De redactie van ZenLeven is op zoek naar versterking.
We zoeken allereerst een algemeen redacteur: iemand die met ons meedenkt over de inhoud, onderwerpen aandraagt en ook zelf zo af en toe een artikel schrijft. Alle redactieleden lezen en becommentariëren de artikelen; het contact daarover gaat per mail. De redactie vergadert twee keer per jaar, in januari en juni – soms fysiek en soms via Zoom. Als je een hart hebt voor Zen en voor de Noorder Poort, als je bovendien houdt van taal en van schrijven en dit lijkt je leuk, stuur dan een mail naar redactie@zenleven.nl; we nemen dan contact met je op.
We zouden ook heel graag iemand vinden die de opmaak kan overnemen van Suigen roshi of dat samen met haar kan doen. Als je goed overweg kunt met WordPress en dit zou willen doen, neem dan contact op met Suigen roshi. De volledige opmaak van een nummer kost ongeveer twintig tot veertig uur.
Per 1 juli nam Marjolein Verboom afscheid als vertrouwenspersoon van de sangha. Kort geleden is er een vervanger benoemd voor een periode van drie jaar: Ciska Hosen Matthes.
Ciska Hosen Matthes (1964) is van oorsprong sociaal psycholoog. Zij werkt in Amsterdam als mindfulnesstrainer, yogadocent en meditatieleraar, en begeleidt daarmee mensen op hun spirituele weg, vaak ook individueel. Op de Noorder Poort begeleidt ze samen met haar partner Stef Hosan Lauwers zen & yoga-retraites. In 2024 zijn beiden door Jiun roshi tot zenleraar benoemd. Haar eigen weg in het boeddhisme begon in 1995, en zij heeft sindsdien vele sangha’s mee mogen maken. Ciska weet hoe belangrijk het is om in lastige situaties een klankbord te hebben; zij biedt graag een luisterend oor en waar nodig steun in het zoeken naar een bevredigende oplossing.
De benoeming van Ciska Hosen is een goede aanleiding om onder de aandacht te brengen hoe in onze sangha wordt bevorderd dat alle beoefenaars zich veilig kunnen voelen. In de ethische gedragscode wordt beschreven hoe we binnen de sangha van het International Zen Institute met elkaar omgaan.
Voor het geval er toch problemen ontstaan in de omgang met elkaar, wordt er een handreiking gegeven hoe dergelijke zaken zo open en zorgvuldig mogelijk te bespreken en waar mogelijk op te lossen. Bij deze aanpak spelen interne en externe vertrouwenspersonen een belangrijke rol.
door Jiun roshi, gebaseerd op een voordracht voor deelnemers aan het ZenLeven Thuistraject
De weg van de unsui – de zenmonniken en nonnen – begon vroeger met een pelgrimstocht die bekend is als angya (letterlijk te voet gaan).
Een Chinese meester, Shan-chao, schreef in de tiende eeuw het Lied van Angya. Ik wil het met jullie delen, omdat de meeste aanwijzingen voor unsui, ook bruikbaar zijn voor anderen die zen beoefenen. Ik geef eerst de tekst in mijn vertaling uit het Engels van Daisetz Suzuki in zijn boek The training of the Zen Buddhist Monk (1934) eerst stukje voor stukje, met mijn commentaar. Aan het eind volgt dan nog het hele gedicht.
Ik heb de tekst in de vertaling zo aangepast dat die voor iedereen kan gelden, en niet alleen, zoals bij Suzuki, voor mannelijke unsui.
Lied van Angya
Vastbesloten om hun ouders te verlaten, wat willen zij bereiken?
Ze zijn nu boeddhist, dakloze monniken, en niet meer mensen van de wereld.
Hun geest is altijd gericht op het zich eigen maken van de Dharma.
In dit eerste vers wordt duidelijk dat de tijden zijn veranderd, ook in het leven van de unsui. Unsui worden begint nu niet meer met het besluit dat je je ouders wilt verlaten. In onze sangha betekent het wel dat je gaat wonen en trainen in een zencentrum, maar in je hart verlaat je je ouders en je familie niet. Ook al mediteer, werk en slaap je in het zencentrum, in deze tijd van internet en mobiele telefonie is het vrijwel onmogelijk om niet een mens van de wereld te zijn.
