Ervaringen in een go-sesshin

Bijna met de sloffen van de shoji er vandoor

Ervaringen in een go-sesshin, door Ingrid van Bouwdijk Bastiaanse

Dinsdag 21 november is het dan zo ver: op naar Wapserveen, waar ik tot zondag deelneem aan een Go-sesshin op de Noorder Poort. Ik heb er zin in, ben benieuwd hoe het zal zijn, zie uit naar rust, maar zie er ook tegenop om zo veel te moeten zitten (12 keer per dag) en zo vroeg op te moeten staan (5:50). Maar de omgeving is mooi: een weids landschap, waar dit keer prachtige donkere luchten met stukjes blauw en regenbogen te zien zijn. De eerste avond wordt er nog gepraat; maar vanaf de start in de zendo gaat de stilte in.  

De zenmeester voor deze retraite is Jigen Roshi. Ik vind haar dharma talks heel inspirerend. Ze start elk praatje met: “Het Ware Zelf is helder en duidelijk.” Met zo’n zin begint er bij mij direct iets te resoneren. Elke dag bespreekt ze een gelofte/richtlijn, met sprekende persoonlijke voorbeelden en mooie zenverhaaltjes. Die richtlijnen zijn een equivalent van de tien geboden en ze behandelt de eerste drie. 

Wie meer over haar wil weten kan dit artikel uit het tijdschrift ZenLeven lezen. 

Een van de oefeningen die we van haar op krijgen is: ga straks naar buiten en zoek iets dat je aantrekkelijk vindt. Laat het beeld op je inwerken, kijk goed, soms verdwijnt je kleine zelf. Nou regent het dat het giet, dus kijk ik uit het raam waar ik het volgende zie: 

Een bosje pluimen

Rukwind maakt het bruin en zilver

Een gekieteld kind

Estafette in de geoliede machine

Alles op de Noorder Poort is tot in de puntjes geregeld, strak getimed en heeft een vaste volgorde van het begin van de dag tot het einde. Je hoeft echt je wekker niet te zetten want klokslag 5.50 komt er iemand met een luide bel langs alle deuren.  Als je te laat bent voor zazen mag je niet meer de zendo in. Waar ik met verbazing naar kijk is een soort estafette met de kleppers; de zenmeester en de twee meditatieleiders lopen tijdens de kinhin soms de zendo in en uit terwijl ze in een oogwenk de kleppers aan elkaar doorgeven, bijna zonder dat ze snelheid verliezen. Waarom ze in en uit lopen is me een raadsel; maar dat is zen wel vaker… 

Ik gebruik voor mijn indruk van de Noorder Poort met opzet niet het woord ijzeren regime, maar het zachter klinkende geoliede machine. Naar mijn idee was de Noorder Poort een behoorlijk traditionele zen-orde, waar weliswaar de lat om een tik mee uit te delen ontbreekt, maar verder nauwelijks afwijkend van een originele Japanse versie. Later kom ik erachter, via één van de monniken, dat het niet te vergelijken is met zenkloosters in Japan, waar veel meer regels en rituelen zijn die ook veel strenger worden gehandhaafd. 

Confronterend

Waar ik tegenaan loop is, dat ik vergeleken met de rest van de deelnemers erg verstrooid, dus niet mindful, ben. Ik vind het een drama om al alle regeltjes te onthouden, maar ben ook te afwezig om goed om me heen te kijken wat anderen doen. Ik baal ervan dat ik niet gewoon kan opletten. 

Hierbij wat voorvallen.

Ik kom bijna te laat voor de thee: theedrinken gebeurt soms informeel en soms formeel met een theeceremonie, en voor de formele theeceremonie moet je wel op tijd in de zendo zijn. Ik dacht dat het dit keer om informele thee ging, dus kom ik bijna te laat. Ik schrik me het leplazarus als ik iedereen in de zendo zie zitten en schop mijn sloffen in een hoekje; niet netjes in het rek. Daarna snel ik als een haas de zendo in, maak een halfslachtige buiging en ren meer dan dat ik loop diagonaal naar mijn plek zonder mijn handen in gassho te hebben. Vier overtredingen binnen een minuut!  

Voor het ontbijt en de lunch wordt een offer apart gezet door elke tafel. Twee maal stort ik me al bijna op de maaltijd voordat het offer ritueel gedaan is en word ik eraan herinnerd dat ik even moet wachten.

Ik heb sloffen geleend van de Noorder Poort.  Op een gegeven moment ga ik er per ongeluk bijna met de sloffen van de shoji (iemand die helpt met onder andere theeschenken) vandoor.  De stilte wordt dit keer doorbroken door de shoji die me betrapt: “Hé, die zijn van mij!” 

Redderssyndroom

Ik doorbreek ook een keer de stilte, als mijn buurvrouw in de zendo te vroeg opstaat voor dokusan. Een monnik wijst haar erop dat ze even moet wachten op de bel. In mijn interpretatie zit mijn buurvrouw er beduusd bij, zich schamend misschien (maar, weet ik dit wel zeker?)  Ze laat heel veel mensen voor gaan.  Ik zeg heel zachtjes: “Jij mag hoor.” (Waar bemoei ik me mee.) Uiteindelijk gaat ze, tot mijn grote opluchting. (Houd je nou maar met jezelf bezig! O ja, eigenlijk moet ik niet zo katten op mezelf. Da’s ook weer zo’n patroon. Gewoon alleen maar kijken.)

Van dit incident heb ik veel geleerd: mijn redderssyndroom was weer duidelijk zichtbaar. Als kind dacht ik al: ik ga nog eens dood door medelijden. Ik moet altijd maar helpen, geef anderen nauwelijks de tijd om zichzelf te helpen. Heb in 2022 nog twee maal een groepje kinderen geholpen aan een voetbal waar ze niet bij konden: één maal in een boom met doornen. Daarna had ik er nog dagen last van. Ik spring er niet meteen bovenop (zover ben ik al wel), maar moet me echt inhouden als die kinderen er ook maar een beetje mismoedig uit gaan zien bij hun mislukte pogingen. Vervolgens zit ik uiteindelijk dus als toen 59-jarige boven in een boom mijn leven te wagen. Aan de andere kant heb ik niet zo veel oog voor mijn oude buren; in ieder geval minder dan ik zou willen, dus het valt ook wel mee met die redder.  

Dubbel en dankbaar

Ingrid van Bouwdijk Bastiaanse

Op zaterdag ben ik opeens in de war en denk: is het niet pas vrijdag?  Ik zweet even peentjes, maar het blijkt gelukkig toch zaterdag te zijn. Dat is zo’n beetje hoe ik erin sta: ik heb genoten van het zitten en soms was het heel lastig. Ik ben blij dat ik straks van de strakke dagindeling en het zitten verlost ben, maar hoop tegelijkertijd dat ik wel de rust een beetje kan vasthouden. Ik hoor aan het eind van de sesshin, als we weer mogen praten, dat mijn tafelgenote vindt dat het veel te snel ging; zij had juist langer willen blijven.  

Het reciteren vind ik op een gegeven moment prettig worden. Ik weet niet precies wat het is: het ritme misschien, en ook dat we met zijn allen best een mooi geluid produceren. Ik verdween soms in de klank.  

