In de rubriek Dichter bij Zen plaatsen we gedichten van mensen uit de Sangha. Dit keer een bijdrage van Monique Leferink op Reinink, ook geplaatst in Buiten Onze Gedachten Is Geen Tijd, een bloemlezing met gedichten over de tijd, verschenen bij uitgeverij Gopher. Het gedicht werd ingestuurd voor een prijsvraag en kreeg een eervolle vermelding. En een bijdrage van Tenjoosho.
Ensō
Door Monique Leferink op Reinink
Alle boeken uitgeruimd, vallicht in de kamer, de roep van een voorbijganger slaat wakken in de tijd er is geen komen, er is geen gaan
zij draagt de tijd in zich als water licht verft haar bedding ik schuif haar kussen dichter naar de maan tot ergens een mond ons achterlaat
hoe we knikkers begroeven in de achtertuin voor later, een fles de zee ingooiden wie wacht aan de andere kant van het heden
struikelt, opent een raam, durft zonder blinddoek, ziet hoe zij de dood vertrouwt, overgaat hoe even het water trilt onder laag overvliegende ganzen.
Individuele kinhin
Door Tenjo Schröder
Ik stap naar buiten Een vogel met kwikkende staart hapt venijnig om zich heen nog eens en nog eens
Vogels vliegen op uit het hoge gras de bomen in en verder Vrede welt op
Velden van aubergine, geel en een vale zandkleur Een uitgedroogde regenworm heeft de andere oever niet bereikt
Drenkelingen in de Middellandse zee Konden we de bodem maar zien En hun namen eren
Bzzzzz zzz zzzzz Hommels en bijen hebben de klaver gevonden Als kind zogen we de bloemetjes uit voor een vleugje honing Te weinig om nu nog voor door mijn knieën te gaan
De kikkers zijn stil De vogels des te minder Ongegeneerd, niet bang voor wat de buren ervan vinden
Toen Jiun roshi zei dat ze mij tot zenmeester wilde benoemen, kwam dat erg onverwachts. Het is nooit mijn ambitie geweest om zenmeester te worden en ik zie mezelf ook niet als zenmeester. De verbazing was dus groot. Dat neemt niet weg, dat Jiun roshi er kennelijk vertrouwen in heeft dat ik deze stap kan zetten en dat ze het wellicht belangrijk vindt voor de sangha dat ik die rol aanneem.
Dat ik schrijf dat ik mezelf niet als zenmeester zie, impliceert dat ik een bepaald beeld heb van die functie. Een vaag beeld van iemand die hét kan en hét diepe inzicht heeft, een soort eindstation. Dan bén je er. Zo’n beeld is er alleen als ik afstand neem van de functie, dan is er een verschil tussen Tenjo en de rol als zenmeester. Ik kijk ernaar en heb er ideeën over.
Gelukkig zat er een tot anderhalf jaar tussen het moment dat ik het hoorde en het moment dat de benoeming plaatsvindt. Dat gaf me de tijd om aan het idee te wennen en mijn twijfels te laten uitkristalliseren. In mijn training heb ik geleerd om eerst ja te zeggen als me iets gevraagd wordt en vervolgens te kijken hoever ik kom. Om deze stap te kunnen zetten moet ik het hierboven beschreven beeld loslaten en hoef ik mezelf daar niet aan te toetsen. Ik hoef het alleen maar te zijn en Jiun roshi geeft me daar de erkenning voor. Ik weet niet hoe het is om zenmeester te zijn en zal ieder moment opnieuw ervaren hoe het is. Is dat niet precies waar de zenweg over gaat? Gaan waar geen weg is? Om het gewoon maar te doen?
Het is een weg, waarbij ik me steeds zal herinneren dat ik niet aan een beeld hoef te voldoen. Niet aan de beelden van mezelf, maar ook niet aan de beelden van anderen. Ook andere mensen zullen ideeën hebben over hoe een zenmeester zou moeten zijn en zullen mij daaraan toetsen. ‘Meester ben je wakker? Laat je dan niet door anderen in verwarring brengen’ De scheidslijn tussen mezelf en een ander is diffuus, als die er al is. Ik merk steeds meer, dat andere mensen juist míj́n meester zijn. Door hen kijk ik naar mezelf en daar leer ik van.
Ook de volgende koan zal me op de weg begeleiden.
