Op de Noorder Poort is plaats voor twee nieuwe bewoners. Als bewoner doe je mee aan de dagelijkse meditaties en aan alle zenprogramma’s (sesshins enz.), en werk je daarbuiten zo’n vijf uur per dag. Bovendien woon je in een prachtig centrum in het mooie Drentse landschap.
Je kunt voor een bepaalde tijd op het centrum komen wonen (bijvoorbeeld voor een jaar), maar als je echt gegrepen wordt door zen, kan vanuit het bewonerschap ook de stap gezet worden naar een lange en intensieve training als unsui (zenmonnik).
Op een vergelijkbare oproep van vijf jaar geleden reageerde Wobbe van der Meulen, inmiddels al weer meer dan vier jaar unsui met de naam Kido. Over het wonen op de Noorder Poort zegt hij:
Voor mij is er geen betere plek om te wonen en werken dan de Noorder Poort. Alles hier is erop gericht om de zenweg te leven. Je voelt de kracht van de beoefening met elkaar.
De ontmoeting met Jiun roshi was de trigger. Al langere tijd leefde ergens in mijn achterhoofd de wens om zenmonnik te worden en toen ik Jiun roshi leerde kennen wist ik: bij haar wil ik trainen, hier wil ik leven. Toen ik hoorde dat er bewoners gezocht werden, heb ik meteen gebeld met de Noorder Poort.
Het is zo mooi deel uit te maken van het hart van de sangha. Daaraan als unsui te kunnen bijdragen: ik ben heel dankbaar dat ik dat mag doen. En dan… een prachtige omgeving, de natuur, de stilte. Fijne medebewoners met wie je de weg samen gaat. Natuurlijk is het samenleven niet altijd makkelijk, en soms mis ik de dingen die ik kon doen toen ik nog in Utrecht woonde: concerten, uitgaan… Maar wat ik er hier voor in de plaats krijg, vergoedt dat ruimschoots. En wat ik heb ik veel geleerd over mezelf.
Heb je belangstelling, stuur dan een mail met informatie over jezelf naar ons kantoor ter attentie van Jiun roshi.
De redactie van ZenLeven vindt de benoeming van drie zenmeesters een belangrijke gebeurtenis en alle reden om er in deze editie veel aandacht aan te besteden.
In dit nummer vertelt Jiun roshi over transmissie en over de benoemingen en hun betekenis voor het International Zen Institute. Ook de drie nieuwe zenmeesters hebben een stukje geschreven. Daarbij konden ze zich, als ze dat wilden, laten inspireren door een vijftal vragen.
Hieronder een aantal foto’s die op 5 mei, de dag van de benoeming zijn gemaakt.
De meeste bezoekers van de Noorder Poort kennen buurman Klaas als de chauffeur van de bus die deelnemers van en naar station Steenwijk rijdt, in de zomer het gras maait, en driehonderddrieenzestig dagen per jaar ’s morgens koffie bij ons komt drinken. Maar sinds de werkweek in maart is daar nog iets bijgekomen. Klaas hielp toen met het voorbereiden van de moestuin voor het nieuwe seizoen en dat beviel hem zo goed, dat hij daar na de werkweek gewoon mee doorgegaan is. Het is zwaar werk, want uit alle bedden moeten alle plantenresten met wortel en al verwijderd worden. Vooral het kweekgras wortelt soms meer dan een halve meter diep, dat is flink graven. Geen wonder dus dat er ook vaak uitgerust moet worden. De leunstoel heeft Klaas gelukkig altijd naast zich staan, met een zachte bekleding van kweekgras en aarde.
Alan Watts (1915-1973) zei: “De beste manier om modderig water helder te krijgen, is het met rust te laten“. Anshin Tenjo roshi koos dat citaat als motto voor het zen weekend dat ze in februari op de Noorder Poort begeleidde: onze geest wordt helder door in meditatie de ronddraaiende gedachten met rust te laten. Ze illustreerde dat met een vaas vol modderig water uit één van de poelen. Gudrun Kowallik fotografeerde deze onderwaterwereld. In hetzelfde weekend beschreef Allard Gosens zijn ervaringen in een gedicht.
Jolinda Daishin van Hoogdalem schrijft over haiku’s en andere Japanse poëzie. Zij schrijft zelf regelmatig gedichten, waaronder ook haiku’s. De natuur en zen zijn daarbij een grote inspiratiebron. In het dagelijks leven is Daishin acupuncturist en massagetherapeut. Sinds een aantal jaar geeft ze de Body&Mind weekenden op de Noorderpoort en begeleidt ze mensen in het Zenleven Thuis traject.
