben de klaver gevonden
Als kind zogen we de bloemetjes uit
voor een vleugje honing
Te weinig om nu nog voor door mijn knieën te gaan

De kikkers zijn stil
De vogels des te minder
Ongegeneerd, niet bang voor wat de buren ervan vinden

Klik klik klik…

Tijd om naar binnen te gaan

Dichter bij Zen

Dichter bij Zen

door Sjoerd-Paul Beenders

Voor haar afstuderen aan de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht maakt regisseuse Inez Eltink een documentaire met als werktitel Je bent al hier, waarin ze acht jongvolwassenen volgt terwijl ze een weekend in stilte zijn. De opnamen waren van 26 tot 28 januari op de Noorder Poort, tijdens een speciaal hiervoor georganiseerd zen-weekend (zie ook Niets is routine). Eén van de deelnemers, Sjoerd-Paul Beenders, schreef tijdens dit weekend een aantal gedichten, waarvan we er een paar uitkozen.

Je bent al hier

De dauw op het beslagen dakraam

Adem uit – je bent al hier

Alles is er, niets verkeerd, je hoeft niets

te verschuiven, of te rangschikken, te ordenen

Het is goed zo

En dat is mooi, je struikelt haast over de zingeving – maar het is ook spijtig

want ik hou zo van zoeken

en van dwalen

en van doen alsof het beter kan.

Wie

Wie schrijft?

De pen, de hand, het denkgemaal?

Wie leest?

De ogen, de lippen, het raderwerk?

Wie vraagt?

De schaduw van de grote wijzer op de klok

Nét geen vijf voor half twee

Ervaringen in een go-sesshin

Bijna met de sloffen van de shoji er vandoor

Ervaringen in een go-sesshin, door Ingrid van Bouwdijk Bastiaanse

Dinsdag 21 november is het dan zo ver: op naar Wapserveen, waar ik tot zondag deelneem aan een Go-sesshin op de Noorder Poort. Ik heb er zin in, ben benieuwd hoe het zal zijn, zie uit naar rust, maar zie er ook tegenop om zo veel te moeten zitten (12 keer per dag) en zo vroeg op te moeten staan (5:50). Maar de omgeving is mooi: een weids landschap, waar dit keer prachtige donkere luchten met stukjes blauw en regenbogen te zien zijn. De eerste avond wordt er nog gepraat; maar vanaf de start in de zendo gaat de stilte in.  

De zenmeester voor deze retraite is Jigen Roshi. Ik vind haar dharma talks heel inspirerend. Ze start elk praatje met: “Het Ware Zelf is helder en duidelijk.” Met zo’n zin begint er bij mij direct iets te resoneren. Elke dag bespreekt ze een gelofte/richtlijn, met sprekende persoonlijke voorbeelden en mooie zenverhaaltjes. Die richtlijnen zijn een equivalent van de tien geboden en ze behandelt de eerste drie. 

Wie meer over haar wil weten kan dit artikel uit het tijdschrift ZenLeven lezen. 

Een van de oefeningen die we van haar op krijgen is: ga straks naar buiten en zoek iets dat je aantrekkelijk vindt. Laat het beeld op je inwerken, kijk goed, soms verdwijnt je kleine zelf. Nou regent het dat het giet, dus kijk ik uit het raam waar ik het volgende zie: 

Een bosje pluimen

Rukwind maakt het bruin en zilver

Een gekieteld kind

Estafette in de geoliede machine

Alles op de Noorder Poort is tot in de puntjes geregeld, strak getimed en heeft een vaste volgorde van het begin van de dag tot het einde. Je hoeft echt je wekker niet te zetten want klokslag 5.50 komt er iemand met een luide bel langs alle deuren.  Als je te laat bent voor zazen mag je niet meer de zendo in. Waar ik met verbazing naar kijk is een soort estafette met de kleppers; de zenmeester en de twee meditatieleiders lopen tijdens de kinhin soms de zendo in en uit terwijl ze in een oogwenk de kleppers aan elkaar doorgeven, bijna zonder dat ze snelheid verliezen. Waarom ze in en uit lopen is me een raadsel; maar dat is zen wel vaker… 

Ik gebruik voor mijn indruk van de Noorder Poort met opzet niet het woord ijzeren regime, maar het zachter klinkende geoliede machine. Naar mijn idee was de Noorder Poort een behoorlijk traditionele zen-orde, waar weliswaar de lat om een tik mee uit te delen ontbreekt, maar verder nauwelijks afwijkend van een originele Japanse versie. Later kom ik erachter, via één van de monniken, dat het niet te vergelijken is met zenkloosters in Japan, waar veel meer regels en rituelen zijn die ook veel strenger worden gehandhaafd. 

Confronterend

Waar ik tegenaan loop is, dat ik vergeleken met de rest van de deelnemers erg verstrooid, dus niet mindful, ben. Ik vind het een drama om al alle regeltjes te onthouden, maar ben ook te afwezig om goed om me heen te kijken wat anderen doen. Ik baal ervan dat ik niet gewoon kan opletten. 

Hierbij wat voorvallen.

