Toen de Noorder Poort in 1996 werd geopend, bestond het terrein uit slechts een halve hectare. In de loop der jaren is grond rond het erf aangekocht. Een groep bevlogen vrijwilligers, de Kring Landschapstuin*), houdt zich bezig met de ontwikkeling van dit land. Ajit (tuinman en beheerder landschapstuin) geeft een update over de ontwikkelingen.
De landschapstuin van de Noorder Poort is in ontwikkeling; de enige constante is de verandering die de natuur bepaalt. De veranderingen in de landschapstuin horen bij de ontwikkelingen op de Noorder Poort; net als bijvoorbeeld een nieuw dak, de herinrichting of verbouwing van de slaapkamers, de verbouwing van de theekamer en keuken en het maken van de nieuwe spoelkeuken.
Niets blijft hetzelfde. Met het komen en gaan van de seizoenen en gerelateerde werkzaamheden, is er sinds de aanleg van de landschapstuin veel veranderd.
Dat begon in 2014 met het graven van zes poelen en de aanleg van in totaal 630 meter aan betonnen paden ter beoefening van de kinhin. Bij enkele poelen zijn nu ook yaza-plekken**) gerealiseerd en bij drie poelen zijn speciale slangenhopen voor de ringslang gecreëerd. Verder wordt elk jaar een stuk van 10 bij 80 meter met een speciaal akkerbloemenmengsel ingezaaid. De bijen hoeven daardoor vanuit hun bijenstal niet meer zo ver te vliegen voor hun nectar. Ook slingeren er enkele graspaden door het grasland, waardoor je er doorheen in plaats van er omheen wandelt. Aan de zuidkant is op de wal een doorkijk gemaakt waardoor je de 8 ha grote landschapstuin en het 0,5 ha grote erf kunt overzien.
Voor dit jaar staat realisatie van het plan ‘De Braamsluiper’ op het programma. Hiervoor wordt zo’n zestienhonderd m2 grasland afgeplagd en ‘ingezaaid’ met maaisel dat we uit natuurterreinen in de naaste omgeving gaan ophalen. Zo kunnen we de biodiversiteit nog meer vergroten.
Ook wordt er een begin gemaakt met de herinrichting van de oude composthoek direct ten noorden van het erf. We beginnen eerst met het leeghalen. Het steenafval wordt gesorteerd en apart gelegd in verschillende fracties om dan later een begin te maken met het op organische wijze bouwen van stapelingen. Ze zullen onder andere gebruikt worden om yaza-plekken te creëren. De wal die om de composthoek heen ligt, wordt ook iets vergroot én verhoogd. Dit verhogen doen we met behulp van de plaggen die afgegraven worden voor het Braamsluiper-project.
Al met al wordt het een jaar van verandering, waarin bewoners en deelnemers aan retraites weer actief hun bijdrage kunnen leveren om van de landschapstuin een nog aantrekkelijker plek te maken voor de zenmeditatie en innerlijke stilte.
Wie niet te lang wacht met naar de NoorderPoort komen, krijgt misschien nog een groente te eten die in Nederland minder bekend is dan in Vietnam. Een familielid van Daido nam een paar jaar geleden zaden mee, en de groene vingers van Daido zorgden voor de rest. De oogst dit jaar was zestig kilo.
De groente smaakt licht zoet, een beetje nootachtig, niet heel uitgesproken. Op de Noorder Poort gebruiken we de Vietnamese naam susu.
Volgens Wikipedia komt susu oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, is familie van de komkommer en heet hier chayote – als je recepten zoekt kun je het best die naam gebruiken. Maar wij houden het op susu.
Tegels
Voor paden in de moestuin zijn we op zoek naar tegels van 60×40 cm. Wie helpt ons eraan? Iedere steen is meegenomen.