Zomer
Misschien heb je de kikkerconcerten in mei op de Noorder Poort wel eens gehoord? Ze vallen stil als je voorbij de poel loopt. Maar als je weg bent beginnen ze weer. De mannetjes kwaken erop los om een vrouwtje te veroveren. Ook in Japan kondigt kikkergezang het begin van de zomer aan. Kikaku, een leerling van de grote haikudichter Bassho, beschrijft het tevoorschijn komen van een kleine boomkikker, amagaeru. Deze felgroene kikkertjes zijn niet groter dan het topje van je duim! Stel je dan dat kleintje voor op een nat bananenblad. En de zachte bewegingen van het blad. Wat een opmerkzaamheid van Kikaku! Hij moet veel van de natuur gehouden hebben.
Het eerste wat je doet als je wakker wordt, is naar de badkamer lopen en je gezicht wassen. In het oude Japan moest je naar de waterput lopen om water te halen. Tot haar grote verassing vindt Chiyo, een bekende haiku-dichteres, de wateremmer omarmd door klimmende winde. Ze is met stomheid geslagen. De schoonheid van het tafereel overvalt haar. Het komt niet in haar op om bloem en emmer te scheiden. Zij is immers op dat moment ook niet gescheiden van emmer en bloem. Ze vraagt haar buren of ze hun waterput mag gebruiken. Wie weet wanneer ze dit voorval in een haiku vormgaf? Bij het ontbijt, of pas ‘s avonds als ze uitrust na een dag werken? Het is maar een kleine gebeurtenis aan het begin van de dag. Maar toch.
In mijn vorige huis groeide de wingerd tegen de muur en ving de ochtendzon. In de zomer was het iedere ochtend een waterval van bloemen. Wat een geluk bij het ontbijt.
Nog een laatste zomertafereel. ‘De ware aard van de dingen is poetisch,’ zou Buson verklaard hebben. Hij was een bekend dichter maar ook een beroemd schilder. Zijn haiku zijn net tekeningen. Met weinig woorden schetst hij iets waar we ons allemaal weleens over verwonderd hebben: een vlieg die zijn pootjes wrijft. Als je zo intens kijkt, zul je nooit meer een vlieg kwaad doen!
De Stichting Vrienden van de Noorder Poort ondersteunt de Noorder Poort op verschillende manieren: met geld, maar ook met kennis en menskracht. Zo hebben we vorig jaar tijdens het Open Huis de catering verzorgd. En bij de afsluiting van het Jubileumjaar hebben we hand- en spandiensten verleend bij alle activiteiten, en hebben we lekkere biologische ijsjes uitgedeeld. Als voor een bepaald project specifieke deskundigheid nodig is, weten we in ons netwerk wel eens iemand met de juiste expertise te vinden, bijvoorbeeld voor de werkgroep Fundraising tijdens het jubileumjaar en voor het project om de Noorder Poort verder te verduurzamen.
Ter ere van het jubileum hebben we een mooie vlag en vlaggenmast cadeau gegeven en uiteraard hebben we, met dank aan onze donateurs, ook een mooi bedrag kunnen schenken voor het verduurzamingsproject.
We kijken ernaar uit om ons weer te kunnen inzetten op zondag 18 juni, de Sanghadag van het Internationaal Zen Instituut Nederland. We verzorgen dan de lunch. Ook zijn we er met een kraampje met informatie over ons werk en met mooie T-shirts en Hoodies. Hopelijk ontmoeten we je daar.
Wil je ons steunen in ons werk voor de Noorder Poort? Dat kan als donateur, Vriend voor het Leven, of via een eenmalige of periodieke gift. Meer informatie vind je hier.
Broccoli in kleine stukjes lichtgroen, middelgroen, blauwgroen. Elke snede verandert de vorm. “De stukken moeten wat kleiner,” zegt de tenzo (de kok). De zeef vult zich.
De pannen staan al klaar, glimmend op het schone fornuis. Het ruikt naar ui en knoflook en citroen. De bel gaat: einde van de werkperiode – koffiepauze. Jammer eigenlijk.
Ik hielp als shoten, hulp van de kok, in een vijfdaagse sesshin. Ik had het geluk om twee koks bij te mogen staan: de eerste drie dagen Ardan, daarna Daido.