Ik kom bijna te laat voor de thee: theedrinken gebeurt soms informeel en soms formeel met een theeceremonie, en voor de formele theeceremonie moet je wel op tijd in de zendo zijn. Ik dacht dat het dit keer om informele thee ging, dus kom ik bijna te laat. Ik schrik me het leplazarus als ik iedereen in de zendo zie zitten en schop mijn sloffen in een hoekje; niet netjes in het rek. Daarna snel ik als een haas de zendo in, maak een halfslachtige buiging en ren meer dan dat ik loop diagonaal naar mijn plek zonder mijn handen in gassho te hebben. Vier overtredingen binnen een minuut!  

Voor het ontbijt en de lunch wordt een offer apart gezet door elke tafel. Twee maal stort ik me al bijna op de maaltijd voordat het offer ritueel gedaan is en word ik eraan herinnerd dat ik even moet wachten.

Ik heb sloffen geleend van de Noorder Poort.  Op een gegeven moment ga ik er per ongeluk bijna met de sloffen van de shoji (iemand die helpt met onder andere theeschenken) vandoor.  De stilte wordt dit keer doorbroken door de shoji die me betrapt: “Hé, die zijn van mij!” 

Redderssyndroom

Ik doorbreek ook een keer de stilte, als mijn buurvrouw in de zendo te vroeg opstaat voor dokusan. Een monnik wijst haar erop dat ze even moet wachten op de bel. In mijn interpretatie zit mijn buurvrouw er beduusd bij, zich schamend misschien (maar, weet ik dit wel zeker?)  Ze laat heel veel mensen voor gaan.  Ik zeg heel zachtjes: “Jij mag hoor.” (Waar bemoei ik me mee.) Uiteindelijk gaat ze, tot mijn grote opluchting. (Houd je nou maar met jezelf bezig! O ja, eigenlijk moet ik niet zo katten op mezelf. Da’s ook weer zo’n patroon. Gewoon alleen maar kijken.)

Van dit incident heb ik veel geleerd: mijn redderssyndroom was weer duidelijk zichtbaar. Als kind dacht ik al: ik ga nog eens dood door medelijden. Ik moet altijd maar helpen, geef anderen nauwelijks de tijd om zichzelf te helpen. Heb in 2022 nog twee maal een groepje kinderen geholpen aan een voetbal waar ze niet bij konden: één maal in een boom met doornen. Daarna had ik er nog dagen last van. Ik spring er niet meteen bovenop (zover ben ik al wel), maar moet me echt inhouden als die kinderen er ook maar een beetje mismoedig uit gaan zien bij hun mislukte pogingen. Vervolgens zit ik uiteindelijk dus als toen 59-jarige boven in een boom mijn leven te wagen. Aan de andere kant heb ik niet zo veel oog voor mijn oude buren; in ieder geval minder dan ik zou willen, dus het valt ook wel mee met die redder.  

Dubbel en dankbaar

Ingrid van Bouwdijk Bastiaanse

Op zaterdag ben ik opeens in de war en denk: is het niet pas vrijdag?  Ik zweet even peentjes, maar het blijkt gelukkig toch zaterdag te zijn. Dat is zo’n beetje hoe ik erin sta: ik heb genoten van het zitten en soms was het heel lastig. Ik ben blij dat ik straks van de strakke dagindeling en het zitten verlost ben, maar hoop tegelijkertijd dat ik wel de rust een beetje kan vasthouden. Ik hoor aan het eind van de sesshin, als we weer mogen praten, dat mijn tafelgenote vindt dat het veel te snel ging; zij had juist langer willen blijven.  

Het reciteren vind ik op een gegeven moment prettig worden. Ik weet niet precies wat het is: het ritme misschien, en ook dat we met zijn allen best een mooi geluid produceren. Ik verdween soms in de klank.  

Ik ben in ieder geval zeker hersteld door de rust. Niet alleen door het zitten in zazen, maar ook door het feit dat je in een woonkamer kunt zitten en zomaar voor je uit mag staren, zonder dat iemand verwacht dat je ook maar iets zegt of oogcontact maakt. Ik hoef ook van mezelf even niks; ook geen nuttig boek lezen of zo.

Ik voel dankbaarheid jegens de mensen die de Noorder Poort runnen: van de chauffeur en de kok tot de monniken en de shoji. Zij zijn veel voor ons in de weer: ze regelen van alles, werken in de moestuin, zorgen voor de maaltijden en maken thee voor de theeceremonies. Ik voel die dankbaarheid ook jegens de zenmeester Jigen roshi; haar dharma talks blijven voor mij de kers op de taart. Verder ben ik dankbaar voor de hartelijkheid van Suigen roshi, die ook de vertaling verzorgde van de dharma talks en die in de ochtend meedeed aan de sesshin. En tot slot voel ik dankbaarheid jegens de deelnemers, simpelweg voor hun aanwezigheid in deze groep.  

Verder is mijn meditatie verdiept. Ik zie mijn patronen, mijn ego en de angst om dat kleine zelf te verliezen duidelijker en ik snap en ervaar het belang van open aanwezig zijn wat beter; wat voor mijn idee linkt aan wat de roshi zei: “Het Ware Zelf is helder en duidelijk.” Dankzij zen ben ik minder in de piekermodus, en dat is door deze retraite alleen maar versterkt. 

Mindful communiceren

Marjolein Verboom heeft van 1990 tot 2021 intensief zen beoefend binnen onze sangha, eerst als leerling van Prabhasa Dharma zenji en toen als leerling van Jiun roshi. Door Jiun roshi is ze in 2016 tot zenleraar benoemd. In 2021 heeft ze besloten haar leraarschap op te geven en haar oefening op een andere manier voort te zetten. Ze is docent en coördinator van de minor Mindful Communiceren aan de Hogeschool Utrecht. Ze is ook vertrouwenspersoon, zowel aan de Hogeschool Utrecht als voor onze sangha.

