Het zenleven van Cees de Wit

In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Cees de Wit, 75, wonend in Heerenveen, werkzaam als vrijwilliger op de Noorder Poort als hoofd van de Technische Dienst. Hij oefent al meer dan dertig jaar zen.
De opzet is overgenomen van het blad Zensor, een uitgave van Zencentrum Amsterdam.

Het zenleven van Cees de Wit

Cees de WitWat bracht je ertoe om Zen te gaan oefenen?

Als jongeman, pas getrouwd, was ik lid van de Theosofische vereniging in Leeuwarden. We lazen meestal teksten die we dan op besloten bijeenkomsten met elkaar bespraken. Ook waren er openbare bijeenkomsten waarvoor interessante sprekers werd uitgenodigd. Al met al waren het interessante en inspirerende bijeenkomsten, maar voor mij bleef het te veel steken op het mentale vlak. Ik had niet het gevoel dat ik zelf groeide of wijzer werd.

 

In 1973 kreeg ik werk in Heerenveen. Daar zag ik in het tijdschrift Bress Planet een advertentie van de Theresia-hoeve in Langenboom, over een zen-retraite van vier dagen. Ik had denk ik wel eens wat over zen gelezen en afbeeldingen gezien hoe je moet zitten enz. Ik heb me toen voor deze retraite opgegeven.

Om van Heerenveen naar Langenboom te komen was nog een probleem, ik had nog geen auto, en openbaar vervoer vond ik te duur. Ik ben er toen op de fiets naartoe gegaan. Nou, dat heb ik geweten: zo’n 190 km, en ongetraind. De heenweg heb ik in twee etappes gedaan en de terugweg in één keer.

 

Ik had geen zen-ervaring, maar ik had gezien dat je met gekruiste benen (volle lotushouding) moest zitten. Dat heb ik dan ook vier dagen gedaan. Ik denk dat ik zo’n beetje de enige was. Na afloop had ik blauwe enkels.

 

Ondanks deze pijnlijke kennismaking bracht het ook iets wat zich niet zo gemakkelijk laat benoemen, maar wat voor mij nog steeds een drijfveer is om met zen bezig te zijn. De inzichten die het geeft ontstaan vaak via een onverwachte omweg en zijn voor mij van praktische toepassing in het dagelijks leven. Ik heb er bijvoorbeeld van geleerd om wat dieper te kijken voor ik ergens een besluit over neem. En ik kan ook veel beter naar mensen luisteren, omdat ik veel minder aan mijn eigen visie hecht. Door zen is dat soort dingen bij mij in de loop der jaren op een natuurlijke wijze gegroeid.

Waar en bij wie mediteer je?

Ik mediteer nu op de Noorder Poort, waar ik ook vrijwilliger ben bij de technische dienst. Eerst onder leiding van Prabhasa Dharma zenji, en na haar overlijden onder leiding van Jiun Hogen roshi.

Wie (of wat) beschouw je als je leraren?

Hen beschouw ik nog steeds als mijn leraren, en verder is elke ontmoeting voor mij een leermoment.

Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?

Metta of maitri (liefdevolle vriendelijkheid) spreekt mij het meeste aan. In alle oprechtheid toegepast neemt het de tegenstellingen tussen mij en de ander of het andere weg.

Hoe ziet jouw zenleven er uit?

Mijn zen-leven is mijn dagelijkse leven.

Een paar keer per jaar doe ik een sesshin onder leiding van Jiun roshi. In 1990 heb ik de boeddhistische geloftes gekregen van Prabhasa Dharma zenji. Mijn boeddhistische naam werd toen Dharma Pala, wat Beschermer van de waarheid betekent. Dat zie ik nog steeds als een opdracht.

Verder beoefen ik ook Kyudo, een traditionele Japanse vorm van boogschieten die je ook als een oefening in aandacht kunt zien. Maar zen, het zitten in meditatie, gaat voor mij toch veel dieper. Door zen heb ik zicht gekregen op wat er aan gedachten en emoties in me omgaat.