‘Een ware persoon, zonder naam, titel, leeftijd, geslacht en rang, gaat vrij in en uit door de poorten van de zintuigen. Hoe is dat?’ Steeds weer mezelf terugbrengen naar wat ik werkelijk zie, ruik, hoor enzovoort, zonder tussenkomst van interpretatie, verwachting of oordeel. Waar is die zogenaamde zenmeester dan?
Als zenmeester zal ik ervoor zorg dragen dat de leer, buiten de boeken om, doorgegeven kan blijven worden. De vorm waarin dat gebeurt is belangrijk en moet passen in de tijd en cultuur waarin wij nu leven en moet passen binnen de traditie die ons doorgegeven is. Ik ben beschikbaar om daar een rol in te spelen. Dat voelt niet vrijblijvend. Ik heb de rijkdom en bevrijding ervaren van de leer en de training die ik ontvangen heb en eigenlijk kan ik niet anders dan dat zelf ook weer doorgeven.
Natuurlijk ben ik niet perfect, ook niet als zenmeester. Ik heb mijn zwakke punten en ben daarop aan te spreken. Als een belangrijk speerpunt in de functie zie ik, dat ik mezelf in mijn doen en laten niet centraal moet stellen. Het gaat om een subtiele grens tussen volledig aanwezig zijn en geen aandacht vestigen op mij als afzonderlijk individu.
Lees de vragen van de redactie
Aan de drie nieuwe zenmeesters vroegen we een stukje te schrijven. Daarbij konden ze zich, als ze dat wilden, laten inspireren door de volgende vragen. We nodigden ze ook uit om daar zelf aanvullingen op te geven, en lieten ze de ruimte om desgewenst op geen enkele vraag in te gaan.
1. Kun of wil je iets vertellen over wat er door je heen ging toen je hoorde dat je de transmissie tot roshi zou krijgen?
2. Is er voor jou een groot verschil tussen het dragen van de titel ‘roshi’ en het dragen van de titel ‘osho’? Hoe kijk je tegen beide titels aan?
3. Denk je dat je als roshi meer verantwoordelijkheid voor de sangha zult voelen, en zo ja, heb je dan voorbeelden hoe zich dat zou kunnen uiten?
4. Zijn er dingen waarvan je je kunt voorstellen dat je ze als roshi niet meer zult doen, terwijl je ze in het verleden wel zou doen? En zo ja, wil je daar wat voorbeelden van geven?
5. Als je ergens mee worstelt in je leven, iets waar je echt mee zit, zou je dat als roshi ook vertellen aan bijvoorbeeld vrienden of familie? Of vind je dat een roshi dat zelf moet oplossen?
Het Dharmahuis in Leeuwarden heeft op zaterdag 23 oktober j.l. een Boeddhadag georganiseerd. Alle boeddhistische organisaties uit Friesland die bij ons bekend waren hebben we daarvoor uitgenodigd. Dit was één van de activiteiten waarmee we hebben gevierd dat ons centrum vijf jaar geleden op onze huidige locatie geopend werd.
Het primaire doel was elkaar beter leren kennen en geïnteresseerden informeren over de boeddhistische diversiteit in Friesland.
Tot ons grote genoegen heeft iedereen die we benaderd hebben positief gereageerd, en op twee na is ook iedereen gekomen. Dat waren in totaal zeven organisaties, inclusief de onze. De stromingen zen, Tibetaans boeddhisme en vipassana waren daarin vertegenwoordigd. Als thema van de dag hadden we ‘Natuurlijke verbondenheid’. In de ochtend hebben we gekeken hoe onze natuurlijke verbondenheid er op dat moment uitzag. Iedereen kon aangeven welke connecties er onderling al waren en vertellen wat we van elkaar wisten.
Na de lunch waren algemeen belangstellenden welkom om zich te oriënteren op de verschillende vormen van boeddhistische beoefening in Friesland. Er waren informatietafels ingericht en de vertegenwoordigers van de aanwezige organisaties hebben ieder een workshop gegeven.
Na afloop ging iedereen tevreden weer naar huis. De intentie werd uitgesproken om onderling contact te houden. Het was krachtig en inspirerend om te merken hoe we vanuit eenzelfde bron ieder op eigen wijze vorm geven aan onze beoefening. Het was een fijne dag.