Ik ben in ieder geval zeker hersteld door de rust. Niet alleen door het zitten in zazen, maar ook door het feit dat je in een woonkamer kunt zitten en zomaar voor je uit mag staren, zonder dat iemand verwacht dat je ook maar iets zegt of oogcontact maakt. Ik hoef ook van mezelf even niks; ook geen nuttig boek lezen of zo.

Ik voel dankbaarheid jegens de mensen die de Noorder Poort runnen: van de chauffeur en de kok tot de monniken en de shoji. Zij zijn veel voor ons in de weer: ze regelen van alles, werken in de moestuin, zorgen voor de maaltijden en maken thee voor de theeceremonies. Ik voel die dankbaarheid ook jegens de zenmeester Jigen roshi; haar dharma talks blijven voor mij de kers op de taart. Verder ben ik dankbaar voor de hartelijkheid van Suigen roshi, die ook de vertaling verzorgde van de dharma talks en die in de ochtend meedeed aan de sesshin. En tot slot voel ik dankbaarheid jegens de deelnemers, simpelweg voor hun aanwezigheid in deze groep.  

Verder is mijn meditatie verdiept. Ik zie mijn patronen, mijn ego en de angst om dat kleine zelf te verliezen duidelijker en ik snap en ervaar het belang van open aanwezig zijn wat beter; wat voor mijn idee linkt aan wat de roshi zei: “Het Ware Zelf is helder en duidelijk.” Dankzij zen ben ik minder in de piekermodus, en dat is door deze retraite alleen maar versterkt. 

Mindful communiceren

Marjolein Verboom heeft van 1990 tot 2021 intensief zen beoefend binnen onze sangha, eerst als leerling van Prabhasa Dharma zenji en toen als leerling van Jiun roshi. Door Jiun roshi is ze in 2016 tot zenleraar benoemd. In 2021 heeft ze besloten haar leraarschap op te geven en haar oefening op een andere manier voort te zetten. Ze is docent en coördinator van de minor Mindful Communiceren aan de Hogeschool Utrecht. Ze is ook vertrouwenspersoon, zowel aan de Hogeschool Utrecht als voor onze sangha.

Ik kan het meteen in praktijk brengen

Marjolein Verboom over Mindful Communiceren aan de Hogeschool Utrecht

In de Covidperiode, toen het onderwijs net weer open was gegaan, gaf ik les aan een groep van twaalf studenten. Al snel bleek dat de groep bestond uit twee gepassioneerde antivaxxers, één iemand die eigenlijk niet in dezelfde ruimte wilde zijn met een ongevaccineerde persoon, iemand die een fervent voorstander was van de overheidsmaatregelen en een meerderheid, wel gevaccineerd, die er liever helemaal niet mee bezig was. De gemoederen liepen soms hoog op. Deze les gaf ik in het kader van de minor Mindful Communiceren, een keuzeprogramma van de Hogeschool Utrecht, toegankelijk voor alle studenten van Nederlandse hogescholen. Verbindende communicatie is een methode gebaseerd op geweldloze communicatie zoals ontwikkeld door Marshall Rosenberg. Verbindende communicatie leert hoe je begrip kunt ontwikkelen voor jezelf en anderen, hoe je tot oplossingen kunt komen door oprecht en open te luisteren, en hoe je je bewust kunt worden van de gevoelens en behoeften van jezelf en anderen. Van daaruit kun je een oprecht verzoek doen aan de ander en de ander aan jou. Dat klinkt mooi en dat is het ook, maar het kan hard werken zijn als mensen zo diepgaand ánders naar de dingen kijken. 

De verschillen in de groep waren groot en het kostte behoorlijk wat tijd en volharding om een manier te vinden om samen te werken. Het moment dat de studenten tot de conclusie kwamen dat hun verschillen gebaseerd waren op dezelfde onderliggende behoeften, namelijk aan gezondheid, veiligheid en vrijheid, zal ik nooit vergeten. Ze zijn nooit dikke vrienden geworden, maar hebben oprecht geprobeerd naar elkaar te blijven luisteren. Dat was een moment waarop ik dacht: hoe mooi zou het zijn als iedereen dit zou leren, liefst van jongs af aan.

Studenten willen “zen” worden

Tien jaar geleden begon de Hogeschool Utrecht met de minor Mindful Communiceren1 een keuzetraject in het derde of vierde studiejaar met een duur van twintig weken. Studenten krijgen in die tijd een volledige mindfulnesstraining met een verdieping in compassie, een doorlopende training in verbindende communicatie en lessen over boeddhistische, filosofische en psychologische thema’s. Als afsluiting van de minor ontwerpen studenten een toepassing ervan binnen hun eigen vakgebied. We werken inmiddels met een team van acht docenten voor zo’n 135 studenten per jaar. De studenten komen van alle studierichtingen: van PABO tot ICT, van Social Work tot Creative Business en van de zorg tot chemie.

Als we bij de start vragen waarom studenten hebben gekozen voor deze minor is het antwoord meestal “omdat ik rust zoek (in mijn hoofd)”. Uit meerdere onderzoeken onder jonge mensen blijkt dat de behoefte aan stresshantering, rust en stabiliteit de laatste jaren fors is toegenomen door toenemende prestatiedruk, sociale media en financiële problemen, en ook Covid heeft grote impact gehad op deze generatie. Wat is veranderd ten opzichte van tien jaar geleden is dat studenten nu meer ervaring hebben met verschillende vormen van meditatie. Meer dan de helft van de groep die afgelopen september is begonnen maakte, voorafgaand aan de minor, al gebruik van (begeleide) meditaties via een app, beoefende yoga of had al een mindfulnesstraining gevolgd. 

Veel studenten hebben hoge verwachtingen van mindfulness, ze hopen dat ze er zo snel mogelijk rustig, gelukkig en “zen” van worden. De aanvankelijke hoge motivatie wordt al snel op de proef gesteld, want het dagelijks oefenen thuis valt meestal zwaarder dan gedacht. Het zich bewuster worden van de adem, van zintuiglijke indrukken, van gedachten en gevoelens zonder er verhalen omheen te weven, kan confronterend zijn, saai of ongemakkelijk. Rust blijkt niet per se hetzelfde als je comfortabel voelen. 

Johannes Vermeer – dame en dienstbode

De minor besteedt aandacht aan stress, hoe het werkt en hoe je ermee om kan gaan. Deelnemers wisselen regelmatig hun ervaringen uit, soms in tweetallen, soms in de hele groep. Ze ontwikkelen inzicht in hun patronen en automatische reacties en onderzoeken voor zichzelf hoe ze behulpzamer, minder schadelijk voor zichzelf en anderen kunnen reageren op stress.

Mindfulness Based Stress Reduction

De mindfulnesstraining bestaat uit een geïntegreerd geheel van aandachts- en bewegingsoefeningen en enkele elementen uit de cognitieve gedragstherapie. De aandachtsoefeningen zijn gebaseerd op de aanwijzingen uit de Satipatthana-soetra, de manier van mediteren is het meest verwant aan vipassana-meditatie. Mediteren betekent in deze context: aan de hand van geleide meditaties bewust worden van sensaties in lichaam en geest, adem en zintuigelijke ervaringen. Daarnaast is er aandacht voor het herkennen van gewoontepatronen en automatische stressreacties. Door meer zelfkennis wordt het gemakkelijker patronen te herkennen en eerder en bewuster een heilzamere keuze te maken. In de minor geven we de 8-weekse Mindfulness Based Stress Reduction training (MBSR), zoals in de jaren 80 van de vorige eeuw ontwikkeld door Jon Kabat Zinn, toen als hoogleraar werkzaam bij het medisch centrum van de University of Massachusetts. Hij beoefende zelf al jaren een boeddhistische levenswijze en zocht een manier om die toegankelijk te maken voor zijn uitbehandelde patiënten met chronische pijn. Zijn motivatie was dat hij het lijden wilde verlichten en meer compassie en wijsheid wilde stimuleren. Met hetzelfde verlangen ben ik naast zenbeoefenaar ook mindfulnesstrainer geworden en vind ik nu in mijn werk een manier om de vruchten van zen en mindfulness uit te delen aan jonge mensen en tegelijk mijn eigen beoefening levendig te houden. 

