De redactie – Suigen roshi, Threes, Sandra en Auke
Ardan Timmer was jaren lang intensief betrokken bij de Noorder Poort. Eerst als unsui en later als kok. Voor het Tijdschrift ZenLeven was hij beeldredacteur. Zijn onverwachte overlijden op 9 augustus 2024 heeft veel mensen diep geraakt.
Sinds ruim twee jaar is Daiten de tenzo, de hoofdkok op de Noorder Poort. Zijn gewone naam is Robert Jan Raaman. De naam Daiten heeft hij gekregen toen hij de geloften nam in Zenriver, waar hij drie jaar heeft getraind. In januari van dit jaar is de keuken verbouwd. Die is nu twee keer zo groot geworden. Een mooie aanleiding dus ook om eens met de kok te gaan praten.
De rode draad van de kok
Interview van Ardan Timmer met Daiten (Robert Jan Raaman)
Is zen of spiritualiteit belangrijk in je leven?
Nou, dat ligt eraan wat je onder zen verstaat. Voor mij is de Japanse traditie, hoewel ik het waardeer, eigenlijk meer een sta-in-de-weg geworden. Ik vind het vreselijk. Waarschijnlijk is dat een fase op het zen-pad. Maar spiritualiteit in bredere zin, dat is wel heel belangrijk in mijn leven. Of beter gezegd: Het ís mijn leven. Het is het centrale thema. Als ik nu terugkijk, en ik ben nu eenenveertig, dan zie ik dat het als een rode draad door mijn leven loopt. Informeel is mijn spirituele zoektocht denk ik al tijdens mijn geboorte begonnen of eigenlijk zelfs al daarvoor.
Formeel startte die zoektocht toen ik achtentwintig was en voor het eerst naar een spirituele leraar, Kees van de Bunt, ging. Hem zie ik als de basis van mijn spirituele ontwikkeling. Een ontwikkeling die nog steeds gaande is. De reden dat dat op mijn achtentwintigste formeel begon, is dat mijn leven toen vastliep op allerlei vlakken. Relaties, werk, dat soort dingen. Het boeddhistische boek dat ik las was De Lotus en de Roos van Han de Wit. Toen ben ik eerst in mijn eentje gewoon begonnen met mediteren. Maar ik merkte dat ik toch een leraar nodig had. En dat werd Kees van de Bunt.
Zie jij koken als een baan of ook als een spirituele bezigheid?
Ik heb een horeca-achtergrond. En ik vind het ook leuk om te koken. Dus ja, ik benader het als een baan. Maar ik zie het ook als een spirituele bezigheid. En het is ook fijn dat ik iets kan doen om mensen te ondersteunen als zij hier op retraite komen. Het is een bescheiden rol. Maar ik kan toch alles geven.
Ervaar jij Jiun roshi als jouw leraar?
Er zijn hier meerdere leraren op de Noorder Poort. En iedereen bij wie ik in de dokusan-ruimte ga zitten, is mijn leraar. Ik voel me niet zozeer verbonden met een traditie. Maar ik heb nog wel steeds contact met Kees, mijn allereerste leraar. En ik vind het belangrijk om als man naast vrouwelijke voorbeelden ook mannelijke leraren te hebben. Hier zijn het toch grotendeels vrouwelijke leraren.
Maar ik zie het ook zo dat alles en iedereen een leraar is. En met name de mensen en situaties waarbij ik veel frictie ervaar omdat ik daardoor kan groeien.
Ook in dat opzicht zou je kunnen zeggen dat Jiun roshi een goede leraar voor mij is.
Welke rol speelt koken/kok zijn in jouw leven?
Ik ben een drop-out van het VWO. Ik kon wel goed leren, maar ik heb de middelbare school niet afgemaakt. Daarna ben ik een horeca-opleiding gaan doen. En zo ben ik vanaf mijn negentiende het koken ingerold. Ik heb in verschillende restaurants gewerkt. Op het laatst was ik ook zelfstandig kok, en stond ik op het punt om mijn eigen zaak te starten. Maar tegelijkertijd kwam ik toen op het punt in mijn leven, op mijn achtentwintigste, dat ik voelde dat ik zo niet verder kon. Dus een eigen zaak is er nooit van gekomen, maar mijn spirituele zoektocht is toen wel gestart.
Koken speelt dus een redelijk centrale rol in mijn leven, maar ik moet wel eerlijk zeggen dat ik blij zou zijn als ik niet mijn hele leven lang als kok hoef te werken.
Hoe kijk je naar voedsel? Vind je het bijvoorbeeld belangrijk dat er biologisch of vegan wordt gekookt?