Jaarlijks organiseert Tenjo osho, leider van het Dharmahuis in Leeuwarden, een wadlooptocht in stilte en sinds een jaar of drie ook natuurretraites. Dit jaar zijn er in het Dharmahuis allerlei activiteiten rond het thema natuur, dit om te vieren dat het pand aan De Tuinen nu vijf jaar open is.Op een bankje in het Leeuwarder Bos praat Suigen Sint met Tenjo over haar diepe band met de natuur.
Het natuurlijke proces ís de Dharma
Hoe is die sterke band van jou met de natuur ontstaan? Had je dat al als kind?
Als kind in Naarden ging ik wel eens alleen lopen in het bos of op de hei, of alleen een zwerftocht maken op de fiets, maar de intense betrokkenheid die ik nu ervaar is langzaam gegroeid. Die is ontstaan uit een wederzijdse beïnvloeding tussen mijn zenoefening en mijn ervaringen in de natuur.
Kun je dat uitleggen? Hoe werkt dat dan?
Als je mediteert, word je je bewust van de dingen die zich in je afspelen. En daarbij is er niet echt een binnen en een buiten. Dat wil zeggen: soms hoor je iets, soms denk je iets, soms voel je iets, soms zie je iets, dat loopt allemaal door elkaar heen. Het ene moment is dit er, en het andere moment dat, in één vloeiende stroom. Toen ik begon met mediteren, zat ik heel erg te bedenken hoe het moest. Ik probeerde steeds mijn gedachten en mijn aandacht te sturen: o, ik moet bij het tellen van mijn adem zijn en als dat niet lukte, was het niet goed.
Op den duur leerde ik mezelf toe te vertrouwen aan die stroom van indrukken, die zich gewoon afspeelt, en daarmee ook erop te vertrouwen dat het goed is. Dat is ook heel herkenbaar in de natuur. Want de processen in de natuur reageren voortdurend op wat er nu is, en niet vanuit een vooropgezet plan. De groei van een boom reageert voortdurend op de hoeveelheid licht, de hoeveelheid water, de temperatuur, de omgevingsfactoren, en speelt daarop in. Dat is die stroom, die natuurlijke stroom. Ik ging dat zien in de natuur en nam dat ook weer mee in de meditatie, zoals ik mijn ervaringen in de meditatie meenam bij het beleven van de natuur.
Kun je je een moment herinneren waarop je die verbondenheid met de natuur voor het eerst zo intens ervoer?
Die diepe geraaktheid in de natuur heb ik het eerst heel sterk ervaren op het wad, ik denk in 2007 of 2008. Ik woonde toen in Moddergat, meteen achter de dijk. Ik ging voor de eerste keer samen met Harm Jan (toen mijn partner) het wad op, alleen wij tweeën. We kwamen bij een grote geul waar we niet verder konden, en dat was daar zo … zuiver en puur. De geul, de vorm ervan, het zand waar geen voetstappen op zaten, dat je geen prullenbakjes had… er is daar niet door mensen in gekunsteld. Dat raakte ons alle twee als een bliksemschicht. Alles wat door mensen gemaakt is, daar liggen altijd gedachten en ideeën aan ten grondslag. En meningen ook, ideeën over wat goed is en wat niet goed is.
Wat ook heel belangrijk geweest is: één van onze cursisten is eigenaar van een groot stuk land, vijf hectaren, en daar ging hij als kind altijd met zijn ouders heen op vakantie. Zij hebben dat stuk grond gewoon helemaal laten gaan, laten verwilderen zoals dat heet. De natuur heeft daar zijn gang kunnen gaan. En hij vroeg op een gegeven moment of wij als Dharmahuis daar misschien op een of andere manier gebruik van zouden kunnen maken. Daar ben ik op ingegaan door het organiseren van natuurretraites. Later ging ik er ook alleen naar toe, en dat heeft diepe indruk gemaakt. Ik merk een heel groot verschil tussen zo’n stuk bos, en bijvoorbeeld de natuur waar ik als kind opgegroeid ben, in Het Gooi, die echt platgetreden is. Als ik daar doorheen loop, dan hoor ik de kinderen schreeuwen en zie ik de honden lopen en voel ik dat het is uitgeleefd, terwijl ik de natuur in dat landje ervaar als een soort vredig gebeuren. Als ik daar alleen ben, kan ik me er helemaal mee verbinden. Dat is voor mij essentieel, alleen zijn in de natuur. Dan hoef ik niet om iemand anders te denken, of me met mezelf bezig te houden, dan kan ik gewoonweg zíjn, in de natuur, en dan ben ik onderdeel van die natuurlijke stroom.