Unsui zijn betekent ook nu dat je je helemaal richt op de studie en beoefening van de Dharma, maar dat gebeurt niet in afzondering. Sterker nog, de beoefening in verbinding met andere mensen, in gezamenlijke activiteiten, met een gemeenschappelijk doel, is een verrijking ten opzichte van de traditionele unsui-training in afzondering.
Ook voor degenen die niet in een zencentrum verblijven, zal het besluit om zen te oefenen gevolgen hebben voor het dagelijks leven. Naast de sesshins waarin intensief zen beoefend wordt, is het dagelijks leven een onmisbare plek om zen te oefenen en te leven. Juist als mens van de wereld nemen we met regelmaat bewust de zenboeddhistische leer mee in onze dagelijkse activiteiten. De Dharma, de leer van de Boeddha, maken we ons al doende eigen.
Hun gedrag moet zo doorzichtig zijn als ijs of kristal.
Ze moeten niet streven naar roem en rijkdom.
Ze moeten zich ontdoen van allerlei soorten bezoedelingen.
Dit lijken hele sterke voorschriften, maar ik vind ze niet uitsluitend van belang voor unsui. Voor een ieder is het heilzaam om helder te zijn en niet steeds gedreven te worden door de wens om bijvoorbeeld beroemd te zijn of rijk. Door de zenoefening krijgen we zicht op onze emoties, zien we wat de gevolgen zijn wanneer we gestuurd door onze emoties leven. Ieder kan dan voor zich besluiten hoe je wilt spreken, denken en handelen.
Ze hebben geen andere weg te gaan dan te gaan met wat is en dat te onderzoeken.
Laten ze getraind worden in lichaam en geest door in de bergen en door rivieren te lopen.
Laten ze bevriend raken met wijze mensen in de Dharma en hun respect betuigenwaar ze hen ook tegenkomen.
We kunnen niet alle moeilijke, verdrietige of pijnlijke situaties vermijden. Het helpt om ze onder ogen te zien en goed te kijken wat we ermee willen en kunnen. Dat wat ik ‘de confrontatie met ons zelf’ noem is onvermijdelijk als je zen beoefent[i]. Juist door die confrontatie aan te gaan worden we sterker in lichaam en geest. De meditatie en het kijken naar wat zich aandient in ons en in onze omgeving stimuleert ons het roer recht te houden. Het lichaam als drager van wie we zijn wordt sterk, in balans, en de geest komt tot rust en wordt helder. Ook het samen oefenen en delen van wat we in ons zenleven tegenkomen, met de sangha, met een leraar, maakt ons wijzer en ontwikkelt op natuurlijke wijze het onderlinge respect.
Laten ze de sneeuw trotseren, de bevroren wegen bewandelen, zonder zich te bekommeren om slecht weer.
Laten ze de golven oversteken en de wolken doordringen, en daarmee alle draken en boze geesten verjagen.
Hun ijzeren staf vergezelt hen overal waar zij reizen en hun koperen kruik is goed gevuld.
Met een goed lichaam en een heldere geest lopen we niet meer weg van alles wat we ‘slecht weer’ kunnen noemen. De ijzeren staf en goed gevulde kruik staan in ons dagelijks leven voor dat wat iedereen minstens moet hebben: een dak boven het hoofd, eten en drinken en een veilige omgeving. Zijn die drie er niet, dan zal iemand waarschijnlijk niet open staan voor zenbeoefening. Iemand die met een lege maag ’s nachts buiten moet slapen, wil iets anders dan ons enthousiasme over zen….
Laten ze zich niet ergeren aan de tekortkomingen van wereldse zaken.
Hun vrienden zijn diegenen in het klooster met wie zij de Dharma onderzoeken,
waardoor voor eens en voor altijd de vier proposities en honderd ontkenningen helder zijn.