De eerste paar weken geven studenten vaak aan dat het niet is gelukt om thuis te mediteren, dat ze zich niet konden focussen, dat er zoveel gedachten en afleidingen waren. Langzamerhand daalt het begrip in dat al deze dingen bij het oefenen horen. Geleidelijk aan wordt de preoccupatie met lukken of mislukken minder, ontstaat er meer geduld en acceptatie voor het oefenproces. Een belangrijke factor in de mindfulnesstraining is het met elkaar delen van ervaringen, soms in tweetallen, soms in de groep. Het is bevrijdend en ontroerend om erachter te komen dat je niet de enige bent. Met betrekking tot het thuis oefenen gaan studenten elkaar vaak aanmoedigen, sturen elkaar appjes of spreken af om gezamenlijk te oefenen. In coronatijd mediteerden studenten online regelmatig samen, buiten de lessen om. Als docenten oefenen we met de studenten mee en doen ons best het goede voorbeeld te geven. Zo oordeelloos mogelijk luisteren, geïnteresseerd zijn, bemoedigen, erkennen, en uitnodigen om verder te oefenen. Zo ontstaat beetje bij beetje meer zelfkennis, meer verbinding met zichzelf en meer begrip voor andere mensen.

Sanzen-in temple Ohara; foto afkomstig van My Kyoto Machiya

Studenten zijn niet anders dan zenbeoefenaars

In de tweede helft van de minor staat een stiltewandeling op het programma in het min of meer landelijke gebied van Amelisweerd, grenzend aan Utrecht Science Park waar ook de Hogeschool Utrecht is. Voor enkele studenten is het voor het eerst dat ze een half uur ergens naartoe gaan zonder telefoon. Dan zeggen ze: “Maar stel dat ik nu net een belangrijk telefoontje of appje krijg? Of dat er iets gebeurt onderweg?” Zo zie je maar, studenten zijn niet anders dan zenbeoefenaars. Gemiddeld wat jonger misschien, maar ik herinner me sesshins waarin Jiun roshi meermaals mensen moest aanmoedigen om de telefoon echt, helemaal, uit te zetten. Ook voor studenten kan dan de ervaring om ineens de wind op je huid te voelen, een vogel te horen fluiten of helemaal op te gaan in het ritselen van de blaadjes een bijzondere ervaring zijn, al is het maar voor even. Dit is wat studenten aan het eind van de minor vertellen: dat ze de thee of het eten echt hebben geproefd, dat ze hebben ervaren hoe het is om oprecht te luisteren naar een ander, zonder direct met hun eigen verhaal te komen: het zijn eenvoudige dingen met veel impact. 

Mindfulness en verbindende communicatie zijn niet per se boeddhistisch, maar vanuit boeddhistisch perspectief zie ik deze trainingen als twee beoefeningen van het achtvoudige pad: juiste aandacht en juist spreken. Binnen het meer theoretische vak “Bronnen & thema’s” besteden we één bijeenkomst specifiek aan het boeddhisme, onder andere aan de vier edele waarheden. Studenten worden uitgenodigd te onderzoeken hoe die edele waarheden werken in hun eigen leven. Aan de hand van een schrijfoefening, waarin ieder een eigen (groot) verlangen uitwerkt én iets waar ze een (enorme) hekel aan hebben, onderzoeken ze de woorden van de Boeddha. Waar herken je dat verlangen of afkeer onvrede veroorzaakt? Vervolgens delen studenten hun ervaringen in kleine groepjes en later in de hele groep. Ik vind het verrassend om te zien dat studenten heel snel iets doorzien van die edele waarheden, bijvoorbeeld: “Als ik te geobsedeerd bezig ben met mijn verlangen naar een liefdesrelatie, vergeet ik me bewust te zijn van wat er al wél is” . Of inzicht krijgen in de gevolgen van vasthouden aan afkeer: “Ik heb er een intense hekel aan als iemand liegt. Maar ik kan zien dat ik er me soms heel lang druk over kan maken. Dat is zonde van mijn energie en ik doe er misschien anderen mee tekort.”

Verbindende communicatie en mindfulness versterken elkaar: om gevoelens en behoeften te leren kennen helpt het om stil te zitten en van moment tot moment te ervaren wat zich afspeelt binnen en buiten jezelf. In de tweede helft van de minor verdiepen we mindfulness met (zelf)compassie en wordt er veel geoefend met de metta- of vriendschapsmeditatie en varianten daarop, waarbij je in meditatie vriendelijke wensen stuurt naar jezelf en anderen. Een jonge man schrijft na afloop: “Het heeft mij zachter en liefdevoller gemaakt en uiteindelijk een klein beetje een beter mens.” 

Veel gevraagd

Als docenten streven we ernaar om trouw te zijn aan de principes van verbindende communicatie en mindfulness én aan de eisen die een HBO-opleiding stelt. Zo heeft het wel even geduurd voor we een goede toets hadden ontworpen voor de mindfulnesstraining. Iemands prestaties met betrekking tot “mindfulness” beoordelen op HBO-niveau lijkt een onmogelijke opgave en dat is het ook. Dat doen we dus niet. Als eindopdracht leveren studenten een verslag in met een logboek, wekelijkse opdrachten en een reflectieverslag waarbij ze verbanden leggen tussen de theorie, de training en hun persoonlijke ervaringen. Ze maken daarbij gebruik maken van literatuur over mindfulness, compassie en verbindende communicatie2

Sanzen-in temple Ohara; foto afkomstig van My Kyoto Machiya

Het is een bekend fenomeen dat deelnemers aan een mindfulnesstraining proberen om het “goed” te doen en de aandachtsoefeningen te evalueren als “gelukt of mislukt”, als “goed of slecht”. In de context van een studie lijkt dat nog sterker te zijn. Beoordelingen maken immers een groot deel uit van elke studieloopbaan. In de minor maken we duidelijk onderscheid tussen het oefenen en het toetsen. Oefenen is het simpelweg doen van de aandachtsoefeningen zonder oordeel, met een houding van mildheid en vriendelijkheid naar alles wat zich aandient. Het deel waar studenten vervolgens op beoordeeld worden is hun reflecterende vermogen, hun kennis over de achtergronden van mindfulness en het verbanden kunnen leggen tussen persoonlijke ervaringen, de training en de theorie. Daarnaast ontwerpen studenten een toepassing van de minor binnen hun eigen vakgebied. Dat kunnen uiteenlopende dingen zijn zoals speelse aandachtsoefeningen voor kinderen op de basisschool of een website voor zorgprofessionals met filmpjes en voorbeelden van verbindende gespreksvoering met patiënten.