Heeft dat ook te maken met die grens tussen binnen en buiten?
Ja, dat loopt helemaal in elkaar over op zo’n moment, dat is helemaal niet meer traceerbaar. Tegelijkertijd merk ik ook dat ik op die momenten helemaal mag zijn zoals ik ben. Ik hoef geen dingen te sturen. Het mag gewoon komen en gaan zoals het komt en gaat. En dat geeft ook een heel groot geluksgevoel, iets in mij dat zegt: het is goed, het is precies goed zoals het is, het hoeft niet anders te zijn.
Ervaar je dat op het wad en op dat landje op dezelfde manier?
Ja, maar ook anders. Op allebei die plekken had die diepe geraaktheid te maken met de volledige afwezigheid van menselijke activiteit. Maar op het wad zijn er andere krachten: het water, waar heel veel kracht achter zit – het is gigantisch hoeveel water twee keer per etmaal komt en gaat, dat is niet voor te stellen. Als mens houd je je daar niet in staande, dus met die natuur moet je heel respectvol en vol ontzag omgaan, je moet goed weten wat je daar doet, want die natuur stopt niet, die neemt mij gewoon mee als ik de verkeerde dingen doe. Dat betekent ook dat ik daar niet langer dan een paar uur kan blijven, dan moet ik weg omdat het water komt. Op dat stuk land kan ik voor langere tijd (één of twee weken) blijven. De verbinding is daardoor anders.
Plekken zonder menselijk ingrijpen zijn zeldzaam in Nederland, dat vind je bijna nergens.
Ja, en nee. Want doordat ik op die plekken zo diep geraakt ben, zo volledig aanwezig heb kunnen zijn in de natuur, kan ik dat nu ook hebben in een parkje, of bij wat grassprietjes die door het trottoir heen komen. Ik ben niet meer afhankelijk van alleen die ongerepte natuur. Tijdens de lockdowns bijvoorbeeld, toen je zo min mogelijk naar buiten mocht, ging ik wel iedere dag een half uurtje lopen in het park, en daar staan een paar hele mooie monumentale bomen. Als ik zo’n boom zie, dan voel ik daar troost in, en inspiratie, en dat het goed is. Maar ik blijf ook wel de behoefte houden om me af en toe weer helemaal terug te trekken en onder te dompelen in dat totale natuurlijke gebeuren.
Er is veel aan de hand in de wereld: de klimaatverandering, de pandemie, hier in Nederland veel gif in de grond… is dat door die gevoeligheid voor de natuur ook meer voor je gaan betekenen?
Aan de ene kant zorgt die gevoeligheid bij mij voor een zeker vertrouwen, dat de natuur wel doorgaat, met of zonder ons. Aan de andere kant voel ik natuurlijk ook de pijn en het leed dat het veroorzaakt: overstromingen, droogte, hitte, bosbranden. Ook de pandemie zie ik als onderdeel van die hele verstoring – ik hoor wetenschappers die relatie ook wel leggen. De manier waarop wij met dieren omgaan raakt me heel erg. De positie waar we dieren in brengen zie ik als één van de dingen die aan die klimaatverandering ten grondslag liggen. Al die verstoringen zijn manieren waarop de natuur weer in evenwicht probeert te komen. Maar vanuit ons menselijk perspectief is het heel pijnlijk wat er allemaal verloren gaat, al die soorten die uitsterven, dat het allemaal schraler wordt.
Denk je dat het nog mogelijk is om daaruit te komen?
Dat weet ik niet. Dat weet ik niet. Ik vermoed het wel, maar we zullen nog een moeilijke tijd krijgen. Wat ik mooi vind en wat ik ook ervaar in de natuur is de ongelooflijk grote hoeveelheid aan mogelijkheden die er zijn. Dat er zulke onwaarschijnlijke dingen gebeuren die voortkomen uit een natuurlijk proces. Ik heb bijvoorbeeld wel eens in de bergen een groot rotsblok gezien en daar staat dan één boom bovenop. Of toen ik in Zweden was zag ik een den met een grote boog in zijn stam. Daar is iets gebeurd, waar die boom een oplossing voor gemaakt heeft. We kennen denk ik ook allemaal planten en dieren in kleuren en vormen, waarvan je denkt: ‘Hoe verzin je dat’. En hoe bergen ontstaan. Er zijn zoveel mogelijkheden. Daar zit hoop, dat is hoop. Die hoop zit ook in ons. De opdracht aan ons nu is om die hoop te leven. Laten we ons niet vastzetten in een doemscenario.