Ze passen op dat ze niet zomaar door anderen op een dwaalspoor worden gebracht.[ii]
We worden ons wel degelijk bewust van wat er allemaal niet goed is in de wereld en dat motiveert ons om te oefenen, verantwoordelijkheid te nemen voor dat wat we kunnen doen, wat binnen ons kunnen ligt. Steeds weer kunnen we de leer van de Boeddha gebruiken om de juiste manier te vinden om met de alledaagse dingen om te gaan. Het wordt duidelijk dat er een groot verschil is tussen denken, spreken en handelen vanuit een heldere geest of vanuit een verwarde geest. Als we niet helder zijn, kunnen we gemakkelijk op een dwaalspoor raken. In onze tijd zouden we zeggen: pas op voor al die complottheorieën en fake-nieuws: blijf helder, wees wijs en onderzoek het zelf.
Nu ze in het klooster zijn, is het hun taak om het grote pad te bewandelen
en niet gehecht te raken aan de wereld, maar vrij te zijn van alle trivialiteiten.
Ze houden zich vast aan de ultieme waarheid en weigeren niet om hard te werken.
Door ons niet te veel in te laten met dingen die ons vastzetten en binden of verslavend werken, hebben we de ruimte om de ultieme waarheid als basis van ons leven te nemen. Helder aanwezig zijn genereert goede energie in ons waardoor we het werk dat we moeten doen, kunnen doen.
Ze sluiten zich af van lawaai en drukte, stoppen het zwoegen en verlangen.
Denkend aan degene die zich in de afgrond wierp en degene die de hele nacht in de sneeuw stond,
verzamelen ze al hun krachten, zodat de glorie van de Dharma-koning altijd in zicht blijft.
Periodes van stilte en rust dragen bij aan vrij zijn van begeerte en onzekerheid. Herinneringen aan moeilijke gebeurtenissen en zware opgaven en het besluit dat anders te willen, geven ons de kracht het ‘ware’ te leven en te zien hoe alles uiteindelijk goed is.
Altijd leergierig in het nastreven van de waarheid, altijd eerbiedig tegenover de ouderen,
wordt hun gevraagd om de kou en de hitte en alle ontberingen te weerstaan,
zolang ze nog niet in de verblijfplaats van vrede zijn aangekomen.
Kunnen we ooit op onze lauweren rusten, zal er ooit een moment komen waarop we denken, nu ben ik er, nu hoef ik niet meer te oefenen en te onderzoeken? Niets veranderlijker dan een mens, niets veranderlijker dan de wereld. Dus we blijven kijken, we blijven leren, we blijven elkaar respecteren.
Ze koesteren geen jaloerse gedachten over wereldse welvaart.
Ze zijn niet neerslachtig alleen omdat ze gekleineerd worden,
maar proberen rechtstreeks in hun eigen aard te kijken, onafhankelijk van anderen.
We realiseren het vrij zijn in ons zelf, in het zelf dat helder en duidelijk is, zo staat in de Bodhisattva geloften. Kijken hoe anderen het (beter) doen, lijden onder hoe anderen zich tegenover ons gedragen, helpen niet om onze Boeddha-natuur te verwerkelijken.
Over de vijf meren en de vier zeeën gaan ze van klooster naar klooster.
Duizenden mijlen over honderden bergen lopen is inderdaad geen gemakkelijke taak.
Mogen ze uiteindelijk de meester in de Dharma intiem onder ogen zien
en geleid worden om in hun eigen natuur te kijken,
zodat dat ze niet langer medicinale planten aanzien voor onkruid.
Het is geen gemakkelijke weg, we moeten er veel voor overhebben en er veel voor doen en laten, maar stapje voor stapje ontwikkelt zich de meester in ons en zien we de dingen zoals ze voor ons in dit moment zijn, met de wetenschap dat het in het volgende moment weer anders kan zijn.
Of we nou unsui zijn of niet, het leven zelf is een vorm van angya. Een reis die we te voet gaan, m.a.w. stap voor stap, en met iedere stap ontstaat de weg. Met het ontstaan van de weg wordt ook zichtbaar waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan. En in het komen en gaan realiseren we wie er loopt.
Een goede weg!
[i] Op veel websites van groepen verbonden met de Noorder Poort staat het volgende citaat van Jiun roshi:
Zen is een totale confrontatie met jezelf. Dat is het wonder van deze oefening, van het ademtellen, het theedrinken, het lopen en reciteren het confronteert je met jezelf, niet met de ander of het andere.