In de de evaluaties wordt de minor wordt (zeer) positief gewaardeerd door studenten, ook al is er soms kritiek op de hoeveelheid huiswerk: “Er wordt best veel van je gevraagd waardoor je juist stress ervaart.” De meeste studenten rapporteren na afloop dat ze zich na de minor meestal vrijer voelen, meer zelfregie in praktijk kunnen brengen en vaak een positiever beeld van zichzelf en de wereld om hen heen hebben gekregen. Ook het inzicht dat gedachten “maar gedachten zijn” en niet de werkelijkheid weergeven zoals die is, ervaren ze als bevrijdend. Interessant vind ik de opmerkingen van zowel islamitische als christelijke studenten die aangeven dat ze door de minor beter kunnen bidden, met meer aandacht en diepgang. Soms vertellen studenten dat hun omgeving heeft gemerkt dat ze rustiger en vriendelijker zijn geworden, met als simpel voorbeeld dat ze geen ruzie meer maken met huisgenoten over opruimen of het uitruimen van de afwasmachine. Ze doen verbindende verzoeken in plaats van verwijtende opmerkingen te maken. Natuurlijk blijven er altijd onuitgeruimde afwasmachines, meningsverschillen en stressvolle situaties en natuurlijk merkt niet iedere student meteen positieve effecten, maar deze jonge generatie heeft gereedschap meegekregen en vaardigheden opgedaan die ze nu en in de toekomst meteen in de praktijk kunnen brengen.

  1. Het bestaan van de minor is te danken aan de inspanningen van oprichtster Karin Bosveld, voormalig coördinator Paula Borsboom en opleidingsmanager Richard Versmissen. ↩︎
  2. Onder andere Mark Williams & Danny Penman, Mindfulness, een praktische gids om rust te vinden in een hectische wereld (Uitgeverij Nieuwezijds, 2011); Erik van den Brink en Frits Koster, Compassievol leven. Een mindfulness-based verdiepingsprogramma (Boom, 2016); Erwin Tielemans, Verbindende communicatie werkt (Garant, 2017) ↩︎

Wat doe ik hier?

Ruben Naus (26) zit bij de doorgaande zengroep in Utrecht. In juni was hij voor het eerst op de Noorder Poort, bij een zen-weekend.

Wat doe ik hier?

Kennismaking met de Noorder Poort

Na anderhalf jaar zen-training op de maandagavond, rondstruinen op de zenleven.nl website en lang wikken en wegen was het moment dan eindelijk daar: ik had me ingeschreven voor een zen-weekend bij de Noorder Poort.

Toen ik de enige straat in Wapserveen in draaide was de spanning meteen al om te snijden. “Wat voor mensen zouden er zijn?”, “Ga ik een cult binnen?”, “Kan ik ooit nog weg?”, “Ze vinden het vast heel slecht dat ik met de auto ben.” Nou, tot nu toe niet heel zen. Ik parkeerde de auto, liet mijn moeder weten dat ik er was, stopte mijn telefoon ver weg en stapte uit. Vertwijfeld liep ik vanaf de parkeerplaats het erf op, de bordjes “gasten” volgend. Die leidden me naar een deur, maar daar werd ik tegengehouden door een ander bordje. “Retraite Stilte s.v.p”. Was ik te vroeg? Paniek! Het ene bordje zei doorlopen, het andere zei stop! Wat te doen?

Ik draaide me om en zag dat er een andere gast aan kwam lopen. Een oude, glimlachende en wat stille man van in de 40-50. Het was duidelijk niet zijn eerste keer hier. Ik vertelde Mark (want zo heette hij) over het enge bordje, en we besloten samen om het huis heen te lopen om een andere ingang te zoeken. In de tuin vonden we gelukkig iemand in zenkleding die ons kon helpen. Ze was erg hartelijk en lachte veel. Het voelde meteen alsof ik haar al jaren kende. Het enge “Stilte!”-bordje bleek te vroeg te zijn opgehangen, en ze nam ons mee naar binnen.

Ik werd naar mijn kamer geleid, waar ik me uitgebreid installeerde. Daarna moest ik er toch aan geloven: bij aankomst koffiedrinken en een praatje maken. Het eerste wat me opviel, was dat ik veruit de jongste was. Nu was ik dit wel gewend van de zen-avonden: veel oude mensen, maar toch droeg het ergens bij aan het “wat-doe-ik-hier” -gevoel.

Ik pakte een kopje koffie (of had ik thee moeten nemen?! nou ja, het is al gebeurd), en ging op de bank in de woonkamer zitten. Volgens mij heb ik me er aardig doorheen geslagen door te proberen heel zen-achtig mijn koffie te drinken en oogcontact zoveel mogelijk te vermijden. Iedereen dacht vast: “Hij ziet er erg verlicht uit!”. Een gesprek bleef me bespaard.

Bij de broodmaaltijd ’s avonds lukte het me iets beter met mijn tafelgenoten te praten. De meeste mensen waren hier al eens geweest, en ze zaten er redelijk ontspannen bij. Na de maaltijd was er een voorstelrondje en werd iedereens corvee-taak uitgelegd (ik moest de wc’s doen). Daarna uitleg over hoe dingen gaan in de zendo, en om half 8 was de eerste meditatieperiode. Ha! Dat kende ik: 25 minuten op een kussen zitten, eventjes lopen, en dan weer 25 minuten zitten. En het mooiste was: ik hoefde niks meer te zeggen!

Om tien uur was het bedtijd. Ik weet nog dat ik weinig sliep vanwege de hitte en de spanning, maar ik was in ieder geval blij dat ik veilig op mijn kamer lag…

Om zes uur werden we door Kyogen wakker gebeld met een wakker-bel-bel waarmee hij langs alle deuren ging. Kyogen is één van de bewoners, en voor het weekend was hij ook de jikujitsu (meditatieleider). Ik sprong meteen onder de koude douche (ik wist van mezelf dat er altijd het risico is dat ik weer in slaap val), kleedde me aan en kwam beneden voor het ochtendmeditatieprogramma.

De ochtend begint met thee en een halve rijstwafel, daarna zingen en mediteren. De dag bestond verder uit zit-meditatie, loop-meditatie binnen, ceremonieel theedrinken, loop-meditatie buiten (of gewoon wandelen) en dat soort dingen.

Om negen uur was er ontbijt. Het eten was steeds heerlijk: zó simpel, en zó lekker! En ik hoefde nu niet eens een gesprek te voeren!

Na het ontbijt was er de dagelijkse schoonmaaktaak, wat ik persoonlijk één van de leukste programmaonderdelen vond, en daarna was het vrij thee of koffie drinken met een stuk fruit. Ik pakte een kopje koffie en een banaan en ging op mijn plek van gisteren op de bank zitten. Ik nam een slok koffie, en nog een slok, en nog één… en toen voelde ik opeens het effect van koffie! Verbaasd keek ik naar het zwarte goedje: ik wist niet dat cafeïne zó sterk was! Maar goed, normaal drink ik nog veel meer koffie, dus nu overleef ik het vast ook wel, dacht ik.

Om elf uur was er een dharma-toespraak1 van Jiun Hogen roshi, de zenmeester. Ze sprak over waarom we zen beoefenen: niet om voor de rest van je leven op een kussentje te zitten, maar om elk moment ten volste te leven. Ten volste leven: in mijn omgeving werd dat eerder gezegd tijdens een avond stevig drinken en uitgaan, dan op een rustige zaterdagochtend. Hoe leef je ten volste als alles wat je doet zitten, lopen en thee drinken is? Ik wist het niet.