We zitten in een tijd van grote bedreigingen op verschillende fronten. We moeten uit alle macht proberen om daar op een of andere manier weer een goede draai aan te geven. Jiun roshi zei in een voordracht bij het jubileum van het Dharmahuis: We moeten de klimaatverandering niet buiten ons leggen. Die zit in ons, wij zíjn die klimaatcrisis. Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik denk dat er nu wel consensus over bestaat dat de klimaatverandering door menselijke handelen veroorzaakt is. En dat menselijk handelen komt voort uit het onderscheid dat we maken tussen onszelf en de omgeving. Op zich is dat heel begrijpelijk. Dat heeft met ons mens-zijn te maken. Het is dus niet iets van de laatste tijd; wij hebben onszelf als mensen zo ontwikkeld. Het duurt alleen wel heel lang voor de gevolgen tot ons doordringen.
Ik ben opgegroeid met de Club van Rome, in de jaren zeventig, en die zeiden eigenlijk precies hetzelfde: Mensen, pas op, het kan zo niet doorgaan. Als westerse mens zitten we in een soort puberteit. Sommige mensen moeten heel hard met hun hoofd tegen de muur lopen voor ze zich ergens van bewust worden, en bij anderen gaat dat wat makkelijker en soepeler. Gelukkig begint het nu toch allemaal wel door te dringen, maar het gaat wel erg langzaam.
We moeten alleen oppassen dat we de crisis niet aanpakken vanuit dezelfde ideeën als waarmee we die veroorzaakt hebben, namelijk vanuit het idee dat we de wereld en ons leven naar onze hand kunnen zetten. Daardoor proberen we de crisis buiten onszelf op te lossen en dat kan niet, omdat we zelf de oorzaak zijn. We moeten beginnen om de pijn en de onmacht die we voelen, over de schade die we aan de aarde toebrengen, te ervaren en ons daarmee te verbinden. We worden dan weer onderdeel van het grote gebeuren. Hoe we vervolgens daar vanuit zullen handelen, dat kunnen we niet regisseren. Zoals ik eerder zei vindt de natuurlijke stroom onwaarschijnlijke oplossingen voor ogenschijnlijk onmogelijke situaties. We hebben allemaal de verantwoordelijkheid om die onwaarschijnlijke wegen vorm te geven, ieder in zijn/haar eigen situatie en vanuit ieders eigen mogelijkheden. We dragen de oplossing in ons en met onze verbeelding scheppen we de toekomst.
Wat doe je met deze inzichten in je zenleraarschap?
Ik betrek het in eerste instantie op mezelf: hoe ga ík met deze situatie om. Ik probeer het te plaatsen in een groter verband; te zien wat de oorzaken zijn, maar ook te zien dat de natuur op een of andere manier wel doorgaat. Tegelijkertijd probeer ik in mijn eigen situatie zo min mogelijk schade te veroorzaken: zorgvuldig omgaan met water, gas, elektra, spullen in het algemeen, minder plastic gebruiken, bewust zijn van wat ik eet… Daar blijf ik in leren.
Het is een thema dat mij diep raakt en daardoor komt het ook in mijn voordrachten en persoonlijke begeleiding naar voren, dat kan niet anders. Ik moedig mensen ook aan om de natuur op te zoeken en zich ermee te verbinden. Maar ik ga niet met een geheven vingertje proberen mensen te bekeren. De boeddhistische beoefening is bij uitstek geschikt om ons bewust te worden van onze ware natuur. Dat natuurlijke proces zelf ís voor mij de Dharma. Iedereen heeft zijn eigen kwaliteiten, zijn eigen mogelijkheden. Ik hoop dat mensen daar meer oog voor krijgen.
Kijk, ik denk dat je je door de zenbeoefening bewust wordt van lijden, van wat je jezelf aandoet en van wat je anderen aandoet. Hoe gevoeliger je daarvoor wordt, hoe meer je de dingen kunt laten zijn zoals ze zijn. Lijden wordt voor een groot deel veroorzaakt door verzet tegen de situatie. Dat is weer dat natuurlijke principe; vanuit de betrokkenheid met dit moment realiseer je de onvermijdelijkheid ervan en zul je in je handelen het juiste doen op het juiste moment. Dat ontstaat eigenlijk vanzelf.