Ik kan het meteen in praktijk brengen

Marjolein Verboom over Mindful Communiceren aan de Hogeschool Utrecht

In de Covidperiode, toen het onderwijs net weer open was gegaan, gaf ik les aan een groep van twaalf studenten. Al snel bleek dat de groep bestond uit twee gepassioneerde antivaxxers, één iemand die eigenlijk niet in dezelfde ruimte wilde zijn met een ongevaccineerde persoon, iemand die een fervent voorstander was van de overheidsmaatregelen en een meerderheid, wel gevaccineerd, die er liever helemaal niet mee bezig was. De gemoederen liepen soms hoog op. Deze les gaf ik in het kader van de minor Mindful Communiceren, een keuzeprogramma van de Hogeschool Utrecht, toegankelijk voor alle studenten van Nederlandse hogescholen. Verbindende communicatie is een methode gebaseerd op geweldloze communicatie zoals ontwikkeld door Marshall Rosenberg. Verbindende communicatie leert hoe je begrip kunt ontwikkelen voor jezelf en anderen, hoe je tot oplossingen kunt komen door oprecht en open te luisteren, en hoe je je bewust kunt worden van de gevoelens en behoeften van jezelf en anderen. Van daaruit kun je een oprecht verzoek doen aan de ander en de ander aan jou. Dat klinkt mooi en dat is het ook, maar het kan hard werken zijn als mensen zo diepgaand ánders naar de dingen kijken. 

De verschillen in de groep waren groot en het kostte behoorlijk wat tijd en volharding om een manier te vinden om samen te werken. Het moment dat de studenten tot de conclusie kwamen dat hun verschillen gebaseerd waren op dezelfde onderliggende behoeften, namelijk aan gezondheid, veiligheid en vrijheid, zal ik nooit vergeten. Ze zijn nooit dikke vrienden geworden, maar hebben oprecht geprobeerd naar elkaar te blijven luisteren. Dat was een moment waarop ik dacht: hoe mooi zou het zijn als iedereen dit zou leren, liefst van jongs af aan.

Studenten willen “zen” worden

Tien jaar geleden begon de Hogeschool Utrecht met de minor Mindful Communiceren1 een keuzetraject in het derde of vierde studiejaar met een duur van twintig weken. Studenten krijgen in die tijd een volledige mindfulnesstraining met een verdieping in compassie, een doorlopende training in verbindende communicatie en lessen over boeddhistische, filosofische en psychologische thema’s. Als afsluiting van de minor ontwerpen studenten een toepassing ervan binnen hun eigen vakgebied. We werken inmiddels met een team van acht docenten voor zo’n 135 studenten per jaar. De studenten komen van alle studierichtingen: van PABO tot ICT, van Social Work tot Creative Business en van de zorg tot chemie.

Als we bij de start vragen waarom studenten hebben gekozen voor deze minor is het antwoord meestal “omdat ik rust zoek (in mijn hoofd)”. Uit meerdere onderzoeken onder jonge mensen blijkt dat de behoefte aan stresshantering, rust en stabiliteit de laatste jaren fors is toegenomen door toenemende prestatiedruk, sociale media en financiële problemen, en ook Covid heeft grote impact gehad op deze generatie. Wat is veranderd ten opzichte van tien jaar geleden is dat studenten nu meer ervaring hebben met verschillende vormen van meditatie. Meer dan de helft van de groep die afgelopen september is begonnen maakte, voorafgaand aan de minor, al gebruik van (begeleide) meditaties via een app, beoefende yoga of had al een mindfulnesstraining gevolgd. 

Veel studenten hebben hoge verwachtingen van mindfulness, ze hopen dat ze er zo snel mogelijk rustig, gelukkig en “zen” van worden. De aanvankelijke hoge motivatie wordt al snel op de proef gesteld, want het dagelijks oefenen thuis valt meestal zwaarder dan gedacht. Het zich bewuster worden van de adem, van zintuiglijke indrukken, van gedachten en gevoelens zonder er verhalen omheen te weven, kan confronterend zijn, saai of ongemakkelijk. Rust blijkt niet per se hetzelfde als je comfortabel voelen. 

Johannes Vermeer – dame en dienstbode

De minor besteedt aandacht aan stress, hoe het werkt en hoe je ermee om kan gaan. Deelnemers wisselen regelmatig hun ervaringen uit, soms in tweetallen, soms in de hele groep. Ze ontwikkelen inzicht in hun patronen en automatische reacties en onderzoeken voor zichzelf hoe ze behulpzamer, minder schadelijk voor zichzelf en anderen kunnen reageren op stress.