Als iets vandieren afkomstig is, is het natuurlijk het fijnste als het biologisch is. Dus zuivel, eieren, dat is bio. Waar ik vooral naar kijk, is dat de niet-biologische producten van een goede kwaliteit zijn. En ik let ook op waar het voedsel vandaan komt. En of er niet teveel toevoegingen in zitten.
Het ligt er ook aan wat het is. Als ik bijvoorbeeld moet kiezen tussen een biologische tomaat uit Spanje, of een tomaat uit Nederland, dan kies ik de tomaat uit Nederland. Want die hebben niet in de vrachtwagen gelegen. Dus het is altijd een afweging: waar doe je goed aan?
Ik zie voedsel als ondersteuning voor de mensen die hier komen om een retraite te doen.
Tijdens de sesshins eten we alle dagen vegan. Behalve de eerste avond en de laatste ochtend. En ik denk dat veganistisch eten een hele goede ondersteuning is tijdens een retraite. Maar minstens zo belangrijk is dat het eten met zorg en aandacht bereid is.
Je bent geen bewoner op de Noorder Poort, maar werknemer. Klopt dat?
Ja, ik heb hier in 2016 een jaar gewoond en getraind. En daardoor zijn die rollen, dus de rol van kok/werknemer en de rol van bewoner een beetje door elkaar gaan lopen. Dat kwam met elkaar in conflict. Dus ik heb op een gegeven moment voor mezelf een grens getrokken. Ik heb toen benadrukt dat ik hier de kok ben, en geen bewoner. Aangezien ik geen eigen woning heb, blijf ik namelijk af en toe tussen de sesshins door op de Noorder Poort. Meestal doe ik dan alles waar ik tijdens de sesshin niet aan toe ben gekomen, zoals achterstallig schoonmaakwerk, menu’s maken of broden bakken.
Wat zijn je verwachtingen ten aanzien van je verdere leven?
Gewoon doorgaan en zien hoe de dingen zich ontvouwen. Mijn leven draait het beste als ik het grote geheel dien. En dan maakt het niet uit of ik kok ben, of zenmeester, of iets anders.
Het grote geheel dienen kun je vanuit elke positie.
Toch zou ik het erg leuk vinden om in de toekomst met mensen te werken, en ze te begeleiden op hun pad.
Ooit was er een boeddhistische omroep in Nederland, de BOS (Boeddhistische Omroep Stichting). Eigenlijk heel bijzonder, want voor zover ik weet heeft geen enkel ander Europees land een boeddhistische omroep gehad. Dat heeft met onze geschiedenis van de verzuiling te maken, waarin alle religieuze groeperingen hun eigen scholen, verenigingen en ook omroepen hadden.
Maar eind 2015 kwam daar een eind aan. Toen moest de BOS stoppen als onafhankelijke omroep omdat het toenmalige kabinet de financiering introk. Binnen het nieuwe plan van de publieke omroep was er wel een budget voor levensbeschouwelijke uitzendingen. En zo werd er (in samenspraak met de Boeddhistische Unie Nederland) voor gekozen om de boeddhistische programmering onder te brengen bij de KRO-NCRV: de Boeddhistische Blik.
Wat heeft Bodhi hiermee te maken? Wel, zonder de BOS had Bodhi nooit bestaan. Bodhi maakte namelijk oorspronkelijk deel uit van de BOS. Het is in 2008 door de BOS opgericht als een platform voor jongeren.
Nadat de BOS ophield te bestaan, is Bodhi wel doorgegaan, wat mogelijk was dankzij de steun van de “Stichting vrienden van de BOS”. Bodhi maakt nu niet meer content alleen bestemd voor jongeren, maar voor iedereen die in het boeddhisme geïnteresseerd is.
Veel mensen denken dat Bodhi de nieuwe naam is voor de Boeddhistische Omroep, maar dat is niet zo. Bodhi is een zogenaamd ‘web-only platform’ en maakt geen televisie-of radioprogramma’s.
Dus we hebben in Nederland verschillende kanalen die boeddhistische programma’s maken en artikelen schrijven. We hebben ‘De Boeddhistische blik’, die tv-programma’s uitzendt onder de vlag van KRO/NCRV, en we hebben Bodhi, dat op internet artikelen en video’s publiceert over het boeddhisme.
Bodhi is wel nauw blijven samenwerken met De Boeddhistische Blik. Op de site van Bodhi worden bijvoorbeeld altijd hun tv-uitzendingen aangekondigd.
En sinds anderhalf jaar is Bodhi een nieuw samenwerkingsverband gestart met 30NOW en Boeddha Boeken (uitgeverij Maitreya), onder de naam Boeddhistisch Geluid.