Er zijn ook actiegroepen die de dingen juist níet laten, zoals Urgenda en Milieudefensie.
De dingen laten zoals ze zijn betekent niet dat we lijdzaam toekijken hoe alles misloopt. Actief handelen is ongelooflijk belangrijk. Het juiste doen op het juiste moment kán ook betekenen dat je een rechtszaak aanspant tegen de staat, zoals Urgenda deed. Maar ik denk dat iedereen op zijn eigen plek met zijn eigen kwaliteiten daar iets mee moet doen. En mijn plek, mijn kwaliteit op dit moment is om mensen spiritueel te begeleiden en de ruimte te bieden waarin ze zich bewust kunnen zijn van hun eigen natuur. En ik hoop en ik denk ook, dat mensen van daaruit andere keuzes gaan maken, die meer in overeenstemming zijn met het natuurlijke principe. Maar we zijn en we blijven mensen: aan de ene kant beperkt, aan de andere kant juist vol mogelijkheden.
21 mei 2016: burgemeester Crone, Jiun roshi en Tenjo Schröder voor het Dharmahuis
Jubileum Dharmahuis
door Tenjo Schröder
Alhoewel het Dharmahuis al sinds 2005 actief is in Leeuwarden, is het op 21 mei precies vijf jaar geleden dat ons pand op de Tuinen in Leeuwarden officieel werd geopend. We vieren dat door dit jaar extra activiteiten te organiseren. Het ziet ernaar uit dat tegen de zomer meer mogelijk zal zijn om elkaar fysiek te ontmoeten. Mocht dat niet zo zijn, dan passen we de activiteiten aan.
Als thema voor dit jubileumjaar heeft het bestuur gekozen voor 'Natuurlijk'. We kunnen veel leren van de natuur, waar we zelf ook deel van uitmaken. Maar hoe natuurlijk zijn wij? Veel van de activiteiten zullen buiten in het 'groen' plaats vinden. Wie weet ontdekken we daar onze ware natuur.
In ieder seizoen is er een wandeltocht in stilte in de omgeving van Leeuwarden. Op de jubileumdag houdt Jiun roshi digitaal een lezing met de titel Natuurlijk zijn wij mensen. Deze lezing wordt vooraf gegaan door een diashow over de ontwikkeling van het Dharmahuis tot nu toe, gevolgd door een interview met Jiun roshi en Tenjo. De bezinningsdag buiten vindt plaats op een bijzonder stukje natuur waar we onze aandacht zullen richten op onze zintuigelijke waarnemingen. In oktober kunnen we kennis maken met andere boeddhistische organisaties en stromingen die in Friesland actief zijn. Verder staan de inmiddels bekende en jaarlijks terugkerende activiteiten wadlopen en de natuurretraite ook op het programma.
De badkamer die op de zolder van het Dharmahuis wordt gebouwd is bijna klaar. Hierdoor is het mogelijk dat gasten een nacht, een paar dagen of langer in het Dharmahuis kunnen verblijven en met het dagelijkse programma mee kunnen doen. Dat betekent 's ochtends en 's avonds een meditatieprogramma en overdag meewerken. In een groot huis met een actief centrum is altijd wel iets te doen. We werken zoveel mogelijk in stilte en met aandacht. Het is ook mogelijk om het programma aan de persoonlijke behoefte aan te passen, zolang het past in de zenbeoefening.
Mocht je hier belangstelling voor hebben dan kun je contact met ons opnemen (zie de contactgegevens hieronder).
Boekje 'Liefs van Nettie'
Twee jaar geleden is Nettie Groeneveld overleden. In het najaarsnummer van 2018 stond een In memoriam voor haar. Ze maakte jarenlang deel uit van de maandagavondgroep in het Dharmahuis en deed regelmatig mee aan retraites op de Noorder Poort. Ook was ze bestuurslid van de Stichting Vrienden van de Noorder Poort.