Mindfulness Based Stress Reduction

De mindfulnesstraining bestaat uit een geïntegreerd geheel van aandachts- en bewegingsoefeningen en enkele elementen uit de cognitieve gedragstherapie. De aandachtsoefeningen zijn gebaseerd op de aanwijzingen uit de Satipatthana-soetra, de manier van mediteren is het meest verwant aan vipassana-meditatie. Mediteren betekent in deze context: aan de hand van geleide meditaties bewust worden van sensaties in lichaam en geest, adem en zintuigelijke ervaringen. Daarnaast is er aandacht voor het herkennen van gewoontepatronen en automatische stressreacties. Door meer zelfkennis wordt het gemakkelijker patronen te herkennen en eerder en bewuster een heilzamere keuze te maken. In de minor geven we de 8-weekse Mindfulness Based Stress Reduction training (MBSR), zoals in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld door Jon Kabat Zinn, toen als hoogleraar werkzaam bij het medisch centrum van de University of Massachusetts. Hij beoefende zelf al jaren een boeddhistische levenswijze en zocht een manier om die toegankelijk te maken voor zijn uitbehandelde patiënten met chronische pijn. Zijn motivatie was dat hij het lijden wilde verlichten en meer compassie en wijsheid wilde stimuleren. Met hetzelfde verlangen ben ik naast zenbeoefenaar ook mindfulnesstrainer geworden en vind ik nu in mijn werk een manier om de vruchten van zen en mindfulness uit te delen aan jonge mensen en tegelijk mijn eigen beoefening levendig te houden. 

De eerste paar weken geven studenten vaak aan dat het niet is gelukt om thuis te mediteren, dat ze zich niet konden focussen, dat er zoveel gedachten en afleidingen waren. Langzamerhand daalt het begrip in dat al deze dingen bij het oefenen horen. Geleidelijk aan wordt de preoccupatie met lukken of mislukken minder, ontstaat er meer geduld en acceptatie voor het oefenproces. Een belangrijke factor in de mindfulnesstraining is het met elkaar delen van ervaringen, soms in tweetallen, soms in de groep. Het is bevrijdend en ontroerend om erachter te komen dat je niet de enige bent. Met betrekking tot het thuis oefenen gaan studenten elkaar vaak aanmoedigen, sturen elkaar appjes of spreken af om gezamenlijk te oefenen. In coronatijd mediteerden studenten online regelmatig samen, buiten de lessen om. Als docenten oefenen we met de studenten mee en doen ons best het goede voorbeeld te geven. Zo oordeelloos mogelijk luisteren, geïnteresseerd zijn, bemoedigen, erkennen, en uitnodigen om verder te oefenen. Zo ontstaat beetje bij beetje meer zelfkennis, meer verbinding met zichzelf en meer begrip voor andere mensen.

Sanzen-in temple Ohara; foto afkomstig van My Kyoto Machiya

Studenten zijn niet anders dan zenbeoefenaars

In de tweede helft van de minor staat een stiltewandeling op het programma in het min of meer landelijke gebied van Amelisweerd, grenzend aan Utrecht Science Park waar ook de Hogeschool Utrecht is. Voor enkele studenten is het voor het eerst dat ze een half uur ergens naartoe gaan zonder telefoon. Dan zeggen ze: “Maar stel dat ik nu net een belangrijk telefoontje of appje krijg? Of dat er iets gebeurt onderweg?” Zo zie je maar, studenten zijn niet anders dan zenbeoefenaars. Gemiddeld wat jonger misschien, maar ik herinner me sesshins waarin Jiun roshi meermaals mensen moest aanmoedigen om de telefoon echt, helemaal, uit te zetten. Ook voor studenten kan dan de ervaring om ineens de wind op je huid te voelen, een vogel te horen fluiten of helemaal op te gaan in het ritselen van de blaadjes een bijzondere ervaring zijn, al is het maar voor even. Dit is wat studenten aan het eind van de minor vertellen: dat ze de thee of het eten echt hebben geproefd, dat ze hebben ervaren hoe het is om oprecht te luisteren naar een ander, zonder direct met hun eigen verhaal te komen: het zijn eenvoudige dingen met veel impact. 

Mindfulness en verbindende communicatie zijn niet per se boeddhistisch, maar vanuit boeddhistisch perspectief zie ik deze trainingen als twee beoefeningen van het achtvoudige pad: juiste aandacht en juist spreken. Binnen het meer theoretische vak “Bronnen & thema’s” besteden we één bijeenkomst specifiek aan het boeddhisme, onder andere aan de vier edele waarheden. Studenten worden uitgenodigd te onderzoeken hoe die edele waarheden werken in hun eigen leven. Aan de hand van een schrijfoefening, waarin ieder een eigen (groot) verlangen uitwerkt én iets waar ze een (enorme) hekel aan hebben, onderzoeken ze de woorden van de Boeddha. Waar herken je dat verlangen of afkeer onvrede veroorzaakt? Vervolgens delen studenten hun ervaringen in kleine groepjes en later in de hele groep. Ik vind het verrassend om te zien dat studenten heel snel iets doorzien van die edele waarheden, bijvoorbeeld: “Als ik te geobsedeerd bezig ben met mijn verlangen naar een liefdesrelatie, vergeet ik me bewust te zijn van wat er al wél is” . Of inzicht krijgen in de gevolgen van vasthouden aan afkeer: “Ik heb er een intense hekel aan als iemand liegt. Maar ik kan zien dat ik er me soms heel lang druk over kan maken. Dat is zonde van mijn energie en ik doe er misschien anderen mee tekort.”

Verbindende communicatie en mindfulness versterken elkaar: om gevoelens en behoeften te leren kennen helpt het om stil te zitten en van moment tot moment te ervaren wat zich afspeelt binnen en buiten jezelf. In de tweede helft van de minor verdiepen we mindfulness met (zelf)compassie en wordt er veel geoefend met de metta- of vriendschapsmeditatie en varianten daarop, waarbij je in meditatie vriendelijke wensen stuurt naar jezelf en anderen. Een jonge man schrijft na afloop: “Het heeft mij zachter en liefdevoller gemaakt en uiteindelijk een klein beetje een beter mens.” 