Het werk van de kok vereist een zeer goede organisatie: de hoeveelheid voedsel moet worden aangepast aan de grootte van de groep, zodat iedereen genoeg te eten krijgt. Alles moet op tijd, tot op de minuut, worden bereid en je hebt gevoel nodig voor de ingrediënten zodat alles qua smaak bij elkaar past. Bewonderenswaardig hoe Ardan en Daido dit onder de knie hebben!
Het meest indrukwekkende aan mijn werk was de verantwoordelijkheid voor de resten die overbleven. Die moeten in plastic bakjes in de koelkast worden gezet, met een opschrift wat het is en van welke datum, en wat niet tijdig verwerkt is, moet worden weggegooid. Zo gaat het nu eenmaal. Ik zie de etensresten in de gootsteen en de verwelkte slablaadjes in de compost. Alles heeft zijn plaats, ontstaat en vergaat.
De keuken is ’s middags brandschoon, alsof er niets is gebeurd. Met dit verschil dat we nu een weldadig volle buik hebben. De volgende keer moet Daido me maar eens uitleggen hoe hij die heerlijke Seitan maakt.
Shoten zijn is een prachtige zenoefening: geen gedachte aan verlichting.
Wil je ook meehelpen in de keuken van de Noorder Poort tijdens een zenweekend, een sesshin of een van de andere programma’s? Stuur dan een mailtje naar np@zeninstitute.org. Het is dankbaar werk en er staat een kleine vergoeding tegenover.
Het heeft een behoorlijke tijd geduurd voor ik de benoeming tot zenmeester kon aanvaarden. Dat had alles te maken met de Chinese traditie die een zenmeester op één lijn stelt met de Boeddha, met iemand waarbij alle begeerte, afkeer en onwetendheid is uitgedoofd – en ik weet dat dat bij mij niet zo is. Waarom heb ik die benoeming dan toch aanvaard?
In de zomer van 1999, een paar maanden na het overlijden van Prabhasadharma zenji, kwam Jiun roshi in de kesa van Prabhasadharma de zendo in en was het mij opeens duidelijk: als ze als opvolger goed genoeg is voor Prabhasa, dan is ze zeker goed genoeg voor mij. Dat is een kwestie van vertrouwen. Nu is Jiun roshi al bijna vierentwintig jaar mijn meester, en als zij in mij de zenmeester ziet, dan moet ik dat ook maar vertrouwen. In dai-sesshin werd het bovendien duidelijk dat “ik” helemaal geen zenmeester kan “worden”. Het enige dat nodig is, is dat “ik” uit de weg ga, dan verschijnt die zenmeester vanzelf. Zentraining is ook dat: leren om uit de weg te gaan, leren om onze boeddhanatuur de kans te geven zich te manifesteren.
Dat zal mij niet altijd lukken. Regelmatig zal ik wél vanuit een beperkt zelf, vanuit oude gewoontepatronen reageren, al neem ik me nog zo sterk voor dat niet te doen. Zien wanneer dat gebeurt en bereid zijn het te erkennen, lijken me veel belangrijker dan een of ander idee hebben over wat een zenmeester wel of niet doet. In de woorden van Dogen: zij die diep besef hebben van verwarring, zijn boeddha’s (Genjokoan 4, vertaling Shohaku Okumura).
Een benoeming tot roshi betekent dan ook niet dat mijn zentraining nu ten einde is. Toen ik in 1993 de geloften mocht nemen, wist ik al dat deze weg nooit ten einde zou komen, en die wetenschap maakte me ook toen al blij.
Is zen de beste of de hoogste spirituele weg? Ik heb geen idee, maar ik weet wel dat het de weg is die ik moet gaan. Dat kan ik niet uitleggen of verdedigen, het is een innerlijk kompas dat ik moet volgen, anders klopt mijn leven niet. En ik weet ook dat hetgeen ik op de zenweg heb mogen leren van Prabhasadharma en van Jiun roshi van een enorme, levensveranderende rijkdom is geweest, waar ik hen heel dankbaar voor ben.
Ik noem een drietal voorbeelden, allemaal uit dai-sesshins.
Er was, nog bij Prabhasadharma, een ervaring van totaal niet-weten, en uit dat niet-weten kwamen spontaan antwoorden op haar vragen – pas later wist ik weer dat die vragen koans waren. Het heeft toen nog jaren geduurd om die ervaring te verbinden met mijn dagelijks leven.
Er was, toen ik al op de Noorder Poort woonde, een plotseling volkomen besef dat verleden en toekomst écht niet bestaan en dat alles wat er in het leven te dragen is, dus ook altijd maar op één moment gedragen hoeft te worden. Daaruit kwam een diep vertrouwen voort.
