Myoshin Jigen roshi

Op de weg die geen weg is*

door Myoshin Jigen roshi

Sinds Jiun roshi bekend heeft gemaakt dat ze Tenjo, Suigen en mij tot roshi wil benoemen, duikt steeds weer de vraag op, wat dat voor mij betekent.

Ik realiseer me dat Jiun Hogen roshi en ons beider meester Prabhasa Dharma zenji samen met mij een wezenlijk deel van mijn levensloop gestalte hebben gegeven. Daarvoor wil ik hen uit de grond van mijn hart bedanken.

Grote dankbaarheid en liefde gaan ook uit naar mijn familie, die mij steeds weer liet zien dat ons leven zich niet in Nirwana en niet in Samsara afspeelt, maar in het Grote Geheel en dat van moment tot moment.

Belangrijke hoofd- en bijrollen waren er voor vriend(inn)en, vreemden, tijdgeest en gebeurtenissen. En zo zit ik nu, op een vrijdag in april 2023, in de middagzon naast een tent, waarin ik de afgelopen nacht bij een temperatuur van 1° boven nul samen met mijn kleindochter heb geslapen. In dat opzicht heeft de benoeming tot roshi voor mij niets veranderd.

Toen Jiun roshi voor het eerst zei dat ze ons tot roshi wilde benoemen, kwam er meteen vreugde op. Vreugde over haar vertrouwen in ons. Die vreugde is er nog steeds.

Tot nu toe kan ik niet zeggen dat de titel roshi verschil maakt. Het belangrijkste moment op de zenweg was voor mij de ordinatie tot unsui. Daar was niets voorlopigs aan, niets van eens kijken wat het wordt. Dat was een belofte. De belofte om tot in de verre toekomst de zenweg te gaan, en wel met Jiun roshi. De opleiding tot zenleraar en de ordinatie tot osho waren mijlpalen op die weg. Nu volgt de mijlpaal roshi. Ik vertrouw erop dat Jiun roshi hiermee weet wat ze doet. Hoe het zich zal ontvouwen, weten we niet. Mijn belofte om de zenweg te gaan is onveranderd, en dat betekent Boeddha en de Leer verwerkelijken en met de sangha leven en die ondersteunen.

Ik hoop dat in liefde, vreugde, mededogen en gelijkmoedigheid te doen. Dank.

* Vrij naar het gedicht van Antonio Machado: Reiziger, er is geen weg

lees de vragen van de redactie

Aan de drie nieuwe zenmeesters vroegen we een stukje  te schrijven. Daarbij konden ze zich, als ze dat wilden, laten inspireren door de volgende vragen. We nodigden ze ook uit om daar zelf aanvullingen op te geven, en lieten ze de ruimte om desgewenst op geen enkele vraag in te gaan.

1. Kun of wil je iets vertellen over wat er door je heen ging toen je hoorde dat je de transmissie tot roshi zou krijgen?

2. Is er voor jou een groot verschil tussen het dragen van de titel ‘roshi’ en het dragen van de titel ‘osho’? Hoe kijk je tegen beide titels aan?

3. Denk je dat je als roshi meer verantwoordelijkheid voor de sangha zult voelen, en zo ja, heb je dan voorbeelden hoe zich dat zou kunnen uiten?

4. Zijn er dingen waarvan je je kunt voorstellen dat je ze als roshi niet meer zult doen, terwijl je ze in het verleden wel zou doen? En zo ja, wil je daar wat voorbeelden van geven?

5. Als je ergens mee worstelt in je leven, iets waar je echt mee zit, zou je dat als roshi ook vertellen aan bijvoorbeeld vrienden of familie? Of vind je dat een roshi dat zelf moet oplossen?

Anshin Tenjo roshi

Zenmeester worden, een persoonlijk verhaal

door Anshin Tenjo roshi

Toen Jiun roshi zei dat ze mij tot zenmeester wilde benoemen, kwam dat erg onverwachts. Het is nooit mijn ambitie geweest om zenmeester te worden en ik zie mezelf ook niet als zenmeester. De verbazing was dus groot. Dat neemt niet weg, dat Jiun roshi er kennelijk vertrouwen in heeft dat ik deze stap kan zetten en dat ze het wellicht belangrijk vindt voor de sangha dat ik die rol aanneem.