Veel gevraagd

Als docenten streven we ernaar om trouw te zijn aan de principes van verbindende communicatie en mindfulness én aan de eisen die een HBO-opleiding stelt. Zo heeft het wel even geduurd voor we een goede toets hadden ontworpen voor de mindfulnesstraining. Iemands prestaties met betrekking tot “mindfulness” beoordelen op HBO-niveau lijkt een onmogelijke opgave en dat is het ook. Dat doen we dus niet. Als eindopdracht leveren studenten een verslag in met een logboek, wekelijkse opdrachten en een reflectieverslag waarbij ze verbanden leggen tussen de theorie, de training en hun persoonlijke ervaringen. Ze maken daarbij gebruik maken van literatuur over mindfulness, compassie en verbindende communicatie2

Sanzen-in temple Ohara; foto afkomstig van My Kyoto Machiya

Het is een bekend fenomeen dat deelnemers aan een mindfulnesstraining proberen om het “goed” te doen en de aandachtsoefeningen te evalueren als “gelukt of mislukt”, als “goed of slecht”. In de context van een studie lijkt dat nog sterker te zijn. Beoordelingen maken immers een groot deel uit van elke studieloopbaan. In de minor maken we duidelijk onderscheid tussen het oefenen en het toetsen. Oefenen is het simpelweg doen van de aandachtsoefeningen zonder oordeel, met een houding van mildheid en vriendelijkheid naar alles wat zich aandient. Het deel waar studenten vervolgens op beoordeeld worden is hun reflecterende vermogen, hun kennis over de achtergronden van mindfulness en het verbanden kunnen leggen tussen persoonlijke ervaringen, de training en de theorie. Daarnaast ontwerpen studenten een toepassing van de minor binnen hun eigen vakgebied. Dat kunnen uiteenlopende dingen zijn zoals speelse aandachtsoefeningen voor kinderen op de basisschool of een website voor zorgprofessionals met filmpjes en voorbeelden van verbindende gespreksvoering met patiënten.

In de de evaluaties wordt de minor wordt (zeer) positief gewaardeerd door studenten, ook al is er soms kritiek op de hoeveelheid huiswerk: “Er wordt best veel van je gevraagd waardoor je juist stress ervaart.” De meeste studenten rapporteren na afloop dat ze zich na de minor meestal vrijer voelen, meer zelfregie in praktijk kunnen brengen en vaak een positiever beeld van zichzelf en de wereld om hen heen hebben gekregen. Ook het inzicht dat gedachten “maar gedachten zijn” en niet de werkelijkheid weergeven zoals die is, ervaren ze als bevrijdend. Interessant vind ik de opmerkingen van zowel islamitische als christelijke studenten die aangeven dat ze door de minor beter kunnen bidden, met meer aandacht en diepgang. Soms vertellen studenten dat hun omgeving heeft gemerkt dat ze rustiger en vriendelijker zijn geworden, met als simpel voorbeeld dat ze geen ruzie meer maken met huisgenoten over opruimen of het uitruimen van de afwasmachine. Ze doen verbindende verzoeken in plaats van verwijtende opmerkingen te maken. Natuurlijk blijven er altijd onuitgeruimde afwasmachines, meningsverschillen en stressvolle situaties en natuurlijk merkt niet iedere student meteen positieve effecten, maar deze jonge generatie heeft gereedschap meegekregen en vaardigheden opgedaan die ze nu en in de toekomst meteen in de praktijk kunnen brengen.

  1. Het bestaan van de minor is te danken aan de inspanningen van oprichtster Karin Bosveld, voormalig coördinator Paula Borsboom en opleidingsmanager Richard Versmissen. ↩︎
  2. Onder andere Mark Williams & Danny Penman, Mindfulness, een praktische gids om rust te vinden in een hectische wereld (Uitgeverij Nieuwezijds, 2011); Erik van den Brink en Frits Koster, Compassievol leven. Een mindfulness-based verdiepingsprogramma (Boom, 2016); Erwin Tielemans, Verbindende communicatie werkt (Garant, 2017) ↩︎

Wat doe ik hier?

Ruben Naus (26) zit bij de doorgaande zengroep in Utrecht. In juni was hij voor het eerst op de Noorder Poort, bij een zen-weekend.

Wat doe ik hier?

Kennismaking met de Noorder Poort

Na anderhalf jaar zen-training op de maandagavond, rondstruinen op de zenleven.nl website en lang wikken en wegen was het moment dan eindelijk daar: ik had me ingeschreven voor een zen-weekend bij de Noorder Poort.

Toen ik de enige straat in Wapserveen in draaide was de spanning meteen al om te snijden. “Wat voor mensen zouden er zijn?”, “Ga ik een cult binnen?”, “Kan ik ooit nog weg?”, “Ze vinden het vast heel slecht dat ik met de auto ben.” Nou, tot nu toe niet heel zen. Ik parkeerde de auto, liet mijn moeder weten dat ik er was, stopte mijn telefoon ver weg en stapte uit. Vertwijfeld liep ik vanaf de parkeerplaats het erf op, de bordjes “gasten” volgend. Die leidden me naar een deur, maar daar werd ik tegengehouden door een ander bordje. “Retraite Stilte s.v.p”. Was ik te vroeg? Paniek! Het ene bordje zei doorlopen, het andere zei stop! Wat te doen?