[ii] (‘De vier proposities en de honderd ontkenningen’ verwijst naar zaken uit de Indiase filosofie die in die tijd bekend waren, maar voor ons veel toelichting zouden vragen.)
Jolinda Daishin van Hoogdalem schrijft over haiku’s en andere Japanse poëzie. Zij schrijft zelf regelmatig gedichten, waaronder ook haiku’s. De natuur en zen zijn daarbij een grote inspiratiebron. In het dagelijks leven is Daishin acupuncturist en massagetherapeut. Sinds een aantal jaar geeft ze de Body&Mind weekenden op de Noorderpoort en begeleidt ze mensen in het Zenleven Thuis traject.
Haiku: Kattenliefde
Binnenkort ga ik op reis naar Japan voor kunst en cultuur, natuur, een vleugje zen en… katten! Katten zijn bijzonder geliefd in Japan. De eerste keer dat een kat de hoofdrol speelde in de Japanse literatuur, is in een boek van Natsume Soseki: ‘Ik ben een kat’, uit 1905. Een huiskat beschrijft hierin het reilen en zeilen in het huishouden van zijn baas en levert zo op satirische wijze commentaar op de Japanse samenleving.
Met die Japanse kattenliefde wordt weer de draak gestoken in ‘Een kat, een man, twee vrouwen’ (1937) van Junichiro Tanizaki. Daarmee is de toon voor een stroom aan Japanse kattenboeken gezet.
Katten zijn ook een geliefd onderwerp in de Japanse prentkunst. Op een prent uit 1852 van Utagawa Hiroshige is een vrouw te zien die met belangstelling de in een kraam uitgestalde kattenbeeldjes staat te bekijken. De katten zitten op hun achterste met hun rechterpoot omhoog. Inderdaad. Die kattenbeeldjes zie je tegenwoordig overal. Het zijn geluksbrengers. En van oorsprong dus Japans.
We treffen ze dan ook veelvuldig in haiku aan. De achttiende-eeuwse meester Issa, die vaak over dieren dichtte, heeft ook oog voor ze.
The farm cat makes Buddha’s lap a pillow
De boerderijkat
maakt van Boeddha’s schoot
een kussen
Ondeugender is deze haiku van Issa over een kater:
Wake up, old tomcat, with elaborate yawns and stretchings
prepare to pursue love
Wakker worden, oude kater,
uitgebreid geeuwen en strekken,
klaar voor het liefdesspel
Zenmeester Hakuin (1686-1769) had het niet zo op katers. Hakuin vermeldt in zijn boek A precious Mirror-cave terloops: Broeder Sha zet een val voor de kater die alsmaar binnensluipt om mijn geliefde mike-neko lastig te vallen. Een mike-neko is een driekleurige vrouwtjeskat met op de plek van de gebruikelijke zwierige staart een speelse pompon. Zulke katten waren en zijn nog steeds heel geliefd in Japan.
In de zenliteratuur komen katten zelden voor, of het moet de koan van Nansen en de kat zijn, waarin Nansen dreigt de kat in tweeën te hakken als de monniken geen woord van waarheid kunnen zeggen om haar te redden. Een haiku had wellicht uitkomst kunnen bieden.
Evening glories – the cat chewing the flower has its mind elsewhere
Yosa Buson (1716 – 1784)
Maanbloemen –
de kat kauwt de witte kelk
denkend aan iets anders
Katten als toonbeeld van zenmeesterschap afschilderen is echt iets van later datum.
There’s nothing
he doesn’t know –
the cat on the stove
Tomiyasu Fusei (1885–1979)
Er is niets
wat hij niet weet:
de kat op de kachel
Maar zijn katten zenmeesters? Meester Hakuin was gek op zijn kat, maar het was niet zijn meester. Ik ben ook gek op mijn kat. Zijn speelsheid en soepelheid zijn inspirerend. Maar ik ben bang dat mijn kat en ik toch meer voldoen aan een ander clichébeeld: honden hebben een baas en katten hebben……
Het is nog vroeg in de middag als Kyogen in het taxibusje van de Noorder Poort aan komt rijden. Energiek en welgemoed loopt hij het uitbundig welkom van de teckels tegemoet. Een klein doosje met chocoladetaartjes valt terwijl we elkaar begroeten omgekeerd op de grond. Jammer, jammer, maar toch nog steeds lekker bij de kopjes koffie die volgen als we eenmaal gaan zitten voor het interview.