Jiun roshi geeft persoonlijk onderhoud (dokusan)

Langzaam merkte ik tijdens de meditatie dat ik erg kwaad was. Huh? Kwaad? Ik? Maar het was zo: kwaad als iemand een fout maakte, of kuchte, of slikte, of luid ademde. Kwaad als ik tijdens de loopmeditatie achter iemand liep die zijn voet niet optilde wanneer ik vond dat dat moest. Kwaad op dit centrum, met al die gelovige mensen die de hele dag zinloos stilzitten, soetra’s opdreunen en rondjes lopen. Maar ook boos op mezelf als ik weer eens was afgeleid, of een fout maakte, of slikte. Jeetje… Was ik dit?

Aan de andere kant zag ik ook steeds meer dingen buiten mezelf. Tijdens het buiten lopen kon ik zien hoe mooi bloemen eigenlijk zijn. Ik werd overweldigd door het oneindige aantal grassprietjes in de landschapstuin, die allemaal glinsterden in de zon. Ik zag hoeveel verschillende soorten insecten, vogels, kikkers en mollen er buiten leven. Ik dacht: “Wat is die ruis eigenlijk?”, en hoorde toen de rijkdom van het geluid van de wind door duizend wapperende blaadjes.

Tijdens de dokusan (persoonlijk gesprek met de zenmeester) vertelde ik Jiun roshi over de woede waar ik mee zat. Het was spannend om bij haar te komen, maar ze was zo open en vriendelijk dat de woorden mijn mond vanzelf verlieten. Ze vertelde dat we naar beneden kijken in zazen zodat we ons niet teveel met anderen bezighouden. Ik realiseerde me dat ik natuurlijk niet de enige op de wereld ben die zich wel eens ergert aan een ander. Ze vroeg of ik nog vragen had – en die had ik – maar ergens wist ik: ik moet gewoon verder oefenen. Steeds weer uit de gedachte, de veroordeling, het klagen en het hopen stappen, en teruggaan naar de adem.

Zondagochtend was hetzelfde als zaterdagochtend, en ik begon er lekker in te komen! Gewoon zitten, lopen, thee drinken, schoonmaken… Maar het was al de laatste dag. Vrijdag vond ik de lengte van het weekend nog bedrukkend, maar nu had ik helemaal geen zin meer om terug te gaan naar Utrecht. Terug de drukte, de sleur en de gewoonte in. En die boosheid was nog steeds een raadsel. Waarom was ik steeds zo boos? Ik wist meteen: ik wil verder!

De autorit terug was wel tekenend voor wat er veranderd was. Ik zette gewoon een keer géén muziek op, en gebruikte eens een keer géén navigatie. Op de borden staat dus blijkbaar gewoon welke kant je op moet als je naar Utrecht wil! Verwonderd keek ik door de voorruit naar de wereld: overal blaadjes, bomen, grassprieten, vogels, mensen, huizen, auto’s, motors, motorrijders, water, wolken, asfalt, vangrails, gedachten, hectometerpaaltjes (élke honderd meter staat er weer eentje!), zon, mijn handen, de lucht, en bloemen. Van alles!

  1. Zie Vijf soorten zen ↩︎

Taido

Ordinatie tot unsui – de moeder van Taido (rechts) was ervoor uit Australië gekomen

Taido Howden

Woonde op de Noorder Poort van 2009 tot 2015

Unsuinaam: Taido – ze is nog steeds unsui

Huidig beroep: levenskunstenares

Wat heb je in je huidige leven aan je zentraining gehad?

In mijn leven nu lukt het me om door te gaan met het toegewijd beoefenen van zen. En dat geeft mij het gevoel dat ik veel meer in staat ben al die overbodige verhalen te stoppen die ik vaak had over allerlei situaties. Daardoor is mijn leven een heel stuk lichter en plezieriger geworden.

Dit zijn echt grote cadeaus voor mij, en ik krijg er nog steeds tranen van in mijn ogen.

Wat was het leukste en wat het slechtste moment in je zentraining?

De leukste momenten in mijn zentraining waren de gesprekken die ik voerde met de  Wapserveense boeddha Klaas. Klaas spreekt geen Engels en ik spreek geen Nederlands.

En dat leidde altijd tot zulke mooie, hele simpele en pure momenten. En heel vaak was het natuurlijk ook hilarisch. Ik denk daar nog regelmatig met een big smile aan terug.

Het slechtste moment was toch wel de intense frustratie en woede die ik soms voelde ten aanzien van mezelf en andere bewoners. Er waren dan zooooooo veel overbodige verhalen die in mijn hoofd rondspookten. Dat was echt heel moeilijk af en toe.

Waarom ben je weggegaan

Ik moest drie grote operaties ondergaan terwijl ik op de Noorder Poort woonde. En alle drie waren ze gerelateerd aan trauma’s die ik vroeger heb opgelopen, en waar ik nog niet overheen was. De operaties maakten die diepe wonden op een heel intensieve manier los. Dat was een heftig psychisch proces. Helaas moest ik daarom op een gegeven moment de Noorder Poort verlaten en ben ik teruggekeerd naar mijn geboorteland Australië zodat ik daar psychisch kon genezen.

Vorige: Maria Fröhlich

Robert

Robert Hozan (midden) bij de opening in 1996; links Kishin en rechts Enko

Robert Gantke

Woonde op de Noorder Poort van 1996 tot 2000.

Unsui-naam: Hozan.

Huidig beroep: massage-leraar en coach, eigenaar van de Gantke-akademie.

Wat heb je in je huidige leven aan je zentraining gehad?

De zentraining heeft mijn leven totaal veranderd. Vóór mijn zentraining had ik hele andere prioriteiten. Ik wilde succesvol zijn. Ik was, wat je noemde, zo’n cool type. Ik had lang haar, ik vond het leuk als mooie meisjes mij zagen staan, dat soort dingen. Ik was helemaal in de veronderstelling dat dat de weg naar geluk was.

Tijdens de zentraining leefde je (als unsui/zenmonnik) celibatair en had je met allerlei regels te maken. Dat vond ik heel moeilijk. Maar achteraf gezien kan ik nu zeggen dat dat me juist bevrijd heeft. Want in mijn leven na de zentraining zat ik niet meer gevangen in dat wat je ego je voorschrijft, namelijk succesvol zijn, veel geld verdienen, enzovoort. Ik kon dat relativeren.

Ik kan nu zeggen: er is geen verschil tussen mijn leven en mijn beoefening van zen. Zen is een bestanddeel van mijn leven geworden zowel in mijn beroep als in mijn privéleven. Mijn doel in het leven nu is dat ik dingen wil doen waar ik met mijn hele hart achter kan staan. Ik coach nu bijvoorbeeld  mensen, ik wil mensen verder helpen.  Ik wil ze helpen om gelukkiger in het leven te staan. Ik vraag me niet af: hoe kan ik het beste zoveel mogelijk geld verdienen, maar wat is het gevolg van wat ik doe. Hoe kan ik mensen helpen om beter in hun leven te functioneren. Of beter hun doelen te realiseren. Dat geeft mij heel veel voldoening.