 

Ik ben nu 75 jaar oud, en ik ben blij dat ik nog steeds oog heb voor de vele mooie dingen die ik op mijn pad tegenkom.

Cees demonstreert Kyudo

Cees demonstreert Kyudo

Wil je ook voor deze rubriek geïnterviewd worden? Stuur een mail aan redactie@zenleven.nl.

De zenweg van Ale Assies

De zenweg van Ale Assies

 

Zen beoefenaar Ale AssiesIn het voorjaar van 2014 ben ik met zen begonnen en al snel was ik gegrepen door de leer van de Boeddha. Samen met een goede vriend ben ik begonnen bij de maandaggroep in Utrecht, bij Maurits Hogo Dienske. In het begin genoot ik vooral van de stilte en de harmonie in zo’n groep, ondanks dat ik nog niet veel wist van zen. Het mooie van zen is ook dat je er niets voor hoeft te leren. Je bent stil en je merkt vanzelf wat er gebeurt.

 

In de groep zijn ook soms studieavonden over het boeddhisme. De eerste waren voor mij best pittig, lastig, al die abstracte termen. Pas toen ik er na een jaar meer over ging lezen, begonnen zaken op hun plaats te vallen. Ik ben begonnen met wat romans over zen, daarna stapte ik over op boeken over zen, zoals het boek dat mijn leraar Maurits heeft geschreven. Op dit moment ben ik bezig met de soetra’s [1] zoals de  hartsoetra  en de Satipatthana. Door wat te lezen en te luisteren snap je steeds beter wat de leer is, maar je snapt ook steeds beter dat de leer met de geest begrijpen iets anders is dan hem ook echt toepassen. Om te beginnen met alles los laten.

 

Mediteren is nu iets wat ik op veel plekken doe, thuis, op vakantie, in de sangha en op de  Noorder Poort. Op de Noorder Poort ben ik nu twee weekenden geweest en dat heeft mij geholpen om ook langere tijd te gaan zitten. Langdurig zitten in een omgeving waar je geconfronteerd wordt met je eigen gedachten en emoties. De omgeving en de gebruiken zorgen ervoor dat je volledig kan focussen op je eigen meditatie. Alles gebeurt er met aandacht, zelfs het fruit is precies goed. De warmte van de sangha doet de rest.

 

Mijn handvaten voor het dagelijks leven zijn de vier edele waarheden en het achtvoudig pad[2]. Door altijd goed naar je eigen gedrag te kijken zie je dat veel lijden door jezelf wordt veroorzaakt. Dit inzicht kan je helpen het lijden te beëindigen. Mettameditatie helpt je minder te oordelen en meer open te staan voor anderen. Al die zaken helpen je bij je meditatie. Zit, laat los en wees stil.

 

[1] Soetra’s zijn leerredes van de Boeddha. De hartsoetra is een korte maar voor zen heel belangrijke tekst; de Satipatthana-soetra gaat over het beoefenen van aandacht: het is de tekst waarop de mindfulness-techniek is gebaseerd.

[2] Dit zijn belangrijke elementen uit de Boeddhistische leer. Wie meer wil weten, kan bijvoorbeeld het boek Het hart van Boeddha’s leer van Thich Nhat Hanh lezen.

 

Rubriek: het zenleven van

In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Tanja Wijgerde, 42, bestuurskundige, eerder eigenaar van een bedrijf dat mensen naar werk toe leidde, nu fulltime moeder van een kindje van bijna twee jaar en een baby van zeven maanden. Ze woont in Zwolle en beoefent sinds tien maanden zen.
De opzet is overgenomen van het blad Zensor, een uitgave van Zencentrum Amsterdam.

Het zenleven van Tanja Wijgerde

Tanja Wijgerde

Wat bracht je ertoe om Zen te gaan oefenen?