Ik draaide me om en zag dat er een andere gast aan kwam lopen. Een oude, glimlachende en wat stille man van in de 40-50. Het was duidelijk niet zijn eerste keer hier. Ik vertelde Mark (want zo heette hij) over het enge bordje, en we besloten samen om het huis heen te lopen om een andere ingang te zoeken. In de tuin vonden we gelukkig iemand in zenkleding die ons kon helpen. Ze was erg hartelijk en lachte veel. Het voelde meteen alsof ik haar al jaren kende. Het enge “Stilte!”-bordje bleek te vroeg te zijn opgehangen, en ze nam ons mee naar binnen.

Ik werd naar mijn kamer geleid, waar ik me uitgebreid installeerde. Daarna moest ik er toch aan geloven: bij aankomst koffiedrinken en een praatje maken. Het eerste wat me opviel, was dat ik veruit de jongste was. Nu was ik dit wel gewend van de zen-avonden: veel oude mensen, maar toch droeg het ergens bij aan het “wat-doe-ik-hier” -gevoel.

Ik pakte een kopje koffie (of had ik thee moeten nemen?! nou ja, het is al gebeurd), en ging op de bank in de woonkamer zitten. Volgens mij heb ik me er aardig doorheen geslagen door te proberen heel zen-achtig mijn koffie te drinken en oogcontact zoveel mogelijk te vermijden. Iedereen dacht vast: “Hij ziet er erg verlicht uit!”. Een gesprek bleef me bespaard.

Bij de broodmaaltijd ’s avonds lukte het me iets beter met mijn tafelgenoten te praten. De meeste mensen waren hier al eens geweest, en ze zaten er redelijk ontspannen bij. Na de maaltijd was er een voorstelrondje en werd iedereens corvee-taak uitgelegd (ik moest de wc’s doen). Daarna uitleg over hoe dingen gaan in de zendo, en om half 8 was de eerste meditatieperiode. Ha! Dat kende ik: 25 minuten op een kussen zitten, eventjes lopen, en dan weer 25 minuten zitten. En het mooiste was: ik hoefde niks meer te zeggen!

Om tien uur was het bedtijd. Ik weet nog dat ik weinig sliep vanwege de hitte en de spanning, maar ik was in ieder geval blij dat ik veilig op mijn kamer lag…

Om zes uur werden we door Kyogen wakker gebeld met een wakker-bel-bel waarmee hij langs alle deuren ging. Kyogen is één van de bewoners, en voor het weekend was hij ook de jikujitsu (meditatieleider). Ik sprong meteen onder de koude douche (ik wist van mezelf dat er altijd het risico is dat ik weer in slaap val), kleedde me aan en kwam beneden voor het ochtendmeditatieprogramma.

De ochtend begint met thee en een halve rijstwafel, daarna zingen en mediteren. De dag bestond verder uit zit-meditatie, loop-meditatie binnen, ceremonieel theedrinken, loop-meditatie buiten (of gewoon wandelen) en dat soort dingen.

Om negen uur was er ontbijt. Het eten was steeds heerlijk: zó simpel, en zó lekker! En ik hoefde nu niet eens een gesprek te voeren!

Na het ontbijt was er de dagelijkse schoonmaaktaak, wat ik persoonlijk één van de leukste programmaonderdelen vond, en daarna was het vrij thee of koffie drinken met een stuk fruit. Ik pakte een kopje koffie en een banaan en ging op mijn plek van gisteren op de bank zitten. Ik nam een slok koffie, en nog een slok, en nog één… en toen voelde ik opeens het effect van koffie! Verbaasd keek ik naar het zwarte goedje: ik wist niet dat cafeïne zó sterk was! Maar goed, normaal drink ik nog veel meer koffie, dus nu overleef ik het vast ook wel, dacht ik.

Om elf uur was er een dharma-toespraak1 van Jiun Hogen roshi, de zenmeester. Ze sprak over waarom we zen beoefenen: niet om voor de rest van je leven op een kussentje te zitten, maar om elk moment ten volste te leven. Ten volste leven: in mijn omgeving werd dat eerder gezegd tijdens een avond stevig drinken en uitgaan, dan op een rustige zaterdagochtend. Hoe leef je ten volste als alles wat je doet zitten, lopen en thee drinken is? Ik wist het niet.

Jiun roshi geeft persoonlijk onderhoud (dokusan)

Langzaam merkte ik tijdens de meditatie dat ik erg kwaad was. Huh? Kwaad? Ik? Maar het was zo: kwaad als iemand een fout maakte, of kuchte, of slikte, of luid ademde. Kwaad als ik tijdens de loopmeditatie achter iemand liep die zijn voet niet optilde wanneer ik vond dat dat moest. Kwaad op dit centrum, met al die gelovige mensen die de hele dag zinloos stilzitten, soetra’s opdreunen en rondjes lopen. Maar ook boos op mezelf als ik weer eens was afgeleid, of een fout maakte, of slikte. Jeetje… Was ik dit?

Aan de andere kant zag ik ook steeds meer dingen buiten mezelf. Tijdens het buiten lopen kon ik zien hoe mooi bloemen eigenlijk zijn. Ik werd overweldigd door het oneindige aantal grassprietjes in de landschapstuin, die allemaal glinsterden in de zon. Ik zag hoeveel verschillende soorten insecten, vogels, kikkers en mollen er buiten leven. Ik dacht: “Wat is die ruis eigenlijk?”, en hoorde toen de rijkdom van het geluid van de wind door duizend wapperende blaadjes.