Niet alle boeddhisten zijn bekend met Bodhi. En dat is jammer, want op bodhitv.nl kun je heel veel interessante artikelen vinden over een brede waaier aan onderwerpen: stukken over meditatie, onderricht van bekende en minder bekende leraren, stukken over bepaalde thema’s zoals onlangs Boeddhisme en geld, leven met sterven en relaties. Daarnaast zijn er ook mooie artikelen over actuele onderwerpen.
Omdat ik dit stukje ging schrijven heb ik de site van Bodhi wat uitgebreider bekeken en veel artikelen gelezen. En ik moet zeggen: met plezier. Ik was verrast door de gevarieerde inhoud van de artikelen. Zo las ik bijvoorbeeld dit artikel waarin Bodhi aan PVV-stemmers en -mijders onder haar lezers vroeg waarover ze zich zorgen maakten en wat ze verwachtten van een kabinet met de PVV. Ik had nooit gedacht dat er boeddhisten zouden zijn die PVV zouden stemmen. Maar die zijn er. En het is verhelderend om te lezen wat hun afwegingen waren en zijn.
Ook de oorlog tussen Hamas en Israël wordt op Bodhi niet geschuwd. Nu kun je denken: daar kun je toch ook over lezen in de krant? Dat is zo. Maar de meerwaarde van Bodhi zit erin dat alles vanuit een boeddhistische invalshoek wordt bekeken. En dat geeft absoluut weer een andere kijk op de dingen.
Over het algemeen vind ik dat Bodhi een mooie balans vindt in het aansnijden van actuele onderwerpen en het informeren over specifiek boeddhistische onderwerpen, zoals het doen van retraites, de verhouding boeddhistische leraar en leerling, enz. Wat mij betreft dus zeker een aanrader om eens op hun site rond te kijken.
Je kunt je gratis abonneren op Bodhi, zodat je wekelijks een melding krijgt van de nieuwe artikelen.
En als je het platform waardeert, kun je ook besluiten donateur te worden, voor €19,50 per jaar. Bodhi krijgt geen subsidie – ze zijn volledig afhankelijk van donaties.
Anneke Roozendaal beoefent sinds haar twintigste kalligrafie. Haar grote werken op rijstpapier ademen kracht en schoonheid uit. Ook is Anneke een bekend gezicht op de Noorder Poort. Zij beoefent sinds het bestaan van de Noorder Poort zen en heeft jarenlang de werkweken, die op de Noorder Poort gegeven worden, begeleid.
Ardan Timmer is altijd al nieuwsgierig geweest naar hoe haar werk tot stand komt. Dit interview gaf hem de gelegenheid om met de vrouw achter deze imposante zwart-witte kunstwerken te praten. Hij zoekt haar op in haar huis in Utrecht en voert in haar atelier een boeiend gesprek met haar over haar kalligrafie.
De zelfloosheid van een cirkel
Anneke: Mijn weg in het kalligraferen begon toen ik twintig jaar was met het beoefenen van diverse westerse stijlen. Ook maakte ik deel uit van een groep die filosofische teksten van Plato en Ficino kalligrafeerde. De laatste twintig jaar kalligrafeer ik in de Japanse en Chinese stijl. De lessen en inspiratie ontving ik van een Japanse lerares en een Chinese meester. In dezelfde tijd ben ik begonnen zen te beoefenen.
Ik kalligrafeer met de kwast verschillende stijlen, van stempelschrift, clerical schrift en Kanji, tot semi-cursief en cursief, in heel klein schrift, zoals bijvoorbeeld de hartsoetra en andere boeddhistische teksten, tot heel groot werk in expressieve stijl [1]. Ik hou erg van het grote werk maken met maar één karakter, maar ook van het soetra-schrijven.
Ardan: Op je website wordt heel mooi beschreven hoe je werkt. Toen ik die teksten las, viel me de connectie op met zen en dan specifiek het oefenen met een koan. Kun je zeggen dat het moment waarop je de kwast op het papier zet, heel erg lijkt op het moment dat je in de sanzenruimte zit en een antwoord geeft op je koan?
Anneke: Ja zeker, die connectie is er heel duidelijk. Het is eenworden met de kwast. En dan de kwast vergeten. Want zodra je gaat denken: ik moet iets maken, ik moet iets neerzetten, dan is het weg. Het moment dat de kwast het papier raakt: dat is het. En op het moment dat je denkt: “Dat is het,” dan is dat het dus niet. Kalligrafie is voor mij niet alleen het eenworden met het werk, met het maken, maar ook dat weer vergeten. Net als zenbeoefening en als zitten met een koan. Dat je voorbijgaat aan het ‘maken’, en steeds opnieuw vanuit het nulpunt, de stilte kan beginnen.