Toen ze hoorde dat ze uitgezaaide slokdarmkanker had en niet meer behandeld kon worden, heeft ze haar gedachten en ervaringen in verschillende nieuwsbrieven opgeschreven en gedeeld met dierbare mensen in haar omgeving. Het zijn hartverwarmende en ontroerende brieven, waarin ze vol wijsheid en mededogen schrijft hoe ze de laatste fase van haar leven ervaart. Zo schrijft ze: Ik ben een bevoorrecht mens, dat ik heb geleerd dat het leven zich in dit moment afspeelt. Ze laat ons zien hoe ze dit bevrijdende inzicht keer op keer leeft, ook op momenten die moeilijk zijn.
Voor haar overlijden hebben Nettie en Lenie (haar vrouw) besloten de brieven te bundelen in een boekje, zodat anderen er misschien inspiratie en steun uit kunnen putten. De oplage (en de opbrengst) van het boekje is aan het Dharmahuis gedoneerd. Het is daar ook te bestellen en kost € 8,50 (de portokosten zijn € 3,75).
Kamperen in het wild? In Nederland? Gecombineerd met zen? Ik wist niet wat ik las in april in de nieuwsbrief van het Dharmahuis Leeuwarden. Bestaat dat echt? Zonder aarzelen heb ik me direct aangemeld en ik heb er geen spijt van gehad.
De stille week in de natuur vond plaats in een berkenbos op een schiereiland aan de rand van de Oude Venen, net onder Leeuwarden. Om er te komen, voeren we vanaf het pittoreske dorpje Warrega met een bootje tussen de weilanden en rietkragen naar het natuurpark. We lieten de ‘gewone’ wereld steeds verder achter ons. Toen we aan wal stapten, wachtte ons een verrassing: de bodem van het eiland is veengrond. Bij elke stap veert de bodem een beetje mee.
Een klein paadje leidde ons naar een open plek in het berkenbos. Daar konden we ons kamp opslaan. Bij wildkamperen hoort natuurlijk ook een buitentoilet. En ik moet zeggen, dit was een wc met het mooiste uitzicht ooit op bomen, struiken en planten. En ja, ook de douche was echt buiten. Beide wel afgeschermd met een bescheiden zeil, maar met een open zijde.
De kampeerplaats
Het buitentoilet
’s Ochtends en ’s avonds mediteerden we in de boszendo met uitzicht op het bos. De geluiden van de vogeltjes en het ruisen van de bomen waaiden zo naar binnen. Het was geen uitzonderlijk mooi weer, die week in augustus (terwijl het daarvoor zo heet was geweest). Maar eerlijk gezegd, dat gaf helemaal niets. Want het gekletter en geborrel van de regen terwijl we in de boszendo zaten was gewoon een prachtig concert, begeleid door een parfum van natte aarde. Want van de hele dag buiten zijn, gaan echt al je zintuigen open.
De tijd buiten de meditatie en de huishoudelijke klusjes, konden we vrij indelen. Ik vond het heerlijk om over het eiland te struinen, tussen de struiken en de bomen, al liep ik daardoor ook een paar teken op. Ook fijn was een plekje zoeken langs het water om naar de onstuimige luchten te kijken. Een verrekijker hield ik onder handbereik om naar kiekendieven, buizerds en ander gevogelte te loeren. Soms liep ik door de weilanden en rietkragen om een eindje verderop het gedrag van de lepelaars te bestuderen. Wist je bijvoorbeeld dat ze proberen de vis uit elkaars bek te stelen?
De boszendo
Zwaar weer op komst
We waren met een klein groepje (vijf mensen) en die intimiteit was heel passend bij dit kleine natuurreservaat. Tenjo, die de week begeleidde, hield elke dag bij de koffie een kleine toespraak waarbij ze ons aanmoedigde om de omgeving met onze zintuigen direct te ervaren. Als we wilden konden we uitdrukking geven aan die ervaringen door te tekenen of te schrijven. Dat leverde mooie impressionistische tekeningen en soms ook heel nauwkeurige observaties op. Ook schreven we haiku’s op die we aan elkaar voordroegen.
Tekening van Daishin
Zonlicht in het bos twee dartelende vlinders geen spoor van regen
Haiku van Tenjo osho
En als laatste, maar niet het minste: de kok schotelde ons drie keer per dag een heerlijke maaltijd voor. Dat hij zich redde in de buitenkeuken, die het door hevige regenval soms zwaar te verduren kreeg, is een wonder. Gelukkig was het ook vaak genoeg droog en konden we buiten eten. De laatste avond stookten we een vuurtje dat nog lang na gloeide. Net als mijn herinneringen aan deze heerlijke week.