De meeste bezoekers van de Noorder Poort kennen buurman Klaas als de chauffeur van de bus die deelnemers van en naar station Steenwijk rijdt, in de zomer het gras maait, en driehonderddrieenzestig dagen per jaar ’s morgens koffie bij ons komt drinken. Maar sinds de werkweek in maart is daar nog iets bijgekomen. Klaas hielp toen met het voorbereiden van de moestuin voor het nieuwe seizoen en dat beviel hem zo goed, dat hij daar na de werkweek gewoon mee doorgegaan is. Het is zwaar werk, want uit alle bedden moeten alle plantenresten met wortel en al verwijderd worden. Vooral het kweekgras wortelt soms meer dan een halve meter diep, dat is flink graven. Geen wonder dus dat er ook vaak uitgerust moet worden. De leunstoel heeft Klaas gelukkig altijd naast zich staan, met een zachte bekleding van kweekgras en aarde.
door Ajit Peters – beheerder van de landschapstuin
Door de jaren heen zag ik steeds vaker boerenzwaluwen boven de composthoek en de moestuin vliegen. Deze zwaluwen kwamen allemaal foerageren vanaf de boerderijen ten oosten van Wapserveen. Het zou een kwestie van tijd zijn voor ze op de Noorder Poort zouden gaan nestelen.
Om ze een handje te helpen had ik aan de zuidkant van de garages een gat in de nok gezaagd. Aan de noordkant had ik een luik verwijderd om ze een nog betere kans te geven, maar nee hoor… ze vlogen alleen via de openstaande garagedeur naar binnen.
En nu… eindelijk is het dan, na twee vruchteloze jaren, gelukt:
een paartje boerenzwaluwen heeft vier jongen groot weten te brengen.
Het had nogal wat voeten in de aarde, want vanaf het moment dat er vier eieren in het nest lagen, hielden we elke nacht de garagedeur op een kier. En om ervoor te zorgen dat ’s nachts niemand in de garage zou komen, werd elke avond de bus ervoor gezet.
Het heeft geholpen. De foto’s zijn van 8 augustus en de week daarop vlogen ze uit, om in het begin nog elke avond terug te komen op het ‘oude nest’. Daarna bleven ze een voor een langer weg en kwamen ten slotte helemaal niet meer terug.
En ik, ik bleef zitten met het ‘lege nest syndroom’.
We hebben nu al bijna zeven jaar een moestuin op de Noorder Poort. In die tijd hebben we met vallen en opstaan ontzettend veel geleerd. De verrassingen waren talloos, evenals de teleurstellingen. De afgelopen paar jaar brengt de tuin voldoende op om in de zomer en de herfst de bewoners en de gasten van groenten te voorzien, zodat we al veel minder hoeven te kopen. Soms is er teveel om op te eten; dan maken we jams, we wecken, we fermenteren of we vriezen het in, en als dat allemaal niet kan, delen we de overproductie uit aan de gasten.
Jaren hebben we uitgekeken naar een grotere kas om het hele jaar door van eigen grond te kunnen eten. En nu konden we een grote tunnelkas overnemen, die in maart is geplaatst. Hij is zes meter breed en zestien meter lang. Daarmee is het groeiseizoen met maanden verlengd en hebben we zelfs genoeg ruimte om volop zelf planten op te kweken. Daarmee is de moestuin echt volwassen geworden.
Kom en proef!
Reeën
In de natuurgebieden in de omgeving van de Noorder Poort leven veel reeën, en die bezoeken regelmatig ook onze landschapstuin. Tijdens kinhin buiten in de vroege ochtend, springt er soms opeens één weg uit het hoge gras bij de poelen. Een enkele keer komen ze nog dichterbij: de foto hieronder, met pootafdruk, is genomen vlak buiten de voordeur.
Reeën die voelen dat hun einde nadert, zoeken een veilige, rustige plek om te sterven. En kennelijk is de Noorder Poort zo’n plek: vlak bij de dobbe (de kuil aan de voorzijde van de Noorder Poort) vond Ajit deze dode ree. Waar die aan gestorven is, was niet duidelijk: er waren in elk geval geen verwondingen te zien.
door Leonhard Schröfer (leidinggevende landschapstuin)
In 2018 zijn de boomkikkers voor het eerst in de landschapstuin verschenen en nu, twee jaar later, horen we de kikkerkoren vanuit alle poelen. De zachte winters en de warme zomers hebben de boomkikkers goed gedaan.