Ardan: Heb je een soort ritueel voordat je aan het werk gaat?
Ik bereid me zo voor dat ik vanuit stilte kan creëren. Ik kijk eerst in alle rust naar het witte rijstpapier. Ik zit een aantal momenten stil, en doe Qigong oefeningen. Ik richt me bewust op mijn ademhaling en vanuit de stilte begin ik.
Kalligraferen is voor mij een dagelijkse bezigheid. Ik hou ervan om soetra’s of gedichten te kalligraferen, daar word ik ook rustig van en dat doe ik ook altijd voordat ik een groter werk ga kalligraferen.
Ardan: Zie jij kalligrafie als expressie? Als iets dat je tot uitdrukking brengt?
Anneke: De expressie zit in de kracht die voortkomt uit chi, de energie die vrijkomt uit stilte, vertrouwend op de kennis en vaardigheid die ik inmiddels heb opgebouwd. Ik wil emotie en schoonheid tot uitdrukking brengen.
Het gaat erom dat ik vanuit het niets kan creëren. Vanuit niet-denken. Ik geef uitdrukking aan de stilte die in mij is. Dan komt ook de chi naar buiten. Voor mij is dat de maatstaf: laat mijn werk schoonheid en emotie zien? Is de chi voelbaar in het werk?… of niet? Net als in zen weet ik dat je je eigenlijk niet kunt voorbereiden, dat er niets is dat je tot stand brengt.
Kalligrafie is een proces. Het is geen doel op zich. En ik stap steeds weer opnieuw in dat proces. De chi komt vrij zodra ik kan ‘verdwijnen in wat ik doe’, de expressie ontstaat. Op het moment dat ik de kalligrafie maak is het al weg. Het is het ultieme loslaten, geen verwachtingen hebben over dat wat ik gemaakt heb.
Wanneer ik de kwast op het papier zet, dat is het moment waarin ik mezelf helemaal geef, en helemaal verdwenen ben in die ene penseelstreek. En ik realiseer me dan: uiteindelijk is er geen kwast, geen papier, geen inkt. En ook geen Anneke……
Anneke’s werk hangt momenteel op de Noorder Poort. Ook kunt je haar werk bekijken op www.annekeroozendaal.nl.
In de loop van vijfentwintig jaar zijn er heel wat bewoners naar de Noorder Poort gekomen en ook weer weggegaan. Ardan stelde aan zes van hen dezelfde vragen. Lees hoe hun verblijf op de Noorder Poort hun leven heeft beïnvloed, wat hun leukste en moeilijkste momenten waren, en waarom ze de Noorder Poort uiteindelijk weer hebben verlaten.
Vier van hen waren geordineerd tot zenmonnik ofwelunsui, en gebruikten toen ze op de Noorder Poort woonden hun Japanse unsui-naam. De foto’s op deze pagina zijn allemaal recent.
Daniël Pollack, unsui-naam Kishin Homon, bewoner van 1996 tot 2002
Ik denk dat als je zo’n tijd zen hebt beoefend, het in je botten gaat zitten. Ik mediteer helemaal niet meer op een formele manier, maar als ik met de honden in het bos ga wandelen, dan kan het gebeuren dat ik spontaan een stukje wandelmeditatie doe.
Robert Gantke, unsui-naam Hozan, bewoner van 1996 tot 2000:
Dat was zo mooi. Die stille eetzaal. Iedereen helemaal in concentratie, en plots was daar dat lachen.
Doshin Houtman gebruikt nog steeds haar unsui-naam en was bewoner van 1999 tot 2004:
‘s Morgens gingen we in de winter zonder jas buiten kinhin lopen. Brrrrr! Op een ochtend besloot ik te ontspannen en de kou helemaal te voelen. Ah, een wereld van verschil, en nog steeds interessant.
Zen is natuurlijk iets anders dan clown zijn. Maar voor mij is de energie hetzelfde. Het belangrijkste in zowel zen als clowning is jezelf zijn in alles. Je ware gezicht laten zien. Met al je mooie en minder mooie kanten. Ik noem dat, als ik een workshop geef: Helemaal naakt zijn.
Er is in mij een grote dankbaarheid, dat ik die melodie van mijn leven, die in mijn Dharma-naam Bliss of Giving resoneert, in alle ontmoetingen en activiteiten kan laten horen.
Taido Howden, bewoner van 2009 tot 2015, nog steeds unsui:
De leukste momenten in mijn zentraining waren de gesprekken die ik voerde met de Wapserveense boeddha Klaas. Klaas spreekt geen Engels en ik spreek geen Nederlands.