Dat ik schrijf dat ik mezelf niet als zenmeester zie, impliceert dat ik een bepaald beeld heb van die functie. Een vaag beeld van iemand die hét kan en hét diepe inzicht heeft, een soort eindstation. Dan bén je er. Zo’n beeld is er alleen als ik afstand neem van de functie, dan is er een verschil tussen Tenjo en de rol als zenmeester. Ik kijk ernaar en heb er ideeën over.

Gelukkig zat er een tot anderhalf jaar tussen het moment dat ik het hoorde en het moment dat de benoeming plaatsvindt. Dat gaf me de tijd om aan het idee te wennen en mijn twijfels te laten uitkristalliseren. In mijn training heb ik geleerd om eerst ja te zeggen als me iets gevraagd wordt en vervolgens te kijken hoever ik kom. Om deze stap te kunnen zetten moet ik het hierboven beschreven beeld loslaten en hoef ik mezelf daar niet aan te toetsen. Ik hoef het alleen maar te zijn en Jiun roshi geeft me daar de erkenning voor. Ik weet niet hoe het is om zenmeester te zijn en zal ieder moment opnieuw ervaren hoe het is. Is dat niet precies waar de zenweg over gaat? Gaan waar geen weg is? Om het gewoon maar te doen?

Het is een weg, waarbij ik me steeds zal herinneren dat ik niet aan een beeld hoef te voldoen. Niet aan de beelden van mezelf, maar ook niet aan de beelden van anderen. Ook andere mensen zullen ideeën hebben over hoe een zenmeester zou moeten zijn en zullen mij daaraan toetsen. ‘Meester ben je wakker? Laat je dan niet door anderen in verwarring brengen’ De scheidslijn tussen mezelf en een ander is diffuus, als die er al is. Ik merk steeds meer, dat andere mensen juist míj́n meester zijn. Door hen kijk ik naar mezelf en daar leer ik van.

Anshin Tenjo roshi (midden) tijdens een studiebijeenkomst in het Dharmahuis

Ook de volgende koan zal me op de weg begeleiden.

Een ware persoon, zonder naam, titel, leeftijd, geslacht en rang, gaat vrij in en uit door de poorten van de zintuigen. Hoe is dat?’ Steeds weer mezelf terugbrengen naar wat ik werkelijk zie, ruik, hoor enzovoort, zonder tussenkomst van interpretatie, verwachting of oordeel. Waar is die zogenaamde zenmeester dan?

Als zenmeester zal ik ervoor zorg dragen dat de leer, buiten de boeken om, doorgegeven kan blijven worden. De vorm waarin dat gebeurt is belangrijk en moet passen in de tijd en cultuur waarin wij nu leven en moet passen binnen de traditie die ons doorgegeven is. Ik ben beschikbaar om daar een rol in te spelen. Dat voelt niet vrijblijvend. Ik heb de rijkdom en bevrijding ervaren van de leer en de training die ik ontvangen heb en eigenlijk kan ik niet anders dan dat zelf ook weer doorgeven.

Natuurlijk ben ik niet perfect, ook niet als zenmeester. Ik heb mijn zwakke punten en ben daarop aan te spreken. Als een belangrijk speerpunt in de functie zie ik, dat ik mezelf in mijn doen en laten niet centraal moet stellen. Het gaat om een subtiele grens tussen volledig aanwezig zijn en geen aandacht vestigen op mij als afzonderlijk individu. 

Lees de vragen van de redactie

Aan de drie nieuwe zenmeesters vroegen we een stukje  te schrijven. Daarbij konden ze zich, als ze dat wilden, laten inspireren door de volgende vragen. We nodigden ze ook uit om daar zelf aanvullingen op te geven, en lieten ze de ruimte om desgewenst op geen enkele vraag in te gaan.

1. Kun of wil je iets vertellen over wat er door je heen ging toen je hoorde dat je de transmissie tot roshi zou krijgen?

2. Is er voor jou een groot verschil tussen het dragen van de titel ‘roshi’ en het dragen van de titel ‘osho’? Hoe kijk je tegen beide titels aan?

3. Denk je dat je als roshi meer verantwoordelijkheid voor de sangha zult voelen, en zo ja, heb je dan voorbeelden hoe zich dat zou kunnen uiten?

4. Zijn er dingen waarvan je je kunt voorstellen dat je ze als roshi niet meer zult doen, terwijl je ze in het verleden wel zou doen? En zo ja, wil je daar wat voorbeelden van geven?