In een tijd waarin ik erg ongerust was over de toekomst van mijn autistische zoon, zag ik opeens helder dat ook als dingen verkeerd gaan, er altijd dat aspect van de werkelijkheid is waar verkeerd en goed geen betekenis hebben. Op dat moment wist ik dat zijn leven niet kan mislukken, omdat zoiets als een mislukt leven niet bestaat.
Dit soort inzichten was steeds op een of andere manier verbonden met de koan-oefening, en die is voor mij dan ook heel belangrijk geweest. Die vroege ervaring van totale openheid heeft me uitgenodigd om steeds te wachten op een antwoord dat zich spontaan aandient vanuit de stilte, ook toen ik genoeg koans had gedaan om zonder al te veel moeite een antwoord te kunnen bedénken. Ik heb daar heus wel eens mee gesmokkeld en een enkele keer kwam ik daar dan nog mee weg ook, maar ik weet ook dat ik mijn training daarmee tekort deed. Want hoewel elke koan in zekere zin over hetzelfde gaat, belicht bijna iedere koan daar ook weer een ander aspect van.
Mijn mede-redactieleden vragen vooral naar de betekenis van de overgang van osho naar roshi. Maar er is geen plotselinge overgang. Er is één weg, en wat een nieuwe naam of titel met zich meebrengt, wordt pas gaande die weg duidelijk. De titel roshi brengt een formele verantwoordelijkheid met zich mee naar de sangha en naar de Noorder Poort als trainingscentrum, maar die verantwoordelijkheid ontstond al in de loop van mijn unsui-training. Ik kan zelfs precies aanwijzen wanneer. Ik had het idee dat je als unsui een tijd, zeg vijf of zeven jaar, op de Noorder Poort trainde en dan weer wegging – dat was wat ik had zien gebeuren. Ik zat met een of twee andere bewoners bij Jiun roshi in de auto, en ik zei daar iets over (ik weet niet meer waarom). Jiun roshi antwoordde dat ze hoopte dat er op den duur ook unsui zouden blijven om haar in het centrum bij te staan. Ik geloof niet dat ik daar ooit op terug ben gekomen, maar ik heb het wel gehoord.
Op dit moment voel ik dat mijn plek op de Noorder Poort is en zolang dat zo is en ik gezond genoeg ben, zal ik ook blijven.
In 2016 ben ik tot zenleraar gewijd en sindsdien ben ik naast leerling ook steeds meer leraar geworden: in zengroepen, in sesshins die ik begeleid, in de thuistrajecten en samen met Tenjo roshi als begeleider van de meditatieleiders. Dat beantwoordt aan een diepe behoefte om wat ik zelf heb geleerd, ook door te geven. Als uniek voor de zenweg zie ik het mystieke aspect, het inzicht dat dat kleine beperkte zelf uiteindelijk niet bestaat en dus ook niet verdedigd hoeft te worden. Het zou mij diep dankbaar stemmen als ik op mijn beurt mensen zou kunnen helpen bij het realiseren van die “ware mens zonder naam, rang en titel”. Maar ook zonder dat kan meditatie veel brengen, al is dat in zen eigenlijk bijvangst. Op het kussen kun je gaan ervaren dat je gedachten niet de werkelijkheid zijn, en dat je ze dus niet altijd serieus hoeft te nemen. Op het kussen kun je gaan zien hoe je gewoontepatronen zijn, en dat die net als alles in de wereld ontstaan zijn uit condities. Dat kan erg helpen om met mildheid en enige verwondering naar jezelf te gaan kijken, naar wat je allemaal denkt, zegt en doet (“Wat doet ze nou weer”, dacht ik soms). En als je eenmaal durft te kijken, kun je met een beetje geluk ook gaan bijsturen. Ook dat is een deel geweest van mijn eigen proces, en het heeft me een veel tevredener mens gemaakt.
Tot slot: ja, als ik ergens mee worstel en ik denk dat daarover spreken kan helpen, dan zal ik dat zeker doen: met een persoon, op een plek en op een tijd die daarvoor geschikt zijn. Dat maakt deel uit van “mijn eigen problemen oplossen”. En verder bestaan mijn eigenproblemen uiteindelijk niet – ook die zijn immers niet gescheiden van al het andere.
Lees de vragen van de redactie
Aan de drie nieuwe zenmeesters vroegen we een stukje te schrijven. Daarbij konden ze zich, als ze dat wilden, laten inspireren door de volgende vragen. We nodigden ze ook uit om daar zelf aanvullingen op te geven, en lieten ze de ruimte om desgewenst op geen enkele vraag in te gaan.