Je zit in de tweede dag van de daily-life sesshin, kon je wel weg?
Ja, ik heb net de middagmaaltijd gekookt voor ongeveer twintig deelnemers. Als tenzo (kok) maak ik de ochtend en de middagmaaltijd en dat doe ik heel graag. In de daily-life sesshin zijn naast de zazen-perioden ook werkperioden opgenomen. Dit interview is voor mij deze middag de werkperiode.
Om kwart voor vijf moet Kyogen weer in de zendo zitten en de timer op zijn telefoon zal hem waarschuwen voor een tijdig vertrek naar de Noorder Poort.
Je hoeveelste daily-life sesshin is dit?
Een beetje verrast door de vraag rekent Kyogen lachend en wat hoofdschuddend uit dat dit ongeveer de dertigste daily-life sesshin zal zijn.
In 2015 deed ik aan het eind van de zomertraining mee aan een dai-sesshin en toen werd me duidelijk dat deze vorm van in het leven staan voor mij “klopt”. De Noorder Poort beviel me en Jiun roshi kende ik goed. Ik realiseerde me toen dat ik er niet jonger op werd en ik wilde er nog een beetje flexibel ingaan. In mei 2016 ben ik op de Noorder Poort gaan wonen en in oktober van dat jaar ben ik geordineerd tot unsui. Ik kreeg daarbij de naam Kyogen, die ‘Dwelling in the Present’ betekent.
Je hebt in deze acht jaar op de Noorder Poort al veel bewoners meegemaakt.
Ja dat is eigenlijk een beetje zoals met broertjes en zusjes. Het is heel leuk en soms ook helemaal niet. Als er nieuwe bewoners komen vind ik dat fijn, al ben ik nu wat afwachtender dan toen ik nog maar kort op de Noorder Poort was. Soms vind ik het ook druk. Wat ik geleerd heb is dat frustratie alleen maar met mijzelf te maken heeft. Nu ik wat ouder ben vind ik het omgaan met jongere mensen plezierig. Het hebben van open aandacht en open luisteren zonder dat er een filter tussen zit van een oordeel of van iets dat ik wil of vind is voor mij cruciaal geworden, het kunnen onderscheiden van “direct weten” versus dat filter.
Wil je vertellen over belangrijke dingen in je levensloop?
In 1958 ben ik in Rotterdam geboren. Toen ik drie jaar was verhuisden we naar Hoek van Holland. Daar ben ik op de openbare lagere school geweest, dat was een groot houten gebouw met een binnenspeelplaats die ik heel mooi vond. Mijn vader was daar hoofd van de school. We zijn vaak verhuisd. Toen ik negen was verhuisden we naar Aalsmeer, waar ik mavo en later havo heb gedaan. Jaren later toen ik in Tubbergen in Twente woonde deed ik het avond-vwo, waarna ik in Leiden hbo-werktuigbouw heb gedaan Leiden. Ik heb vier zussen en drie broers. Mijn jeugd was harmonieus, maar werd bepaald door ernstige benauwdheden vanwege astma. Mijn moeder is heel wat keren met mij naar het ziekenhuis geweest omdat ik heel benauwd was. In die tijd kon ik niet veel meedoen met andere kinderen. Daarin kwam veel later een enorme verbetering toen er nieuwe medicijnen kwamen, dat was levensveranderend. Ik was toen in de twintig. Gedurende mijn havo-periode deed ik alles wat niet mocht, van veel spijbelen tot blowen, bier drinken en veel uitgaan.
Mijn eerste echte baan was als computer operator/troubleshooter bij de Bank of America in Amsterdam en daarna een kortere periode bij de NAM. In die tijd woonde ik samen met vier vrienden op een boerderij in Osdorp. Uiteindelijk kwam ik in Voorhout terecht, waar ik na de studie Werktuigbouw stage liep bij een staalconstructiebedrijf in Katwijk. Daar heb ik nog meegewerkt aan de bouw van het stadion de Arena, dat was heel leuk. Daarna ging ik van werken aan heel grote staalstructuren naar de heel kleine producten van Sonion. Daar maakten we de microfoons en luidsprekers die in gehoorapparatuur zitten, en ook in je telefoon. Hier verschoof mijn focus van het uitvoeren van constructieve technieken naar de documentatie over die technieken, met een accent op communicatie en kennisoverdracht.