De reacties op de Noorder Poort zijn verschillend. De één vindt het ‘magisch’ om ze te horen; een ander heeft er slapeloze nachten van en nog weer anderen maakt het allemaal niet uit. Met dit stukje hoop ik meer begrip te kweken voor deze bijzondere nieuwe gast op de Noorder Poort.
Eigenlijk is boomkikker een vreemde naam, want in de bomen zal je dit kleine kikkertje nauwelijks aantreffen. Het diertje leeft bij voorkeur op braamstruiken. Een volwassen exemplaar wordt ongeveer 4 cm groot en heeft zuignapjes aan zijn poten om tegen de hoog opgaande planten op te kruipen. Het is een gedrongen groen kikkertje met een donkere streep over de zijkant van het lijfje. De pootjes zijn keurig onder het lichaam gevouwen. Ze houden van zonnen. Stengels en grote bladen dragen met gemak hun gewicht. Zittend op een blad vangen ze dan insecten.
Voortplanting
Vanaf april verlaten ze hun overwinteringsplaats om zich voort te planten in de aanwezige poelen. De mannetjes zitten ’s avonds bij de poelen te roepen om wijfjes te lokken, met een ‘kè-kè-kèkè-kè-kè’-geroep, vanaf een half uur vóór tot enkele uren ná zonsondergang. Dat kan zich ontwikkelen tot een indrukwekkend boomkikker-koor. Hun geroep (of gezang?) gaat door tot ongeveer eind juni.
Het vrouwtje zit intussen niet stil. Ze zet in korte tijd (vaak zelfs in één nacht) een aantal ei-klompen af in het water, die overigens moeilijk te vinden zijn door de geringe grootte en de lichte kleur van de eieren. Vanaf eind april tot in augustus zijn in het water larven aan te treffen, die tot 5 cm lang worden.
Dikkopje van de boomkikker...
... en van de bruine kikker
De meeste net volgroeide boomkikkers verlaten in juli en augustus het water (soms al iets eerder). Boomkikkers verblijven het grootste deel van hun leven op het land. Alleen tijdens de voortplantingsperiode wordt het water bezocht. Daarna verblijven zowel mannetjes als vrouwtjes in de ruime omgeving van de poelen, liefst in zonnige, beschut gelegen vegetaties.
Vanaf eind september tot half november gaan de boomkikkers in winterrust. Ze overwinteren op het land op vorstvrije plekken meestal onder de grond, zoals in muizen- en mollengangen. De gemiddelde leeftijd die een boomkikker bereikt als hij de eerste overwintering overleefd heeft, is drie tot vijf jaar.
Eten en gegeten worden
Boomkikkers eten onder andere vliegen, kleine kevers, spinnen en mieren. De grootste bedreigingen voor hen zijn roofvogels, egels, spitsmuizen, bunzings, dassen en ringslangen.
Verspreiding
De boomkikker komt in vrijwel geheel Europa voor maar is hier is veel zeldzamer dan de groene en de bruine kikker omdat ze veel meer eisen stellen aan hun leefomgeving. In Nederland komen boomkikkers steeds vaker in kleine populaties voor in Zeeuws-Vlaanderen, Noord-Brabant, Midden- en Noord-Limburg, Achterhoek, Salland, Twente en Drente.
Kijken wat er in de poelen leeft
Beheer
De Kring Landschapstuin op de Noorder Poort is regelmatig in de weer om het leefgebied van de boomkikker te verbeteren. Dat vraagt om beheermaatregelen. In 2019 heeft onze beheerder bij een aantal poelen bramen aangeplant en we willen graag langs de aangeplante singels struweelrijke randen ontwikkelen, om de boomkikkers plekken vlak bij het water te bieden waar ze kunnen zonnen. Ze halen hun energie uit de warme zonnestralen; gezeten op de bladeren van de braamstruiken tanken ze bij.