Kishin en Hozan in de theekamer, ca 1999

Wat was het leukste en wat het slechtste moment in je zentraining?

Een heel leuk moment was tijdens een dai-sesshin. Ik was jikkijitsu (meditatieleider), en zat dus tijdens de maaltijden naast Jiun roshi (toen Udaka). Het was het einde van de maaltijd. We aten met bowlsets en mealservers. De tafels waren schoongeveegd. En iedereen zette zijn kommen weer op tafel. En plotseling stoot Jiun roshi mij aan en wijst naar haar bowlset. Die bewoog zich heel langzaam glijdend over tafel. En toen moesten we allebei zó lachen. En dat was zo mooi. Die stille eetzaal. Iedereen helemaal in concentratie, en plots was daar dat lachen. De tranen liepen over onze wangen. Dat was voor mij een heel mooi moment.

Een tweede mooi moment was toen ik tenzo (kok) was. Het was pauze. En iedereen was aan het rusten. Behalve ik, want ik moest de keuken nog schoonmaken. En ik voelde me gefrustreerd. Want ik had ook behoefte aan pauze. Ik was bezig de borden in het droogrek te zetten. En doordat ik zo gefrustreerd was, ging dat met nogal wat lawaai gepaard. Opeens kwam Jiun roshi voorbij, buiten, aan het keukenraam. Ze bracht haar vinger naar haar lippen en zei ssttttt…

En toen ontplofte ik eigenlijk. Ik was boos en ook heel verdrietig. Ik liep naar het huis waar Jiun roshi (toen Udaka) woonde. En ik zei tegen haar: Udaka, ik kan het niet, en ik wil het niet!

En zij lachte alleen maar naar me. Maar op een heel vriendelijke manier. En toen besefte ik ineens dat ik mijn eigen filmpje aan het afdraaien was. En ik zag ook dat zij dat doorhad. Ik heb toen een gassho gemaakt en ben teruggegaan naar de keuken en heb de borden heel rustig in het droogrek gezet.

Marjita voor het altaar (1999)

En een laatste mooi moment was ook in de keuken. Ik had een hulpkok, een novice,  Marjita genaamd. En ik had van Prabhasa Dharma roshi geleerd hoe de wortels te snijden zodat de mensen in de sesshin ze goed konden eten met de eetstokjes. Dus ik gaf de instructie aan Marjita om die wortels een derde om te draaien, en dan te snijden. En zij draaide ze steeds maar een kwartslag om. En ik kwam in dokusan bij Udaka en zei: ‘Het gaat zo moeilijk met die Marjita in de keuken, zij doet gewoon niet wat ik zeg.’ Udaka vroeg toen aan mij: ‘Ben je boos geworden?’ Ik zei: ‘Ja.’ En zij: Aha…misschien kun je iets met die boosheid?’ En toen ben ik teruggegaan naar de keuken. Ik heb niets meer tegen Marjita gezegd. Geen instructies meer gegeven. Maar ik heb wel gekeken tijdens de maaltijd of de mensen de stukjes wortel zoals zij ze gesneden had, ook konden eten. En dat was zo…

Het slechtste moment in mijn zentraining… tja…die zijn er natuurlijk wel geweest. Maar ja, die slechte momenten zijn juist ook de momenten geweest waar ik het meest van geleerd heb.

Prabhasa Dharma roshi zei: ‘Jullie zijn allemaal vieze aardappels, en jullie worden met z’n allen in een kist gegooid. En daar liggen jullie tegen elkaar aan te schuren en te schuren en te schuren… en jullie schuren elkaar geleidelijk aan schoon..’

En zo gaat dat precies in een zentraining. Dat schuren was natuurlijk niet fijn, maar je werd er wel schoon van.

Recitatie(1999) – vlnr Jishin (nu Tetsue), Hozan, Iretsu en Anshin Tenjo

Waarom ben je weggegaan ?

In de winter van 1999-2000 mocht ik van Prabhasa dharma roshi de wintertraining in Mount Baldy doen. Dat heb ik gedaan. Daarna ben ik teruggegaan naar de Noorder Poort. Maar na een maand of drie wilde ik niet meer op de Noorder Poort blijven. Ik wilde gaan trainen in Mount Baldy. Ik dacht dat daar de échte zen, de authentieke zen beoefend werd. Ik dacht: daar ga ik de grote satori (verlichting) ervaren. Dat was een illusie, natuurlijk, dat heb ik me later gerealiseerd. Maar kennelijk moest ik dat toch eerst zelf uitvinden.

Mount Baldy was veel traditioneler en strenger dan de Noorder Poort. Het was echt nog die Japanse kloostertraditie. Koanstudie. Veel zitten. Daar ging het om.

Prabhasa roshi had op de Noorder Poort een ‘zachtere’ stijl ingevoerd. Die meer aansloot bij mensen uit westerse landen. Zij zei: westerse mensen hebben veel meer last van hun emoties. Koanstudie alleen kan dat niet doorbreken. Daarom is het nodig om andere middelen in te zetten. Zoals vipassana.

En dat vond ik heel goed van haar. Ik denk dat zij dat heel juist gezien heeft. Ik moet zeggen: ik ben de Noorder Poort, Prabhasa dharma zenji en Jiun roshi echt heel dankbaar voor wat ik daar geleerd heb. En ik denk dat Jiun roshi wel wist dat ik die meer authentieke zen niet in Mount Baldy zou vinden. Maar ja, ik moest dat toch zelf uitzoeken.

Ik ben een klein jaar in Mount Baldy gebleven en heb toen besloten dat ik op mezelf verder wilde. Dat ik de uitdaging aan wilde gaan om zelf in mijn eigen leven zen voort te zetten.

Vorige: Daniël Pollack

Volgende: Doshin Houtman

Koninginnen

Koninginnen

Een kleine geschiedenis over verknopingen[1] (door Ursula Roethel)

Op 26 juli werd Sandra Möller uit Hamburg, die sinds een klein jaar op de Noorder Poort woont, tot unsui (zen-non) geordineerd. Sindsdien is haar naam Agetsu (O, maan!).

Ik kom ook uit Hamburg, en Sandra had (met toestemming van Jiun roshi) mij daarom gevraagd om, zoals bij die gelegenheid gebruikelijk is, haar haren af te knippen en haar hoofd te scheren.

Voor mij was dat een teken van bijzonder vertrouwen en ik vond het ook heel mooi om deze stap samen met haar te mogen zetten. We voerden onze kleine ceremonie uit op een prachtige zomerdag. Ik moest een kleine lok op haar kruin laten staan, zodat Jiun roshi die tijdens de ordinatie als laatste kon afscheren.

HarenScherenAgetsu-2

Aki, een vrouw met wie ik lange tijd als grimeuse in het theater heb gewerkt, heeft sinds tien jaar een winkeltje in Hamburg dat “Koninginnen” heet. Zij knoopt pruiken voor vrouwen die door ziekte hun haren zijn verloren, meestal ten gevolge van chemotherapie.

Wat ligt dan meer voor de hand dan de haren van een non weg te geven als steun bij de genezing van een zieke vrouw? We zijn alle drie gelukkig met de weg die die haren nu gaan.

Zo ontstaat een “verknoping” van vier vrouwen uit Hamburg en een “verknoping” van haren tot een pruik. We weten nog niet welke vrouw de pruik met de haren van Agetsu gaat dragen. Maar misschien vindt zij door deze “verknoping” ooit nog de weg naar de Noorder Poort. Wie weet?!