Mijn moeder overleed in 1980 en dat heeft een grote impact op mij gehad. Ik realiseerde me dat ik, o.a. door het zoveel ziek zijn, nooit serieus had nagedacht over wat ik wilde, meestal waren het externe krachten die dat bepaalden. Ik stopte met uitgaan, met blowen, bier hijsen en dat soort dingen, het voelde ineens zo leeg aan. In plaats daarvan begon ik met trainen, dat was lopen, heel veel lopen. Ik woonde dichtbij de Sloterplas en heb ruim een jaar lang elke dag om de Sloterplas gelopen. Al lopende vroeg ik me vaak af wat loopt hier eigenlijk en wat is het eigenlijk dat ademt. Daar heb ik blijkbaar onbedoeld het “zen- zaadje” heel veel water gegeven, wat uiteindelijk tot mijn gang naar de Noorder Poort leidde. Toen, in Amsterdam, ging ik met mijn zus vaak eten in de Leidsestraat, bij de Golden Temple, daar hadden ze onwijs lekkere banana-cream pie. Niet ver daar vandaan was een klein boekwinkeltje. Daar kocht ik het boekje Zen Mind Beginner’s Mind van Suzuki. Ik had nog nooit van zen gehoord en in dat boekje las ik wat ik dacht terwijl ik rond de Sloterplas liep, zin voor zin las ik daar mijn gedachten. Ik ging meer over zen, boeddhisme en metafysica lezen. Toen werd mij duidelijk dat ik daar ooit wat mee zou gaan doen.
Hoe kwam je tot de stap om je serieus toe te leggen op zazen?
Ik kende Jiun roshi al langer van buiten de setting van de Noorder Poort. Zij vroeg me in 1996 of ‘97 om mee te gaan naar een sesshin in de Tiltenberg. Dat was nog onder leiding van Prabhasa Dharma zenji. Van het contact met Prabhasa Dharma herinner ik mij het gevoel dat ze me echt zag. Tijdens een dokusan vroeg ze: ‘Is there silence?’, waarop ik “helemaal naar binnen viel”. Er kwam een antwoord: ’sometimes’, maar dat leek niet uit mij te komen. Die ontmoeting heeft iets met me gedaan, dat is blijven hangen. Maar Jiun roshi is degene waardoor het pad voor mij concreet is geworden.
Kun je nog nader omschrijven wat die ontmoeting met je gedaan heeft?
Ja, dat was of is denk ik het ware waar zij mij mee in contact bracht; een diepe rust, diep vertrouwen, dat sterke, dat krachtige, dat heeft zij toen aangeraakt.
Zo ben ik, heel kort, betrokken geweest bij het allereerste begin van de Noorder Poort en ik weet nog dat ik een mailtje aan Modana schreef van: ‘Ik kom hoor.’ Dat liep overigens iets uit… pas 25 jaar later kwam ik.
Hier op de Noorder Poort heb ik het gevoel dat ik nog altijd verder bouw aan het jaar dat ik zo getraind heb aan de Sloterplas, daar heb ik toen de sporen van de os gezien.
Het is mooi dat Kyogen over die sporen begint, want voor dit gesprek heb ik de tien plaatjes van de os te voorschijn gehaald: de prachtige kaartenset Ossen hoeden op de Noorder Poort, van Jiun roshi (tekst) en Ardan Timmer (beeld).
Wil je een kaart uit die serie trekken en kijken wat die voor jou betekent?
Kyogen trekt het zevende plaatje met als titel ‘Eindeloos geven’.
Het is een poosje stil, dan zegt Kyogen: ‘Hoewel ik soms nog wel eens kortaf kan zijn, zie ik dat ik ook veel geef. Tenjo roshi heeft ook wel eens iets in die trant tegen mij gezegd. Ik sta klaar voor mensen, vaak zijn het heel kleine dingen, en soms ga ik daarmee wel eens over mijn grenzen heen en dan word ik zo moe… en kortaf.