Slot
Wil je de boomkikkers zien, dan heb je dus de meeste kans op warmere dagen waarop de zon flink schijnt. Er zijn dagen bij dat je er vele tientallen kunt tegenkomen, als je maar goed kijkt en op de juiste plek bent. Enfin, je moet het zelf maar eens gaan bekijken. Vanwege hun schutkleur wanen ze zich onbespied en kun je ze redelijk dicht naderen zonder dat ze wegvluchten. Maar pak ze vooral niet op; dan verstoor je ze!
Boomkikkers op de Noorder Poort: een lust of een last? Zeg het maar!
Ook de afgelopen zomer zijn in de landschapstuin weer nieuwe soorten gevonden.
Leonhard Schrofer, de enthousiaste leidinggevende van de Kring Landschapstuin, vond bij één van de poelen de kleine zonnedauw, een vleesetend plantje dat op schrale grond groeit in de buurt van vennen.
Ook ontdekte Leonhard twee kolonies pluimvoetbijen, één bij de brempoel aan de noordkant van het terrein en één vlak bij de hoofdingang. Deze bijensoort graaft groepsnesten waarvan de hoofdgang 30-100 cm diep is, met zijtakken voor de broedcellen. De Noorder Poort is een goede plek voor hen omdat daar een paar bloemensoorten voorkomen waar ze graag op vliegen, bijvoorbeeld de vertakte leeuwentand.
Foto van Leonhard...
Vertakte leeuwentand
... en een wat duidelijkere, afkomstig van wildebijen.nl
De kolonie bij de brempoel
De boomkikker heeft zelf het erf van de Noorder Poort ontdekt. Landschapsbeheerder Ajit heeft een eerste exemplaar gespot bij de dobbe (de diepe, met struiken begroeide kuil aan de voorkant op het erf), plus twee stuks in de voormalige kippentuin voor het kantoor en nog een vierde aan de noordkant van het erf. Ze zijn allemaal naar de dobbe gebracht. Om nog meer beschutting te creëren voor deze soort zijn dit jaar bij twee poelen groepen bramenstruiken geplant - hun favoriete leefplek op het land.
Ook van Ajit is het fraaie zoekplaatje hieronder: welk dier (ook niet eerder aangetroffen op het terrein) staat op deze foto?
In de lente is de landschapstuin op zijn mooist. In de oudste struwelen (nu vijf jaar oud) bloeit de meidoorn uitbundig en bij de noordoostelijke poel staat volop brem.
In de schemering hoorden we weer het schorre geroep van de boomkikker, terwijl in de noordwestelijke poel de bruine kikker haar eitjes heeft afgezet.
Op 16 maart vond landschapsbeheerder Ajit een kievitsei op het noordelijke deel van het land. Een goed teken voor de kwaliteit van de tuin, al schat Ajit de kans op succesvol broeden niet zo hoog in: daar is het terrein door het intensieve gebruik van de kinhinpaden, net te onrustig voor (het zuidelijk deel zou wat dat betreft een betere keuze zijn voor de kievit...).
Maar we zijn niet met alle dierenleven even gelukkig. Op twee fruitbomen werden ringelrupsen aangetroffen, die zich tegoed doen aan de blaadjes van de betreffende appelbomen waardoor de bomen zich niet verder kunnen ontwikkelen.
En ook de nachtvorst eind april deed de bomen geen goed. Afwachten dus of er dit jaar fruit geoogst kan worden!
Ook de moestuin komt weer op gang. Radijs en rucola kunnen we al oogsten. De sla moet nog wat verder groeien.
Het werk in de landschapstuin (zie ook dit artikel) is niet voor niets: het gaat goed met de natuur! In het voorjaar was elke avond het koor van de boomkikkers te horen, een in Nederland redelijk zeldzame soort die op ons terrein, met zijn poelen en struikgewas, een geschikte woonplek heeft gevonden.
Nabij één van de poelen werd begin juni de eerste orchis aangetroffen.