Ardan Timmer neemt na vijftien jaar afscheid van zijn werk als vaste kok op de Noorder Poort. Threes Voskuilen, die het afgelopen jaar een schilderatelier met hem deelde, sprak met hem.
Afscheid van Ardan
door Threes Voskuilen
Tegenover het kerkje van Wapserveen in het gebouwtje van de kerk, “Oes Plekkie”, heeft Ardan zijn schilderatelier. In het smalle gangetje staat zijn vouwfiets strak tegen de fiets van de dominee geparkeerd. Binnen zit Ardan afwachtend op de rode tweezitsbank uit de kringloop. Over een kopje thee kijken wij elkaar aan en besluiten dat het gesprek voor het geschreven interview nu dan maar moet beginnen.
Wil je iets vertellen over wat in je leven belangrijk is geweest?
Ik ben van 1966 en opgegroeid in Abcoude. Mijn ouders waren hervormd en zij waren in die tijd aan het experimenteren met hun levenswijze. Zij onderzochten hun verlangen naar vrijheid, maar ook hun verlangen naar vertrouwen en bestendigheid. De spanningen die dat met zich meebracht, hebben mij gevormd. In de tachtiger jaren, toen het allemaal wat minder goed ging, was ik een puber en een echte punker. En zo, als een echte punker met groene kuif, werd ik op de kunstacademie aangenomen. Die heb ik met veel strijd en gedoe doorlopen. Je werd daar voortdurend beoordeeld. Dat was heftig, doordat ik dit ook persoonlijk opvatte. Na de academie had ik exposities van mijn schilderijen en gaf ik les aan volwassenen. Ik was toen 23, 24 jaar. Behalve met kunst was ik ook met religie bezig. Ik ben een zoeker naar de zin van het leven; wie ben ik en waartoe ben ik. Op deze existentiële vragen had ik geen antwoord. Bij mijn schilderijen voelde ik me betrokken. Mijn inspiratie tot schilderen kwam voort uit mijn emoties. Maar hoe mensen dan tijdens exposities over de schilderijen spraken, maakte me ongelukkig. Dat werkte vaak vervreemdend. Ik vroeg me af: waar gaat dit over en waarom doe ik dit. In die tijd ging ik met Elis, een vriend, veel naar buiten om te tekenen bij de IJssel. Dat was een verademing want het hoefde niet zonodig iets te zijn. Ik kon vrijer dan op de academie zoeken naar wat authentiek is. Elis was op een zenclubje. Ik ging met hem mee en zo kwam ik op een open dag op de Noorder Poort terecht.
Jiun roshi, toen nog Udaka, hield een toespraak die me erg raakte, ik weet niet meer wat ze zei, maar de manier waarop ze praatte en uit haar ogen keek, gaf me het gevoel dat ik het gevonden had. Toen wilde ik ook meer van zen weten; tot op dat moment had ik me daar nog niet zo in verdiept. Ik ben toen weekenden gaan doen met Udaka, die een soort zachtheid en openheid had. Bij Prabashadharma roshi kwam ik meer per ongeluk terecht. Zij had een strengheid die wel intrigerend was, maar waar ik geen verbinding mee kon maken. De authenticiteit van Udaka trok me, ze verhulde niets en ze zei niets anders dan wat ze bedoelde.
Ardan geschilderd door Threes
Wat in jouzelf resoneerde zo sterk met het begrip authenticiteit?
Ik was met kunst bezig en dat moest uit mijn tenen komen. Want kunst is de meest individuele expressie van de meest individuele emotie en dat wilde ik vorm geven. Dat had voor mij alles te maken met authenticiteit. En die vond ik niet in de kunstwereld. Ik vond dat het veel meer over ego’s, over de kunstenaars zelf ging en dat vond ik verwerpelijk.
Het was niet op een intellectueel onderzoekend niveau, het was echt gevoelsmatig dat ik geraakt werd. Daardoor wilde ik vaker naar de Noorder Poort en al heel snel heb ik gevraagd of ik er mocht komen wonen en unsui (zenmonnik) mocht worden. Na een proeftijd van drie maanden heb ik die stap gezet. Ik denk daar nu vaak aan terug, want het is nu weer zo dat ik echt een stap zet, door na twintig jaar bij de Noorder Poort weg te gaan en brugwachter te worden. Ik zie dan ook een patroon. Indertijd heb ik al mijn schilderijen bij het grofvuil aan de weg gezet. Mijn moeder heeft er nog een paar tussenuit gevist. Voor mij hadden die schilderijen geen waarde meer. Daarom wilde ik er niet in blijven hangen, maar ze wegdoen en weer verdergaan. Ook nu doe ik mijn schilderijen en veel van mijn schilderspullen weg.