Wil je ookervaren hoe het is om een hele week buiten te zijn? Tenjo organiseert in augustus 2020 maar liefs twee natuurretraites: van 3 tot en met 7 augustus en van 10 tot en met 14 augustus.
Belangrijk moment in de ceremonie: het afscheren van het laatste plukje haar.
Shinjin met moeder en zus
Gea wordt Shinjin
Foto's: D. Hartmans-Rodenhuis.
Op 22 september is Gea de Vries in het Dharmahuis tot unsui (zenboeddhistische non) geordineerd.
Het is de eerste keer dat deze ceremonie hier heeft plaats gevonden en dat er onder leiding van Tenjo osho een unsui in het Dharmahuis komt trainen. Nadat Gea had aangegeven dat ze unsui wilde worden, is ze eerst als proef voor drie maanden in het Dharmahuis geweest (zie ook Het zenleven van Gea de Vries). Zowel voor Gea als voor Tenjo was dat een positieve ervaring.
Gea heeft bij haar ordinatie de naam Shinjin gekregen, wat Hart van toewijding betekent. Shinjin heeft een kamer in het Dharmahuis en ze volgt een dagprogramma met 's ochtends en 's avonds meditatie en overdag meditatieve arbeid. Dit laatste houdt in dat ze werk doet dat gedaan moet worden, zoals: boodschappen, eten koken, schoonmaken, cursusavond voorbereiden, naaiwerk, kluswerk enz. Daarnaast doet ze regelmatig mee aan retraites op de Noorder Poort.
De term unsui betekent wolk en water. Er wordt mee aangegeven dat de training erop gericht is om te leren leven zoals een wolk of als water, meegaand met wat zich voordoet, zonder ergens aan vast te houden.
Op 5 november 2017 is Anshin Tenjo Schröder door Jiun Hogen roshi tot osho (zenpriester) geordineerd. Tetsue roshi was getuige-zenmeester en er waren zo'n dertig gasten.
De ceremonie verliep volgens een vaststaand protocol en tegelijk 'opvallend informeel', zoals een journalist in de Leeuwarder Courant het omschreef.
Osho betekent Bewaker van de vrede. Jiun roshi zei: 'Osho's zijn zenleraren die hun leven in dienst stellen van het onderwijzen van de Dharma en het begeleiden van studenten bij hun zenbeoefening. Hierbij volgen zij de boeddhistische ethische voorschriften en hun wijsheid. Een osho realiseert de vrede in zichzelf en draagt op die manier bij aan vrede in de wereld. Als zenbeoefenaar komen we met lege handen.'
Tenjo werd uitgenodigd om haar verwerkelijking van de Waarheid te presenteren aan de hand van koan nummer 12 van de Mumonkan: Zuigan osho placht zichzelf elke dag aan te roepen: 'Meester!...Wees helemaal wakker! Laat jezelf niet door anderen in de war brengen!' In haar presentatie wees ze er op dat Zuigan, die zelf op dat moment osho was en dus geen zenmeester, hiermee de meester in zichzelf aansprak. Iedereen heeft de mogelijkheid in zich om het ware zelf te manifesteren. Op het moment dat dat gebeurt, verdwijnt het onderscheid tussen ik en ander. Ook het in de war zijn verliest betekenis. Als antwoord op de vraag hoe het is om niet door anderen in de war gebracht te worden, nam ze een slok water.
Na de overhandiging van het ordinatiecertificaat kreeg Tenjo haar nieuwe kesa, die ze buiten de zendo aan ging doen, terwijl het publiek wachtte.
Toen ze terug kwam, vroeg Jiun roshi hoe dat voelde, waarop Tenjo reageerde met 'Heerlijk'. Jiun roshi las toen de tekst 'Welcome into the lineage' voor en reikte die uit samen met de lineage-stamboom, waarin te zien is hoe de Dharma van meester tot meester is doorgegeven vanaf de Boeddha zelf.
Na de afronding van de ceremonie met opnieuw recitaties, werd Tenjo osho nog toegesproken door Tetsue roshi en Wilco Sinnema. De laatste bood haar een cadeau aan: voor haar zelf een set eetschaaltjes en voor het Dharmahuis een aanzienlijke bijdrage voor een grote gong.
Daarna was het tijd voor informele felicitaties en voor een heerlijke lunch.