Boomkikker bij de Noorder Poort
Orchis (we weten niet precies welke soort)
De jaarlijkse vogelinventarisatie laat zien dat er de afgelopen jaren steeds meer vogelsoorten op het terrein voorkomen. Dat zegt iets over de positieve landschappelijke ontwikkeling van de landschapstuin. Naast de grote bonte specht is bijvoorbeeld ook de groene specht gesignaleerd. Wat ook wel bijzonder is, is dat dit voorjaar voor het eerst een paartje raven in een hoek van de landschapstuin rond huppelden. De afgelopen jaren vliegen ze regelmatig over de Noorder Poort naar een gebied op de hei waar ze voedsel kunnen vinden, maar dit was de eerste keer dat ze ook op ons land werden gezien.
Ook de verplaatsing van de valkennestkast naar ons land had succes: er werden vijf jonge torenvalkjes geboren, waarvan vier door de vogelbescherming geringd zijn. De vijfde was al uitgevlogen.
De jonge valkjes zijn uit het nest gehaald ...
... en krijgen een ring.
Verder hebben boerenzwaluwen geprobeerd nesten te bouwen in de garage. Dat lukte niet omdat de deur 's avonds dicht gaat: zwaluwen hebben een permanente invliegopening nodig. We gaan kijken of we de zwaluwen volgend jaar tegemoet kunnen komen.
Zomer 2017 werd op de Noorder Poort geopperd dat het wel aardig en passend voor een Zen-centrum zou zijn als er bijenvolken op het terrein zouden staan. Ook voor de bestuiving van de fruitbomen zou dat een goede zaak zijn. Ik was eerst wat aarzelend om daar op in te gaan. Ik had een paar jaar eerder mijn volken verkocht. Maar ondertussen was ik ook al weer gevraagd om praktijkbegeleider te worden voor een cursus beginnend imker. Daar kreeg ik het zo druk mee, dat ik overwoog zelf ook maar weer een volkje aan te schaffen.
We hebben toen met elkaar overlegd. De kring landschapstuin stelde dat er maximaal drie volken mochten komen, dit om concurrentie met wilde bijen te voorkomen.
Er werd overeengekomen dat ik de bijenvolken en kasten zou leveren en verzorgen, en dat de Stichting Vrienden van de Noorder Poort benaderd zou worden om een financiële bijdrage te leveren voor de bouw van een bijenstal. De honing die dat mogelijk oplevert gaan we delen. Het geld kwam er en we konden beginnen met bouwen. Tijdens de daily life sesshin en de werkweek werd de stal bijna voltooid, en het eerste bijenvolk er in gezet. Toen was het wachten op mooi weer, zodat het volk een broednest kon aanmaken en zich kon uitbreiden.
Nu in mei zijn er ongeveer zestigduizend werksters, een paar honderd darren en één koningin. De koningin legt ongeveer tweeduizend eitjes per dag, wat overeenkomt met haar eigen lichaamsgewicht. Dit kan ze wel drie seizoenen volhouden.Voor een pot honing van 450 g. moeten de werksters wel dertigduizend vluchten maken. Het bijenleven speelt zich af op en in raten van was. Aan weerskanten van een middenwand bouwen ze, zonder meetgereedschap, aaneengesloten, zeskantige cellen die precies 5,3 mm in doornee zijn. Rondom elke cel bevinden zich zes andere cellen, en via de bodem is er contact met nog drie cellen. In totaal grenzen dus steeds negen cellen aan elkaar. Dit geeft een sterke constructie en een optimale ruimteverdeling. Hoewel een raat weinig weegt kan een vol broedkamerraam wel 2,5 kg honing bevatten. Het zijn getallen waar je stil van wordt. Als mensen mij vragen of ik ook honing maak zeg ik: nee, dat doen de bijen, ik maak er maar een potje van.
Cees, Bertha en Trudy
Ondertussen zijn er op de Noorder Poort nog een paar mensen enthousiast geworden: office manager Trudy Prins en Bertha Doorten, buurvrouw van de Noorder Poort. Elke keer als ik wat aan de bijen moet doen haal ik hen er bij. De bedoeling is dat ze op den duur zelfstandig met bijen om kunnen gaan.
Nogmaals dank aan de Vriendenstichting voor hun financiële bijdrage, en kom eens langs op een dinsdag, als ik daar als vrijwilliger aanwezig ben.