Eigenlijk was ik altijd al in spiritualiteit geïnteresseerd. Al heel jong besefte ik dat er meer is dan je met je zintuigen kunt waarnemen. Ik had een vriend die, toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, opende met: “Geloof je in God”? Ik antwoordde: “Niet in een god buiten ons, maar wel in een goddelijke vonk in ons”, en daarmee vonden we elkaar. Door die vriendschap ben ik heel erg aan het denken gezet en ook aan het lezen over allerlei spirituele stromingen: Madame Blavatsky, Boeddhisme, Rozenkruisers…. Op mijn 27e heb ik me bij die laatsten aangesloten. Maar op den duur vond ik ze te dogmatisch: wat in de boeken van de grondleggers staat geldt als dé waarheid. Maar ook toen ik geen lid meer was, bleef ik er wel mee bezig; ik neem bijvoorbeeld nog steeds ’s avonds de dag door, en vraag me dan af waarom ik deed wat ik deed en dacht wat ik dacht. Zo leer ik mezelf steeds beter kennen.
Wat me heel erg ging aanspreken in het Boeddhisme, is dat je iets pas als waarheid aanvaardt als je het zelf hebt onderzocht, zelf hebt ervaren. Maar ondanks dat ik er wel met mensen in mijn omgeving over kan praten, miste ik diepgang; ik kreeg behoefte aan een weg om te volgen. Ik heb toen gereageerd op een advertentie in de krant waar een introductiecursus zen werd aangeboden.

Waar en bij wie mediteer je?

Ik heb in januari de introductiecursus in Zwolle gedaan en mediteer daar nu in de groep die wordt begeleid door Myoko Sint en Myoshin Zeitler. Ik ga daar zeker mee door, maar zoek ook verdieping; ik heb me nu opgegeven voor een zenweekend op de Noorder Poort en ben van plan daar ook vaker naar toe te gaan. Met twee zulke kleine kinderen zal dat soms lastig zijn, maar die mogelijkheden komen er vast.

Wie (of wat) beschouw je als je leraren?

Ik zou graag een leraar hebben, iemand die me helpt de weg te gaan. Bij wie ik met mijn vragen terecht kan. Dat zal zich de komende tijd wel ontwikkelen. Verder zie ik het leven zelf ook als een schoolklas, je ontmoet dingen die leerstof zijn, die je voor de vraag stellen: hoe ga ik hiermee om? Ik heb een paar jaar geleden een moeilijke tijd gehad, maar juist daarvan heb ik ook veel geleerd. Ik voel nu vaak dat, waar ter wereld ik ook word neergezet, ik de situatie aan zal kunnen. En ik ben niet meer afhankelijk van het oordeel van andere mensen.
Iets anders: ik houd er heel erg van om heel hoog in de bergen te wandelen, op plekken waar geen mensen komen. Op die wandelingen heb ik echt contact ervaren met de bergen, en dat bedoel ik zo letterlijk als ik het zeg. Op zulke momenten ben ik één met de berg, dan valt alles weg. Dát is echt leven.

Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?

Ik heb nog maar weinig boeken gelezen over het boeddhisme. Een boek dat ik mooi vond, is Het Hart van Boeddha’s Leer van Thich Nhat Hanh, en wat me daarin vooral aansprak is zijn uitleg over het functioneren van de geest: dat er zaden in je opslagbewustzijn aanwezig zijn en dat je zó wilt leven dat je de heilzame zaden, die je verder helpen in je ontwikkeling, zo goed mogelijk verzorgt en de onheilzame zaden laat verkommeren.

Hoe ziet jouw zenleven er uit?

Door mijn twee kindjes kan ik wat minder mediteren dan ik zou willen. Wel probeer ik oplettend te zijn in alles wat ik doe en onderzoek ik hoe ik denk en handel. Ik probeer ook mensen te zien zoals ze echt zijn, en niet meteen een groot oordeel over ze te hebben, negatief noch positief. Ieder mens heeft bepaalde bagage en reageert van daaruit. Ik merk dat als ik daar open voor sta, de oordelen die eerder opkwamen wegvallen. Maar dat lukt lang niet altijd.