Tijdens de dokusan (persoonlijk gesprek met de zenmeester) vertelde ik Jiun roshi over de woede waar ik mee zat. Het was spannend om bij haar te komen, maar ze was zo open en vriendelijk dat de woorden mijn mond vanzelf verlieten. Ze vertelde dat we naar beneden kijken in zazen zodat we ons niet teveel met anderen bezighouden. Ik realiseerde me dat ik natuurlijk niet de enige op de wereld ben die zich wel eens ergert aan een ander. Ze vroeg of ik nog vragen had – en die had ik – maar ergens wist ik: ik moet gewoon verder oefenen. Steeds weer uit de gedachte, de veroordeling, het klagen en het hopen stappen, en teruggaan naar de adem.

Zondagochtend was hetzelfde als zaterdagochtend, en ik begon er lekker in te komen! Gewoon zitten, lopen, thee drinken, schoonmaken… Maar het was al de laatste dag. Vrijdag vond ik de lengte van het weekend nog bedrukkend, maar nu had ik helemaal geen zin meer om terug te gaan naar Utrecht. Terug de drukte, de sleur en de gewoonte in. En die boosheid was nog steeds een raadsel. Waarom was ik steeds zo boos? Ik wist meteen: ik wil verder!

De autorit terug was wel tekenend voor wat er veranderd was. Ik zette gewoon een keer géén muziek op, en gebruikte eens een keer géén navigatie. Op de borden staat dus blijkbaar gewoon welke kant je op moet als je naar Utrecht wil! Verwonderd keek ik door de voorruit naar de wereld: overal blaadjes, bomen, grassprieten, vogels, mensen, huizen, auto’s, motors, motorrijders, water, wolken, asfalt, vangrails, gedachten, hectometerpaaltjes (élke honderd meter staat er weer eentje!), zon, mijn handen, de lucht, en bloemen. Van alles!

  1. Zie Vijf soorten zen ↩︎

Dichter bij Zen

Dichter bij Zen

door Gudrun Kowallik en Allard Gosens

Alan Watts (1915-1973) zei: “De beste manier om modderig water helder te krijgen, is het met rust te laten“. Anshin Tenjo roshi koos dat citaat als motto voor het zen weekend dat ze in februari op de Noorder Poort begeleidde: onze geest wordt helder door in meditatie de ronddraaiende gedachten met rust te laten. Ze illustreerde dat met een vaas vol modderig water uit één van de poelen. Gudrun Kowallik fotografeerde deze onderwaterwereld. In hetzelfde weekend beschreef Allard Gosens zijn ervaringen in een gedicht.

In de branding

stond ik fier en statig

Het ochtendlicht liet

de schuimkoppen glinsteren

Golven als wervelende gedachten

kolkten uur na uur

rond mijn voeten

Langzaam zoog het strand

mijn voeten dieper en dieper

het schuimende zand in

Vermoeidheid trok als de

klamme zeekou 

langzaam mijn botten in

Hoog torenden de golven

ver boven mijn hoofd

happend naar adem

Totdat ik de fierheid vergat

en ook de statigheid

Er waren louter golven

zeewind en zand

Zo werd ik als de golven

en rolde en tuimelde

in de branding van de zee

Je bent al hier

Deze zomer volgde Jacky Limvers de voorjaarstraining op de Noorder Poort en bleef daarna nog een maand langer. In die periode deed ze ook mee aan een stilteretraite onder leiding van Ciska Matthes en Stef Lauwers. Zij komen al jaren op de Noorder Poort om sesshins te doen. Ciska is daarnaast ook mindfulness-trainer, yogalerares en verblijft regelmatig bij advaita-leraar Mooji in Portugal. Stef werkt als boeddhistisch geestelijk verzorger in een verpleeghuis. Een paar keer per jaar bieden ze eigen stilteretraites aan op de Noorder Poort, waarin meditatie wordt afgewisseld met onder meer yoga en qigong. Jacky Limvers schreef een impressie van deze voor haar nieuwe manier van oefenen.

Je bent al hier

door Jacky Limvers

We staan in een kring voor de ingang van de Noorder Poort. Stef heeft zojuist alle handpalmen gedesinfecteerd. We reiken elkaar de hand en in deze verbondenheid klinkt een veelkleurig, aanzwellend ‘Ohm’. Het is zes uur in de ochtend. Langzaam lopen we de Butenweg af, richting het zuiden. Af en toe staan we stil om aandachtig te kijken. Een zwerm kraaien, een veld. Twee nieuwsgierige paarden. Op een smal pad tussen weiland en bomen komt het lopen weer heel langzaam op gang. In navolging van Ciska gaan we allemaal als limbodansers onder de draad van een spin door.

We reciteren een maaltijdvers, in het Nederlands. Daarna wordt gezegd welke tafel als eerste naar het buffet kan gaan. De gewoonten, afgekeken van de Noorder Poort-bewoners, zitten er bij mij goed in. Snel opstaan, naar het buffet, opscheppen. Mijn twee tafelgenoten zijn veel langzamer dan ik. Ze sloffen achter me aan met hun dienbladen. Eenmaal aan tafel buig ik en begin. Pas later in de week krijg ik door dat ze ook naar elkaar en naar mij buigen voor ze beginnen met eten.