Ben je helemaal onthecht ?
Nee, dat is niet zo, ik ben niet onthecht, maar ik ben niet gehecht aan spullen.
Ik heb mij destijds toen ik een opstandige puber was zeer geërgerd aan mijn vader, die ik op dat punt hypocriet vond. Hij was een linkse, groene man, maar kocht op een gegeven moment wel een villa. Dat vond ik een vernietiging van zijn idealen. Toen heb ik voor mijzelf materiële gehechtheid afgezworen en ik vind het nog steeds fijn om niets te hebben.
Bescheiden cadeau bij Ardan's vertrek van de Noorder Poort
Heb je Jiun roshi als je leraar ervaren?
Ja, absoluut en nog steeds. In het begin was alles wat zij deed en zei waar. Mijn gevoel was: hier kan ik echt op varen. Dat is wel wat veranderd, ik ben ook een paar keer weg geweest uit de training als unsui. Ik was begin dertig en maakte het mezelf moeilijk. Emoties speelden een grote rol en ik zocht naar de waarheid. Het was beladen; het vuur en de zoektocht. Er waren toen tien medebewoners en de confrontatie met hen was misschien wel het belangrijkste in de training. Het was een hogedrukpan, zonder telefoon of internet.
Toen ik op de Noorder Poort kwam was mijn grootste opluchting dat iedereen hetzelfde werd behandeld. Ik kwam binnen met lange haren, die gingen eraf, en iedereen liep in dezelfde robe. Dat is in de gewone maatschappij heel anders. Het eerste punt is dan eigenlijk altijd of je man of vrouw bent. Op de Noorder Poort is het sekseneutraal. Dat heeft denk ik te maken met dat de zenmeester een vrouw is.
Na vijf jaar als unsui ben je daarmee gestopt. Daarna kwam je in dienst als vaste kok en dat ben je vijftien jaar gebleven.
Het was de ideale baan om te combineren met de zenbeoefening en met schilderen. Het werken in een omgeving waar alles is ingesteld op zenbeoefening is een groot goed. Ik kon mee in de energie van de Noorder Poort. In de energie van een groep word je als het ware gedragen, dat is heel anders dan alleen zitten. Als tenzo (kok) ben je ook onderdeel van een sesshin. Maar de laatste drie, vier jaar werd het werk te zwaar voor me. Het fysiek meedoen in een sesshin werd te veel, waardoor ik me steeds meer alleen op het koken moest concentreren. De zenweg is niet alleen maar zitten op het kussen. Meditatie gaat voorbij aan het zitten en kinhin. Het gaat om hoe je in de keuken staat, hoe je achter de computer zit. Het gaat, zo denk ik echt, om hoe je iets doet en dat is niet uit te leggen. Toch zegt dat mij meer dan hele verhandelingen over zen, het heeft met authenticiteit te maken.
Heeft het ‘hoe’ met authenticiteit te maken?
Ik weet het niet, je weet het nooit, dat is het mooie in zen. Ik kan van zen niets meenemen, ik heb helemaal niets geleerd. Daarom ben ik heel benieuwd hoe straks het werken als brugwachter in Noord-Holland zal zijn. Wat ik wel meeneem als praktische gewoonte, is dat ik elke morgen een half uur op mijn kussen zit. Maar hoe ik moet mediteren... ik zou het niet weten.
Schilderij van Ardan Timmer - Free 3
Wat is het dat jou op het kussen brengt?
Het is gewoon noodzaak, het zitten. Ik ervaar het zo; mijn mind spiegelt mij voortdurend een andere werkelijkheid voor. Als ik het atelier binnenkom en naar mijn schilderijen kijk, denk ik: dit is niet goed en dat is wel goed. Dat ervaar ik dan als mijn werkelijkheid. En aan de hand daarvan bepaal ik mijn acties. Ik word geleefd door wat zich in mijn hoofd afspeelt, maar als ik op een ander moment terugkijk denk ik: het klopt niet wat ik dacht en vond. Dat wás helemaal niet de werkelijkheid. Als ik mediteer voel ik dat er iets wezenlijks is, dat buiten het gedoe in mijn hoofd omgaat. Dat geeft me rust en vertrouwen dat het goed is. Dat het goed is zoals het is. Daarom mediteer ik, ga ik zitten.
De Noorder Poort staat in de rinzai traditie, wat vind je daarvan?
Het goede is dat de Noorder Poort in beweging is. In het begin vond ik het best wel streng en hard. Nu is er veel meer ruimte voor de individualiteit van mensen en dat vind ik heel mooi. In het oosten is het collectieve heel belangrijk. Hier zijn we veel meer op het individuele gericht. Het is ook een heel hiërarchische traditie, dat vind ik soms wel lastig. Wat er voor mij uitspringt in de traditie is de helderheid. Het is duidelijk hoe we buigen, hoe we zitten, hoe we naar het altaar lopen en hoe we de meester bejegenen.