Rubriek: het zenleven van …

Deze rubriek portretteert aan de hand van vijf vaste vragen iemand die op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen mediteert. Dit keer René Kres, 32, ondernemer in duurzame energie, woont in Rotterdam, oefent zen sinds 1998.
De opzet is overgenomen van het blad Zensor, een uitgave van Zencentrum Amsterdam.

 

Het zenleven van René Kres

ReneKresWat bracht je er toe om zen te gaan oefenen?
De ouders van mijn beste vriend op de middelbare school hadden thuis een zendo en beoefenden ook Japanse bloemschikkunst. Ik was meteen gefascineerd. Via hen kwam ik op de Noorder Poort terecht, eerst alleen of met mijn vriend, later ook jaarlijks met andere leerlingen van mijn school (de Kees Boekeschool). Na de middelbare school ben ik zes jaar leerling geweest van een kung fu- meester en studeerde ik tegelijkertijd sinologie. Toen ik daar wegging (ik was toen 25) heb ik de zentraining weer opgepakt. Sinds een jaar of drie komt daar steeds meer diepgang in. Ik ga steeds serieuzer mediteren; ik zit nu ook thuis en doe  intensieve retraites op de Noorder Poort.

Waar en bij wie mediteer je?

Ik zit in de wekelijkse groep in Rotterdam die is verbonden met de Noorder Poort, nu geleid door Maarten Vermeulen.  Verder werk ik één weekend in de maand op de Noorder Poort als vrijwilliger in de moestuin. Dat is meteen ook een weekend stilte en zenoefening. Daarnaast probeer ik elk jaar twee dai-sesshins (zevendaagse retraites) te doen.

Wie (of wat) beschouw je als je leraren?

Ik beschouw Jiun roshi als mijn meester en doe ook alleen sesshins bij haar. Al leer ik natuurlijk ook van anderen, als ik op de Noorder Poort ben bijvoorbeeld van de bewoners. Maar zij zijn niet mijn leraren, dat is Jiun roshi.

Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?

Ik heb daar verschillende antwoorden op. Ik ben in mijn meditatie nu aan het oefenen met de hartsoetra. Jarenlang heb ik die tekst steeds gereciteerd zonder er verder veel aandacht aan te besteden, maar opeens ging het leven.  In zen trekt me verder vooral het stille, het woordloze, het mystieke. Plus het feit dat daar een concrete oefening aan is verbonden waarin zowel lichaam als geest belangrijk zijn. Daarnaast houd ik van de strenge vorm van zen. Voor mij is de Noorder Poort daardoor een plek waar ik serieus kan oefenen. Ik hoef niet in een kring met andere mensen spirituele liedjes te zingen: dat is heel gezellig, maar  gezelligheid heb ik al genoeg in mijn leven.

Hoe ziet jouw zenleven er uit?

Ik probeer steeds meer te leven vanuit het Boeddhisme. Vooral het oefenen met compassie, voor mezelf én voor anderen, beïnvloedt echt mijn leven. In de meditatie probeer ik alles te verwelkomen wat er in me opkomt, zonder veroordeling. Dat vind ik een fijne manier van oefenen. En het heeft ook effect. Als ik bijvoorbeeld ruzie krijg met mijn vriendin, dan trek ik me nu als het ware even in mezelf terug om te onderzoeken wat ik nou eigenlijk voel, wat de oorsprong is. Die zou ik zonder meditatie niet op het spoor komen. Gevolg is dat ik niet zo snel in een neerwaartse spiraal van emoties terecht kom. Als het toch misgaat, treed ik ook dat met compassie tegemoet. Want het gaat ook wel eens mis; het blijft oefenen.