5. Als je ergens mee worstelt in je leven, iets waar je echt mee zit, zou je dat als roshi ook vertellen aan bijvoorbeeld vrienden of familie? Of vind je dat een roshi dat zelf moet oplossen?


: Anshin Tenjo roshi

Over Dharmatransmissie

Over Dharmatransmissie in onze sangha

door Jiun Hogen roshi

De ordinatie van drie zenmeesters is voor mij een zeer vreugdevolle aanleiding iets te schrijven over Dharmatransmissie in onze sangha. Wat is het, wat wordt er overgedragen? 

In de Mumonkan, een verzameling van koans, wordt in de zesde koan beschreven hoe de boeddha de Dharma doorgaf aan Mahakashyapa:

Toen Shakyamuni Boeddha op de berg Grdhrakuta was, hield hij voor zijn toehoorders een bloem omhoog en draaide die tussen zijn vingers. Iedereen zweeg. Alleen Mahakashyapa glimlachte spontaan. De Boeddha zei: “Ik heb het Ware Dharma-oog, de Wonderbaarlijke Geest van Nirvana, de Ware Vorm van het Vormloze en de subtiele Dharmapoort. Het is niet afhankelijk van woorden en wordt op bijzondere wijze buiten iedere leer overgedragen. Nu heb ik het aan Mahakashyapa toevertrouwd.”

Een prachtig verhaal met weinig woorden. Logisch dat we er vragen over gaan stellen: Wat voor bloem was het? Waarom lachte Mahakashyapa? Wat is het Dharma-oog? Hoe kan het vormloze een vorm hebben? Wat is de Dharmapoort hier? Als het buiten iedere leer wordt overgedragen, is het dan wel boeddhistisch?

En tenslotte, als het niet afhankelijk is van woorden, hoe kun je al deze vragen dan beantwoorden?

De Boeddha zal ongetwijfeld ook iets gezegd hebben, uitgeweid hebben over de Dharma, maar daar wordt in de koan niets over gezegd. De koan beperkt zich tot die belangrijke gebeurtenis die onafhankelijk is van woorden. 

Tijdens een sesshin in Nederland in 1983 kwam mijn meester Gesshin Prabhasa Dharma de zendo binnen om een teisho te geven. Ze ging zitten, pakte de klappers, sloeg ermee en zei: “Dit was mijn teisho voor vandaag,” en ging weer weg.

Mahakashyapa zou geglimlacht hebben; wij sesshindeelnemers bleven verbouwereerd en teleurgesteld achter, we hadden zo graag iets uitgelegd gekregen.

Dharmatransmissie is onafhankelijk van woorden. De Boeddha en Mahakashyapa kwamen samen in een vormloos, tijdloos gebeuren. Er werd niets gegeven en niets ontvangen. Wanneer we een poging doen te beschrijven wat er gebeurde, zijn we uit de werkelijkheid van dit moment gevallen.

Wanneer ik probeer te beschrijven wat Dharmatransmissie is, brand ik mijn tong en smelt mijn pen.

Dit gezegd hebbend, zal ik iets vertellen over de ordinatie van leraren, osho’s en roshi’s in onze sangha. De meeste zenscholen volgen in grote lijnen de traditie, maar hebben vaak wel een eigen vorm daarin gevonden zowel wat de ordinatie zelf betreft als de weg daarnaartoe.

In onze sangha van het International Zen Institute zijn er mensen aangesteld die vanuit hun eigen zenbeoefening en ervaring anderen begeleiden. 

Om te beginnen kennen we meditatieleiders die regelmatig een bijeenkomst leiden waarin samen gemediteerd wordt. Zij zijn geen leraar, maar kunnen wel de eerste instructies geven voor de zenbeoefening. 

Na het voltooien van een training van minimaal drie jaar volgt de ordinatie tot zenleraar, in een openbare ceremonie. Zenleraren mogen Dharma-onderricht geven en toespraken houden, indivuele begeleiding geven in dokusan en een aantal zenboeddhistische ceremonies leiden. Zij mogen geen koanbeoefening begeleiden en geen gelofteceremonies doen.