1. Kun of wil je iets vertellen over wat er door je heen ging toen je hoorde dat je de transmissie tot roshi zou krijgen?
2. Is er voor jou een groot verschil tussen het dragen van de titel ‘roshi’ en het dragen van de titel ‘osho’? Hoe kijk je tegen beide titels aan?
3. Denk je dat je als roshi meer verantwoordelijkheid voor de sangha zult voelen, en zo ja, heb je dan voorbeelden hoe zich dat zou kunnen uiten?
4. Zijn er dingen waarvan je je kunt voorstellen dat je ze als roshi niet meer zult doen, terwijl je ze in het verleden wel zou doen? En zo ja, wil je daar wat voorbeelden van geven?
5. Als je ergens mee worstelt in je leven, iets waar je echt mee zit, zou je dat als roshi ook vertellen aan bijvoorbeeld vrienden of familie? Of vind je dat een roshi dat zelf moet oplossen?
Sinds Jiun roshi bekend heeft gemaakt dat ze Tenjo, Suigen en mij tot roshi wil benoemen, duikt steeds weer de vraag op, wat dat voor mij betekent.
Ik realiseer me dat Jiun Hogen roshi en ons beider meester Prabhasa Dharma zenji samen met mij een wezenlijk deel van mijn levensloop gestalte hebben gegeven. Daarvoor wil ik hen uit de grond van mijn hart bedanken.
Grote dankbaarheid en liefde gaan ook uit naar mijn familie, die mij steeds weer liet zien dat ons leven zich niet in Nirwana en niet in Samsara afspeelt, maar in het Grote Geheel en dat van moment tot moment.
Belangrijke hoofd- en bijrollen waren er voor vriend(inn)en, vreemden, tijdgeest en gebeurtenissen. En zo zit ik nu, op een vrijdag in april 2023, in de middagzon naast een tent, waarin ik de afgelopen nacht bij een temperatuur van 1° boven nul samen met mijn kleindochter heb geslapen. In dat opzicht heeft de benoeming tot roshi voor mij niets veranderd.
Toen Jiun roshi voor het eerst zei dat ze ons tot roshi wilde benoemen, kwam er meteen vreugde op. Vreugde over haar vertrouwen in ons. Die vreugde is er nog steeds.
Tot nu toe kan ik niet zeggen dat de titel roshi verschil maakt. Het belangrijkste moment op de zenweg was voor mij de ordinatie tot unsui. Daar was niets voorlopigs aan, niets van eens kijken wat het wordt. Dat was een belofte. De belofte om tot in de verre toekomst de zenweg te gaan, en wel met Jiun roshi. De opleiding tot zenleraar en de ordinatie tot osho waren mijlpalen op die weg. Nu volgt de mijlpaal roshi. Ik vertrouw erop dat Jiun roshi hiermee weet wat ze doet. Hoe het zich zal ontvouwen, weten we niet. Mijn belofte om de zenweg te gaan is onveranderd, en dat betekent Boeddha en de Leer verwerkelijken en met de sangha leven en die ondersteunen.
Ik hoop dat in liefde, vreugde, mededogen en gelijkmoedigheid te doen. Dank.
* Vrij naar het gedicht van Antonio Machado: Reiziger, er is geen weg
lees de vragen van de redactie
Aan de drie nieuwe zenmeesters vroegen we een stukje te schrijven. Daarbij konden ze zich, als ze dat wilden, laten inspireren door de volgende vragen. We nodigden ze ook uit om daar zelf aanvullingen op te geven, en lieten ze de ruimte om desgewenst op geen enkele vraag in te gaan.
1. Kun of wil je iets vertellen over wat er door je heen ging toen je hoorde dat je de transmissie tot roshi zou krijgen?
2. Is er voor jou een groot verschil tussen het dragen van de titel ‘roshi’ en het dragen van de titel ‘osho’? Hoe kijk je tegen beide titels aan?
3. Denk je dat je als roshi meer verantwoordelijkheid voor de sangha zult voelen, en zo ja, heb je dan voorbeelden hoe zich dat zou kunnen uiten?
4. Zijn er dingen waarvan je je kunt voorstellen dat je ze als roshi niet meer zult doen, terwijl je ze in het verleden wel zou doen? En zo ja, wil je daar wat voorbeelden van geven?
5. Als je ergens mee worstelt in je leven, iets waar je echt mee zit, zou je dat als roshi ook vertellen aan bijvoorbeeld vrienden of familie? Of vind je dat een roshi dat zelf moet oplossen?