Ik heb nu een training van acht jaar achter me en zal straks misschien wat meer afstand gaan nemen, niet meer aan alle sesshins meedoen bijvoorbeeld. Ik neem nu deel aan de lerarenopleiding en wil graag meer tijd besteden aan studeren.
Als unsui zit je veel in zazen, hoe is dat voor jou?
Dat vind ik heerlijk. Na lang zitten, zoals in een sesshin, is alles nog mooier dan het al is, is alles puur en ik bedoel echt alles, ook wat “lelijk” is, is mooi. Zitten is het leven. Zitten genereert leven, het leven komt eruit voort en daarmee bedoel ik alles om je heen. Als ik het zitten verwaarloos dan stomp ik af, ga ik te snel, ben ik niet meer aandachtig. Het doen van een sesshin is voor mij zo ongeveer een soort dagelijks leven, het is wat ik wil. Af en toe mis ik de stad, het slenteren in Amsterdam, al die mensen en de anonimiteit. Maar zoals ik hier leef, komt dicht bij mijn opvatting van eerlijk en oprecht leven.
Sinds een jaar of twee is Gert Ryokan Bremer een regelmatige gast op de Noorder Poort. Gert is een veelzijdig iemand. Sinds 1975 is hij kerkmusicus, dirigent en muziekleraar. Hij was in zijn werkzame leven ook als redacteur en eindredacteur verbonden aan KRO/RKK radio 4 en 5.
Tussen 2006 en 2017 was hij cisterziënzer monnik van de Abdij Maria Toevlucht in Zundert, waar hij regelmatig in de keuken werkte als kok. Zijn ervaring met koken voor grote groepen komt op de Noorder Poort goed van pas. Sinds enkele jaren werkt de Noorder Poort met een pool van sangha-leden die in retraites de kok bijstaan. Gert komt daar regelmatig voor naar de Noorder Poort.
In Zundert begon hij met mediteren en met het beoefenen van aandacht. Na zijn vertrek uit het klooster zette hij zijn oefening voort bij zen.nl. Twee jaar later nam hij de geloftes, waarbij hij de boeddhistische naam Ryokan kreeg: good, gentle, open mind.
Eén van zijn andere talenten is fotograferen, of eigenlijk: kijken. In 2024 bracht hij in eigen beheer een boekje uit met de titel De schoonheid van geleefd, met foto’s die hij maakte in Amersfoort. In het voorwoord schreef hij:
In dit boek oefen ik een blik die heel gewone en geleefde dingen boven het dagelijkse uittilt. Het zijn indrukken die ik vastleg onder het wandelen […] Vrij van mijn stokpaardjes en al te snelle oordelen vanuit opvoeding, geloof, moraal, beroep en wat mijn blik nog meer vernauwt. Deze beginner’s mind helpt mij om bij wat ik zie een ontmoeting te laten plaatsvinden tussen subject en object, waarbij ziener en geziene voor even samenvallen.
Tijdens de vriendendag (zie elders in dit nummer) nodigde hij de deelnemers aan de foto-workshop uit om ook met deze open blik te kijken. Als hij op de Noorder Poort is, maakt hij regelmatig prachtige foto’s. Hieronder een selectie. Van sommige foto’s zul je, als je hier regelmatig komt, meteen zien waar ze gemaakt zijn; van andere is dat misschien minder duidelijk. Hoe dan ook, zijn ze allemaal een aandachtige en open blik meer dan waard.
Het fotoboek De schoonheid van geleefd is niet in de handel; wie belangstelling heeft kan contact opnemen met Gert Ryokan: gertbremer71_at_gmail.com.
Op 22 september, een zonovergoten zondag, kwamen zo’n zestig vrienden – oude getrouwen en nieuwe – bij elkaar op de Noorder Poort. Om te genieten van de unieke sfeer, van elkaars gezelschap, van lekker eten en drinken en van twee workshops rond het thema ‘Oogsten’.