[1] Het Duitse woord Verknüpfung betekent verbinding maar wordt ook gebruik voor het knopen van een pruik.

Rohatsu 2019

De Rohatsu, die elk jaar op vele zencentra in de wereld rond 8 december gehouden wordt, is een zeer intensieve retraite. Irene Alegría tal cuál es Espinosa, een van de Spaanse meditatieleiders, deed voor de eerste keer mee en beschreef haar indrukken.

Winter op de Noorder Poort

Wat doe je in een Rohatsu?

Gedachten en indrukken van Irene Alegría tal cuál es Espinosa

 

In de zendo

De stilte en de vastberadenheid van de deelnemers, de kleuren, één zijn met iedereen, me laten dragen door de energie die ontstaat, binnen, buiten ...... door de pijn in mijn benen .... zich alsmaar verdiepend inzicht.

 

De maaltijden

Een feest voor de zintuigen.

Het geluid van de gong die ons naar de eetkamer roept,

de kruidige etensgeur bij het verlaten van de zendo,

de ruimte die zich voor mij opent met de orioki's,

de aandacht, de smaken en het mondgevoel van het eten.

 

Slapen

Het open raam en het geluid van de bomen, van de wind, van de regen.

De intense, helende warmte onder het beddengoed.

Weinig uren, veel rust.

 

Wandelingetjes

Elke dag een geschenk.

Eerst zonnige en koude dagen, met de zon die zijn best moet doen om een plek te vinden tussen de lange schaduwen van de bomen.

Dan mist en vorst die alles bedekken met wit.

Weer een dag later zachte regen en gras bedekt met glinsterende druppels.

Op een ochtend een verrassende regen van zachte en langzame bladeren.

En altijd kwam aan het eind van het kinhin-pad de boom me tegemoet, als een open hand naar de hemel.

 

De Sanzen ruimte op Noorder Poort

Sanzen

Opletten, opspringen, snel naar de uitgang en vol aandacht in de wachtkamer ....... alles is mogelijk.

Het geduld, de aandacht en het kleine hondje van Jiun roshi vervullen me met vreugde: bemoedigend.

 

Het hele huis, de bewoners en de omgeving helpen ons.

 

Bedankt

 

Ik kreeg een geschenk tijdens de "nachtzitting".

Ik ging heel moe naar bed en was niet van plan naar beneden te gaan. Toen ik al in mijn lekkere warme bed lag, herinnerde ik me wat Jiun roshi ons over Manjushri had gezegd en vroeg ik aan de bodhisattva en aan alle andere "gezegende zielen" (zo zei mijn moeder dat toen ik klein was):

"Ik ben zo moe, maar als ik door in deze nacht te mediteren iets ga begrijpen en ik mijn lichaam daarmee geen schade berokken, help me dan om wakker te worden en te gaan zitten"

En na slechts anderhalf uur slaap, het was pas tien over twaalf, werd ik volledig uitgerust wakker en was ik er klaar voor. Ik kleedde me aan, ging naar beneden en zat eerst nog even in de sanzenkamer, waar ik een kussen gevuld met boekweit uit kon proberen dat harder was dan het kussen dat ik tot dan toe had gebruikt en waarop ik verder ben blijven zitten.

De groep kwam uit de zendo, ik dronk koffie met hen en at rijk belegde crackers, we gingen mediteren en die nacht deden mijn benen geen pijn, ik was niet slaperig en de volgende dag voelde ik me goed en hoefde niet meer dan een uur te rusten. Een “geschenk”, en ik was ook iets gaan begrijpen  .....

nogmaals bedankt.

 

Herinneringen – Cees de Wit

Cees Dharma Pala de Wit woont in Heerenveen en werkt als vrijwilliger op de Noorder Poort, en wel als hoofd van de Technische Dienst. Hij oefent al meer dan dertig jaar zen. Hij leverde deze herinneringen aan onder de titel Belevenissen van een beginner

Herinneringen aan Roshi

van Cees Dharma Pala de Wit

Uit het schetsboek van Prabhasa Dharma

Het zal 1985 zijn geweest dat ik kennis maakte met zenmeditatie. In het Carmelitessenklooster in Drachten kwam wekelijks een groep mensen samen om te mediteren. Een van de inwonende zusters deed daar ook aan mee. Jan Koenes, die de groep leidde, deed sesshins bij Prabhasa Dharma roshi. Hij heeft later een poos in het Dharma House in Miami  gewoond.

 

Via Jan Koenes ben ik ook al vrij gauw met Prabhasa in aanraking gekomen. Op 21 juni 1990 heb ik van haar de geloften gekregen. De eerste keer dat ik Prabhasa roshi ontmoette was tijdens een sesshin op de Theresiahoeve in Langenboom.

De eerste sanzen was erg spannend weet ik nog. Ik denk dat de instructie, hoe te handelen, niet al te duidelijk was geweest, want toen ik de sanzenruimte binnenkwam, zag ik daar niemand. Ik dacht dat ik de verkeerde deur had genomen en wilde alweer teruggaan. Maar direct rechts van de ingang stond een kamerscherm. Toen ik daar om de hoek keek zag ik een levende Boeddha in meditatie verzonken. Niet wetende wat te doen ben ik uiteindelijk maar tegenover haar gaan zitten.

 

Vaak ontmoet ik mensen die luidruchtig zijn en die van de ene in de andere emotie schieten, maar Prabhasa straalde een innerlijke rust en diepgang uit die diepe indruk op mij maakten. Ze stelde vragen en gaf instructie hoe verder te gaan met mijn meditatie.

 

Later op de Tiltenberg heb ik nog diverse sesshins bij haar gedaan. Van tevoren werd besproken wat de gedragsregels waren, onder andere niet praten en elkaar niet aankijken. Toen ik in een middagpauze op een bospad wandelde zag ik in de verte Prabhasa aan komen. Alleen wij tweeën waren daar op dat moment. Wat moest ik doen? Haar negeren was onmogelijk en elkaar aankijken mocht ook niet. Prabhasa kwam met de meest voor de hand liggende oplossing. Vlak voor we elkaar passeerden maakte ze met een glimlach gassho, simpel, respectvol en met volledige aandacht.

 

De sesshins met Prabhasa roshi waren strak geregeld. Tijdens een meditatie zaten we zo stil dat een verdwaalde koolmees op het hoofd van een mevrouw landde en in haar haarnetje verstrikt raakte. We hebben het beestje bevrijd en naar buiten gebracht.

 

De koanoefeningen vond ik moeilijk en ik had vaak geen idee waar het naartoe moest gaan. Prabhasa gaf ook niks van een oplossing prijs. En toch, door al dat geworstel en het dan soms maar opgeven, leverde het dikwijls bevrijdende inzichten op.

 

Niet weten, en daar tevreden mee zijn, zonder oordeel kijken naar het huidige moment, dat zijn zaken die onder leiding van Prabhasa Dharma roshi bij mij tot ontwikkeling zijn gekomen. Daar ben ik haar zeer dankbaar voor.

Herinneringen – Suus Scheller

Suus Dharma Kala (Goddess – Moon of the fine arts) Scheller (1934) is beeldend kunstenaar en deeltijd psycholoog-psychotherapeut. Ze werkt vaak  met gezinnen en beeldende middelen. Suus is veelvuldig schenkster aan de Noorderpoort en deelneemster aan werkweken en daily life-sesshins.