Het programma hangt op het bord. Aan de tijden wordt goed de hand gehouden, maar de invulling is niet altijd vooraf bekend. Het is een oefening in overgave, niet-weten. Toch krijg je precies op tijd de juiste informatie, bij voorbeeld als je je yogamat moet meenemen. Of je wandelschoenen moet aantrekken. Niet alles vooraf willen controleren, maar vertrouwen. Na een dag ben ik er helemaal ok mee. Het betekent ook dat er aanpassingen kunnen worden gedaan. Het is in die week een paar dagen behoorlijk heet. Stef begeleidt een bodyscan als de energie aan het eind van een middag erg laag is.

Op een warme middag gaan we ’s middags in de tuin zitten en liggen op dekens. Stef haalt een gitaar en er worden mantra’s gezongen. Wie wil kan de melodie gemakkelijk meezingen. De heldere stem van Ciska is een mooi houvast om de toon te houden. De eikenboom in de tuin hoort de namen van Sitaram, Ganesha en Krishna herhaaldelijk voorbij komen. Daarna luidt de etensbel en houden we een picknick.

Tijdens de meditatie in de zendo zitten we in een cirkel. Alle houdingen zijn toegestaan, maar bewegen wordt ontmoedigd. Af en toe gaat iemand liggen. Ciska geeft geleide meditaties, gaandeweg de week met minder woorden. Ze citeert soms uitspraken van Mooji. Ze nodigt ons uit ‘gewoon hier te zijn’. Op te merken wat zich aandient, gedachten, indrukken van de zintuigen. ‘Alles wat je kunt opmerken ben jij niet. Je bent alleen gewaarzijn’. Een van de deelnemers rapporteert later hoe bevrijdend ze het vond om ‘alle pogingen om te mediteren los te laten’. ‘Je bent al hier’: er is niets te bereiken, niets te doen. Het is als zen en toch ook niet helemaal. Het wordt stil van binnen.

Er is een werkperiode, daily cleaning, vaak onder begeleiding van de Noorder Poort-bewoners. Iemand wordt weggestuurd uit de keuken; de bel was nog niet geslagen. De instructies zijn helder en zonder poespas. Later vertellen deelnemers dat ze ook daar veel van geleerd hebben. Tijdens het werk komt Ciska langs om een bel te luiden. We stoppen dan even met werken om aandachtig te zijn.

Onder leiding van Stef doen we loopmeditatie. Een aantal gaat blootsvoets. Over de kinhinpaden, door de tuin, het dorre, stekelige gras. Op een avond rijdt buurman Klaas, die vaak op de Noorder Poort komt, voorbij op zijn brommer. Met een  brede armzwaai begroet hij ons uit de verte.

Elke ochtend doen we qigong. Na de koffiepauze hatha yoga. In de avond soms een yin yoga-les. Ciska is een begenadigd docent.  Een fijne afwisseling voor het lichaam, want we zitten ook veel. Yoga is soms ook een gelegenheid om even lol met elkaar te maken in een onmogelijke houding. We raken steeds meer met elkaar vertrouwd, zonder te spreken. Dankzij yin yoga is de slaap diep en ontspannen.

Op donderdagochtend wordt aangekondigd dat we die middag in de moestuin mogen werken, onder leiding van Noorder Poort-bewoner Modana. Een aantal deelnemers is daar zeer verrukt over. Mij bevalt het niet zo, tijdens mijn verblijf heb ik al de nodige lange uren in de tuin gewerkt. Het universum is me goed gezind: om half twee komt de regen met bakken uit de lucht… We gaan….mediteren!

Tijdens de afsluitende ronde delen we onze ervaringen. De openhartigheid van iedereen maakt indruk op me, worstelingen en inzichten worden toegelicht. Steun vinden door de andere deelnemer die verdriet heeft. Of door degene die rust en gelijkmoedigheid uitstraalt. Alles in stilte. Ik vertel over de zegen van het universum die ik heb ervaren doordat de regen het werken in de moestuin verhinderde. En excuseer me jegens degenen die dit mogelijk heel jammer vonden. Een andere deelnemer haakt in: dat was een gigantische domper voor haar geweest. Ciska had die middag onderhoud gehad en ontving eerst mij (blij) en toen de teleurgestelde deelnemer, die zeer boos was. Boeddha met het zongezicht, Boeddha met het maangezicht.

Het afscheid is hartelijk. Deelnemers zeggen onder de indruk te zijn van de gestructureerdheid van de Noorder Poort, dat gaf ze houvast. Ze loven de zorgzaamheid van de bewoners, hun aandacht en hun kookkunsten. Naar Ciska en Stef uiten we onze dankbaarheid voor de inspirerende begeleiding en de ontspannen sfeer. Het was een mooie, bijzondere week.

Op hetoogvandeorkaan.nl vind je meer informatie over het aanbod  van Ciska en Stef. Data voor programma’s op de Noorder Poort in 2023 zijn 10-12 maart; 15-17 september en aansluitend 17-22 september; 3-5 november.

Natuurretraite

Natuurretraite in tekeningen

door Moniek Meinders

In augustus deed Moniek Meinders mee aan de natuurretraite met Tenjo osho en maakte daar dit prachtige handgeschreven/getekende verslag van. Neem er de tijd voor – hoe langer je kijkt, hoe meer je ziet.