Je bent vier jaar geleden tot zenleraar geordineerd en daar ben je uitgestapt.
De rol van leraar past niet bij mij. We komen dan weer bij authenticiteit uit. Ik wil eerlijk zijn. Als iemand mij vraagt, wat is de dharma, dan wil ik het niet kunnen weten, of twijfelen, of zoekend of wanhopig zijn. Ik wil het ‘niet weten‘ openhouden.
Het opgeven van het leraarschap heeft ook met vrijheid te maken. Als geordineerd zenleraar sta je in een traditie, een duidelijk verband, met een leer en een meester. Dat heeft grote invloed op de manier van lesgeven en ik voel mij niet vrij daarvan af te wijken. En ik vind daarvan afwijken ook niet goed als je een leraar in die traditie bent.
Is de leer dan zo strikt?
Ja, lacht Ardan, ja, de leer is strikt. Er zijn heel duidelijke regels over hoe je zit in de zendo, wanneer je wel en niet buigt.
Is het dan misschien zo dat vooral de methode strikt is en dat in de meer inhoudelijke kant van de boeddhistische leer meer vrijheid is?
Nee, dat kan je niet zo zeggen. (er is een lange stilte.) Het geen leraar meer willen zijn heeft behalve met vrijheid te maken met mijn zoeken naar wat echt belangrijk is. En dat laatste heb ik gevonden in een soort van eenvoud en het leiden van een leven dat tot de basis is teruggedrongen. Dus je slaapt, je eet, je werkt. Dat zijn de dingen die je doet. In deze eenvoud heb ik gevonden wat ik zocht. Als je alle schillen eraf haalt is dat wat er overblijft. Ik wil het steeds eenvoudiger maken en het leraarschap vind ik in die zin niet eenvoudig. Ik voel me daarin ongemakkelijk. Als ik mensen begeleid, zoals de afgelopen jaren, dan realiseer ik me steeds: ik loop dezelfde weg als jullie en ben nu toevallig als leraar geordineerd, maar dat zegt helemaal niets. Er zijn mensen die veel meer gelezen hebben dan ik, die veel meer van zen weten dan ik, die ook al langer zen beoefenen dan ik. Dus van hen kan ik ook leren, net zo goed als van mensen die er net mee zijn begonnen.
Wat ik mooi vind zijn de oude verhalen uit Japan over de roshi’s die een of twee leerlingen hadden. Meestal hadden ze geen klooster en al doende, vaak ook al reizende ontstond dan de relatie waarin de meester de leerling steeds verder aanspoorde: ga verder, en nog verder. In die aansporingen werden de leerlingen vaak over de ‘rand’ geduwd. Dat deed Jiun roshi natuurlijk ook. Het gaat niet over moeilijke filosofische vraagstukken, maar het gaat om hoe je je je kopje afwast.
Het leven in een camper.
Het is geweldig, ik ging het uitproberen en het werd een manier van leven. Van nature ben ik geneigd tot ‘ophokken’, tot meer binnen zijn en weinig naar buiten. In de camper moet ik naar buiten, dat kan niet anders. Het geeft mijn leven elke keer een verandering en dat is een heerlijke dynamiek, ook in de zin van simpel leven. Daar geniet ik van en voorlopig wil ik niet meer in een huis. Misschien wel nooit meer.
Onlangs is bij uitgeverij Lannoo het boekje Wat mindfulness niet is verschenen van Edel Maex (tekst) en Ardan Timmer (illustraties). In 24 korte stukjes en bijbehorende cartoons wordt uitgelegd wat mindfulness allemaal niet is, gevolgd door één stukje over wat het wel is. ZenLeven mocht één stukje met illustratie overnemen.
Mindfulness is niet: ‘hier en nu’
Door Edel Maex en Ardan Timmer
‘Als ik verdrietig ben of zorgen heb, is het zo moeilijk om in het hier en nu te blijven’. Dit is wellicht het hardnekkigste misverstand over mindfulness. Het belangrijke woord in de zin ‘hier en nu leven’ is ‘leven’. ‘Leven’ is het werkwoord, ‘hier en nu’ is het bijwoord. Het ‘hier en nu’ is de enige plek waar je met de beste wil van de wereld niet uit raakt. De belangrijke vraag is niet of je hier en nu bent, maar hoe.