De eerste vorm van transmissie wordt tempeltransmissie genoemd; het is de ordinatie tot zenpriester (osho) in een openbare ceremonie. Traditioneel was deze ordinatie  voorbehouden aan degenen die als unsui getraind hebben. Tegenwoordig kunnen echter ook leken tot osho worden benoemd. Osho’s mogen in afstemming met hun zenmeester leerlingen in de koanbeoefening begeleiden. Ook mogen zij de Bodhisattva-geloften geven.

Wat Pho, Bangkok

De tweede vorm van transmissie is de Dharmatransmissie, de ordinatie tot zenmeester (roshi). Deze Dharmatransmissie vindt plaats in een privé vertrek in het zencentrum en is dus niet openbaar. Zenmeesters worden opgenomen in onze opvolgingslijn: de Lieu-Quan school in de Vietnamese Lam Te Rinzai Zen-traditie.

Zenmeesters van onze sangha volgen hun wijsheid en compassie in al hun denken, spreken en handelen, maar houden zich wel aan de manier van zenbeoefening zoals die in het International Zen Institute is vastgelegd.

Alle meditatieleiders, leraren, osho’s en roshi’s komen jaarlijks met de eigen groep bijeen om hun werkzaamheden onderling te bespreken.

Het International Zen Institute is de overkoepelende spirituele organisatie waaronder alle groepen, centra, dharmahuizen en instituten vallen. Het bestuur van het International Zen Institute is samengesteld uit alle osho’s en roshi’s onder voorzitterschap van de spirituele leider, de ‘oudste’ roshi in de opvolgingslijn. 

Geen enkele transmissie is een waterdichte garantie voor de kwaliteit van het leraarschap. Je mag er wel van uitgaan dat iemand:

  • in staat is de Boeddha-natuur te realiseren en te manifesteren
  • vastbesloten is om door te gaan met de zentraining en -beoefening
  • zich bewust is van en verantwoording neemt voor de rol binnen de sangha
  • emotioneel stabiel is en vastbesloten is om de Bodhisattva-geloften te volgen

Tot slot: wanneer ik, Jiun roshi, iemand tot zenmeester ordineer, betekent dit dat ik ervan overtuigd ben dat diegene genoeg of nog meer in huis heeft om een goede en heilzame invulling te geven aan het meesterschap. Zoals de Boeddha het toevertrouwde aan Mahakashyapa, zoals Gesshin Prabhasa Dharma het toevertrouwde aan mij, zo heb ik het toevertrouwd aan Jishin Tetsue roshi, Anshin Tenjo roshi, Myoko Suigen roshi en Myoshin Jigen roshi.

In grote dankbaarheid aan allen die ons zijn voorgegaan en aan allen die zullen volgen,

Mogen alle wezens tevreden zijn en vrij zijn van lijden.

Voorpagina voorjaar 2023

Op 5 mei heeft Jiun roshi drie nieuwe zenmeesters benoemd. De redactie van ZenLeven vindt dit een belangrijke gebeurtenis en alle reden om er in deze editie veel aandacht aan te besteden. 

In dit nummer vertelt Jiun roshi over transmissie en over de benoemingen en hun betekenis voor het International Zen Institute. Ook de drie nieuwe zenmeesters hebben een stuk geschreven. Daarbij konden ze zich, als ze dat wilden, laten inspireren door een vijftal vragen (zie de “lees meer” link onderaan hun bijdragen).

Waarom lachte Mahakashyapa? Jiun roshi legt uit wat Dharmatransmissie is

Anshin Tenjo roshi: Ik merk steeds meer, dat andere mensen juist míj́n meester zijn. 

Myoshin Jigen roshi: Toen Jiun roshi voor het eerst zei dat ze ons tot roshi wilde benoemen, kwam er meteen vreugde op.

Myoko Suigen roshi: In dai-sesshin werd het bovendien duidelijk dat “ik” helemaal geen zenmeester kan “worden”

Nog wat foto’s van de ordinatie op 5 mei

Die vlieg niet doodslaan!

Hij wringt voor u zijn handjes,

Hij wringt zijn voetjes

Rubriek Japanse poëzie

De pannen staan al klaar, glimmend op het schone fornuis. Susanne Jisei was hulpkok in een sesshin

Een zen weekend inspireerde tot foto’s en een gedicht: Dichter bij Zen

 

“Toen ik Jiun roshi leerde kennen wist ik: bij haar wil ik trainen”. Plaats voor nieuwe bewoners

De Stichting Vrienden van de Noorder Poort ondersteunt de Noorder Poort met geld, maar ook met kennis en menskracht.