Suus Scheller - Vliegende hond

Suus Scheller – Vliegende hond

Herinneringen aan Roshi

van Suus Dharma Kala Scheller

 

Rond 1980 kwam het zenboeddhisme mijn wereld binnen, dankzij het boekje van Nico Tydeman: Zitten, de praktijk van Zen. We oefenden in het culturele centrum de Kosmos aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam. We deden er een prille sesshin. Een oudere vrouw vertelde me enthousiast, dat er nu ook een vrouw als zenleraar uit Amerika was gekomen. Jenny de Wit (later Jiun roshi), was haar meteen achterna gereisd naar Oostenrijk. Ik kreeg ook nog een beschrijving van zoiets opwindends als een koan. Iets met een blad dat naar beneden kwam. We kenden eigenlijk alleen maar mannen als zenleraren. Kort daarna konden we op de Tiltenberg, in Vogelenzang, ook met haar kennismaken. Elegant, poëtisch, krachtig en inspirerend was ze. Bovendien verbond ze een en ander ook met woorden uit de bijbel. Dat vond ik fijn. Wat mij verder vooral trof, was dat enkele verdwaalde narcissen op een kaal plekje na twee dagen zitten voor mij ineens van een intense schoonheid waren. Als beeldend kunstenaar vond ik dat extra fijn.

 

Daarna maakte ik opportunistisch gebruik van verschillende korte sesshins bij haar en bij Genpo en pater Lasalle. Met de koan Mu reisde ik ze beurtelings af. Roshi zei toen ik binnenkwam voor Dokusan: Hoe heet je? Ik zei: Mu. Dat gaf haar hoop en ze zei: Je zou eens een maand moeten zitten. Bij wie? De mannelijke energie in de sneeuw bij Genpo, of de vrouwelijke in de woestijn van Californië bij Prabhasa? Het werd de laatste.

Ik moest onbetaald verlof vragen en al mijn kostbare vakantiedagen eraan opofferen voor bijna vijf weken. Ik stelde me voor hoe Prabhasa mij met open armen zou opwachten bij aankomst, maar nee: ze was eerst nog drie dagen thuis in LA. Ik was teleurgesteld en ook wel kwaad. Na haar aankomst gingen we een uitstapje maken naar een natuurreservaat in de buurt. Ze hield daar een korte teisho over hoe de natuur zich aanpaste aan de ongewone omstandigheden van droogte en hitte. De eik had piepkleine eikeltjes en de bladeren waren verhard tot een soort hulstblad. Een ander boompje verloor in geval van nood in één keer zijn blad. Moraal: ze pasten zich aan de omstandigheden aan. Mijn kwaadheid gleed in verwondering van mij af. De andere deelnemers waren interessante, levendige types. Veel hoogopgeleide mannen en vrouwen wist ze te inspireren.

 

Thuis luisterde ik graag naar haar teisho’s op cassettebandjes in mijn atelier. Haar thema van het loslaten van je ego hielp me als beeldend kunstenaar om vrijer en lichter te schilderen. Ik had een thema van een hond die door een hoepel sprong, in een wijds, woestijnachtig landschap. Het verbeeldde voor mij de ervaring van een koan opgelost te hebben. De hoepel was de barrière van de koan, en als je terug op aarde kwam was de wereld niet veranderd, maar toch ook weer wél, doordat je zelf veranderd was. Het was een fijn inspirerend thema, waar veel mensen door geraakt werden. Helaas vond roshi het geen zenkunst. Tja.

 

Ergens in die periode werd roshi verschrikkelijk ziek. De kankeruitzaaiingen waren eigenlijk al te ver gegaan. Een arts die bij de operatie was, zei me dat ze hoogstens nog vijf jaar te leven had. Ze is toen veel actiever geworden om zenmonniken op te leiden en om de latere Jiun roshi te stimuleren in Europa een eigen centrum te stichten. Ik kreeg de indruk dat ze ook veel pijn had en dat ze haar lichtvoetigheid kwijt was geraakt.

 

De derde keer dat ik een maand in de woestijn was, zat ik dicht tegen een burn out aan en dat heeft mijn herinneringen gekleurd. Ik was ongeduldig en vond dat ik nu maar eens verlicht moest raken. Roshi doorzag niet dat dit geen goede invalshoek voor me was en gaf me een heel moeilijke koan. Verder adviseerde ze me niet om me heen te kijken naar de magistrale natuur, maar om alleen naar de grond te kijken. Daar werd ik zo somber van dat ik er gauw weer mee ophield.

 

Laten we eindigen met haar sprankelende, inspirerende kant. Het zonder voorbehoud manifesteren van jezelf toonde ze in het ensceneren van rituelen. Op Buddha’s Birthday schepten we met een soeplepel water met rozenblaadjes over een grote plastic babypop. Ze nodigde de dichter Alvaro uit om ons te leren dichten met heerlijke, onrationele beelden. Na een week stil zwoegen in de hitte nam ze ons mee naar de heerlijke warme minerale bronnen van Palm Springs om bij te komen. En zo kan ik nog een hele tijd doorgaan.

Herinneringen aan Roshi

Herinneringen aan Roshi

Prabhasa Dharma zenji, bij leven door haar leerlingen altijd aangesproken met Roshi, heeft bij velen een diepe indruk achtergelaten.

Hoe was de ontmoeting met haar voor een aantal mensen uit onze sangha? Wat heeft ze voor hen betekend? ZenLeven vroeg het aan een trouwe vrijwilliger van de Noorder Poort, aan een kunstenares, aan een van onze zenleraren en aan een unsui (zenmonnik) die uiteindelijk Vipassana-leraar is geworden. De vier artikelen geven een impressie van verscheidene kanten waarbij overeenkomsten én verschillen in het oog springen.

De bijdragen bevatten zen-termen die niet iedereen zal kennen. We hebben tooltips toegevoegd met uitleg.

Maurits Hogo Dienske was voor zijn pensionering vijfendertig jaar wiskundeleraar. Hij begon in 1980 met zen en studeerde twaalf jaar bij Prabhasa Dharma zenji. In 1999, vlak voor haar sterven, heeft zij hem tot leraar van het Internationaal Zen Instituut benoemd.

Lees zijn herinneringen

Doshin Houtman werd in 1989 leerling van Prabasha Dharma roshi en begon met koanstudie in de Rinzaitraditie. Sinds 2002 is zij dharmaleraar in Vipassana en zen.

Lees haar herinneringen

Suus Dharma Kala Scheller  is beeldend kunstenaar en deeltijd psycholoog-psychotherapeut. Ze werkt vaak  met gezinnen en beeldende middelen. Suus is veelvuldig schenkster aan de Noorderpoort en deelneemster aan werkweken en daily life-sesshins. Dharma Kala betekent Goddess-Moon of the fine arts.

Lees haar herinneringen

Cees Dharma Pala de Wit woont in Heerenveen en werkt als vrijwilliger op de Noorder Poort, en wel als hoofd van de Technische Dienst. Hier naast het bord bij de ingang van het centrum, dat hij heeft gemaakt. We konden helaas geen foto vinden van hem samen met Prabhasa Dharma roshi. Hij oefent al meer dan dertig jaar zen.

Lees zijn herinneringen