Er is maar één ogenblik en één plek waar je verdriet kunt hebben of je zorgen kunt maken en dat is hier en nu. De vraag is: hoe ga je met zorgen, met verdriet om? In mindfulness is dat niet door te vluchten in een mythisch ‘hier en nu’, maar door aanwezig te blijven, met een milde open aandacht.
De woorden ‘hier en nu’ voegen eigenlijk heel weinig informatie toe. Ze fungeren eerder als een uitroepteken. Ze verwijzen naar de onmiddellijkheid van de ervaring. Nu!
De dharma volgen betekent voor mij me totaal overgeven aan het feit dat alles vergankelijk is. Dat alles veranderlijk is. Het betekent voor mij daarom ook de hoop opgeven ooit een antwoord te vinden op welke vraag dan ook.
De dharma is voor mij een reis beginnen zonder de hoop vaste grond onder mijn voeten te krijgen.
Ik ben nu die reis begonnen. Letterlijk en figuurlijk. Ik loop de camino (Santiago de Compostella) in Spanje. En mensen vragen me soms ‘waarom’. Want velen die de camino lopen doen dat om een bepaalde reden. Omdat ze een kind hebben verloren, of een partner, of een baan. Omdat ze ergens vast zijn gelopen. Ik loop de camino omdat ik op een punt was aangekomen dat ik niet verder kon. Het was op.
Ik heb mijn hele leven bewust en onbewust geweten dat ik een jongen ben, een man ben, maar op een of andere manier in het verkeerde lichaam terecht ben gekomen. Als meisje dacht ik dat het mijn eigen schuld was. Later, veel later, besefte ik dat het gewoon pech was.
En ik heb me erbij neergelegd.
Zeker de laatste jaren dacht ik dat ik het aankon. Ik dacht dat ik er wel mee kon leven. Had mezelf een stoere rol toebedeeld in het leven. Het was oké zo. En zeker toen ik zen ging beoefenen was het geen probleem. Mijn ware zelf gaat immers volkomen voorbij mannelijk of vrouwelijk. Volkomen voorbij welke eigenschap dan ook. Mannelijk of vrouwelijk zijn is alleen maar relevant in de wereld van de dualiteit.
Dus heb ik me verzoend met het feit dat vrij zijn niets van doen heeft met mijn geslacht, of met welk uiterlijk kenmerk dan ook.
En toch, ineens, was het op. En kon ik niet verder.
Alle zen-wijsheden ten spijt.
Tijdens het lopen nu ervaar ik veel momenten dat het me niet uitmaakt een man in een vrouwenlichaam te zijn. Het doet er niet toe. Ik voel me gewoon een man, en het is prima. Ik schaam me daar niet meer voor. En dat voelt al als heel bevrijdend.
En in absolute zin ervaar ik al helemaal dat het niets uitmaakt. Dat natuurlijk mijn ware zelf totaal voorbij gaat aan mannelijk of vrouwelijk zijn. Of aan welke eigenschap dan ook.
Maar ja, ik leef niet doorlopend in de absolute werkelijkheid. Het grootste deel van mijn dagelijkse leven breng ik door in de relatieve alledaagse werkelijkheid. Zo ook tijdens deze pelgrimstocht. Je ontmoet mensen, en het eerste wat gebeurt, is dat bepaald wordt of je mannelijk of vrouwelijk bent. En van welk ras. Alle onderscheiden tussen mensen worden in die relatieve werkelijkheid de godganse dag benadrukt. Waar je ook bent. Zwart of wit, homo of hetero, man of vrouw, rijk of arm.
En in die wereld voel ik me behoorlijk ongelukkig als men mij maar steeds met ‘mevrouw’ blijft aanspreken terwijl dat voor mij toch overduidelijk ‘meneer’ moet zijn.
Dus, om een lang verhaal kort te maken.
Ja, ik ben ongelukkig in het lichaam dat ik heb. En ja, ik overweeg serieus om een transitie in te gaan. Hoe ingrijpend dat ook is voor mijn hele leven. En voor alle mensen die dicht bij mij staan.
En nee, ik weet niet of deze pelgrimstocht me daar een antwoord op gaat geven.
Ik loop deze tocht zonder de hoop vaste grond onder mijn voeten te krijgen. Ik loop ‘m met mededogen naar mezelf, naar alles om me heen.
Ik loop vanuit openheid en vertrouwen. Zonder iets te willen begrijpen en zonder iets te willen concretiseren. Zonder mezelf vast te pinnen. Er zal zich vanzelf wel een nieuwe weg openen waarop ik verder kan.
Marja Shinyo Timmer heeft inmiddels de voettocht voltooid en heeft besloten om verder door het leven te gaan als Ardan Shinyo Timmer: geen zij meer maar een hij.