Jiun roshi opende de dag met een inleiding op dit thema. Dit jaar bestaat de NoorderPoort al weer 28 jaar, en in die tijd, stelde ze vast, is er al heel wat geoogst: heel veel zenbeoefening, meer land met poelen en kinhinpaden, nieuwe zenmeesters en leraren, een prachtige moestuin, grote energiebesparingen… ook de volle zendo en de goede stemming van deze vriendendag zijn deel van die oogst. “Welke zaadjes hebben tot deze oogst geleid?”, was haar vervolgvraag. “Was het Prabhasa Dharma zenji? De vorige eigenaar van de Noorder Poort? De boer die er ooit geleefd en gewerkt heeft? Alle mensen die er in die 28 jaar gewoond, gewerkt, geoefend hebben?” Ik zou zeggen: niet in de laatste plaats Jiun Roshi zelf!
Als je er zo bij stilstaat kun je heel wat antwoorden oogsten. En zonder twijfel zijn er deze dag ook weer nieuwe zaadjes gezaaid, die de moeite van het verzorgen en opkweken waard zijn. Noorder Poort is een prachtige tuin waar hopelijk nog lang velen met hun beoefening de zaadjes van vriendschap en vrede, stilte en bewustzijn zullen verzorgen
De workshops zorgden voor een rijke oogst aan impressies in woord en beeld, waaruit we er een paar hebben geselecteerd voor deze nieuwsbrief. Met veel dank aan Gert Ryokan Bremer, Brigitte van Schooten, alle aanwezige Vrienden en het onvolprezen catering-team van het SVNP-bestuur!
Beginnen in de zendo. "De beste toets van vriendschap is hoe goed je samen stil kunt zijn."
Thee workshop Oogsten van geur en smaak. "Een oude Chinese keizer had het gevoel dat de wereld op zijn kop stond. Hij zette twee thee kopjes op elkaar, draaide ze om en zette daarmee alles weer recht."
Theeworkshop. "De eerste keer rook ik de thee nauwelijks in mijn eigen kopje, de derde ronde rook ik het al toen het aan de overkant werd ingeschonken."
En weer klaar voor de middagronde
Fotoworkshop Oogsten van Beeld en Woord. Nog nooit werden er zoveel mobiele telefoons actief gezien in de Noorder Poort...
...en waren mensen zichtbaar doende met wat ze allemaal zagen.
Gaat vriendschap ook door de maag?
In de fotoworkshop gingen mensen op pad om “in de stilte alleen maar te kijken in woord en beeld te oogsten: de gewone dingen die ons raken”. Hieronder een kleine selectie uit het resultaat.
Ria Duiven - De zaden die je ziet weerspiegelen de toekomst.
Ajit Peters Licht als een veertje kijk ik om mij heen. Buizerd, roept gij mij?
Mariëtte Oostindiën - Op de Noorder Poort ga ik vaak 's avonds even naar het vondertje bij de kleine poel. Om daar al liggend of zittend naar naar de hemel te kijken. […] Nu draaide ik het om en keek naar beneden.
Daishin van Hoogdalem
tegen het zonlicht
zie ik een schaduwwereld
niet wit, niet zwart
Claartje Sadee - Hallooo… is daar iemand
Rolien Ravier - Voor sommige dingen heb je geen woorden nodig
Onlangs is bij uitgeverij Elikser een dichtbundel verschenen van onze redacteur Auke Leistra: Ander woord voor moeder. We citeren de tekst op de webpagina voor de bundel:
Auke Leistra was de veertig al gepasseerd toen hij erachter kwam dat hij in zijn eerste anderhalve levensjaar lange tijd niet bij zijn moeder had gewoond, omdat ze toen ‘psychisch labiel’ was. Hij werd ondergebracht bij een verre tante, van wie hem nooit meer was verteld dan dat ze ‘hem had leren lopen’.
Het was een late openbaring die zijn verstoorde verhouding met het leven in het algemeen en zijn moeder in het bijzonder in een verhelderend licht zette. Bij dat vaak wat schrille licht schreef hij deze bundel.
De bundel bestaat uit drie afdelingen: Verwijdering, Variaties op een thema, en Toenadering. Uit elke afdeling tonen we een gedicht.
De redactie – Suigen roshi, Threes, Sandra en Auke
Ardan Timmer was jaren lang intensief betrokken bij de Noorder Poort. Eerst als unsui en later als kok. Voor het Tijdschrift ZenLeven was hij beeldredacteur. Zijn onverwachte overlijden op 9 augustus 2024 heeft veel mensen diep geraakt.