In de rubriek Dichter bij Zen plaatsen we gedichten van mensen uit de sangha. Tijdens de go-sesshin in augustus liet deelneemster Mirte Slenders zich door de meditatie én de prachtige omgeving inspireren tot deze foto-haiku’s.
Tag archieven: Sangha
Perfect
Koninginnen
Rohatsu 2019
Herinneringen – Cees de Wit
Cees Dharma Pala de Wit woont in Heerenveen en werkt als vrijwilliger op de Noorder Poort, en wel als hoofd van de Technische Dienst. Hij oefent al meer dan dertig jaar zen. Hij leverde deze herinneringen aan onder de titel Belevenissen van een beginner
Herinneringen aan Roshi
van Cees Dharma Pala de Wit
Het zal 1985 zijn geweest dat ik kennis maakte met zenmeditatie. In het Carmelitessenklooster in Drachten kwam wekelijks een groep mensen samen om te mediteren. Een van de inwonende zusters deed daar ook aan mee. Jan Koenes, die de groep leidde, deed sesshins bij Prabhasa Dharma roshi. Hij heeft later een poos in het Dharma House in Miami gewoond.
Via Jan Koenes ben ik ook al vrij gauw met Prabhasa in aanraking gekomen. Op 21 juni 1990 heb ik van haar de geloften gekregen. De eerste keer dat ik Prabhasa roshi ontmoette was tijdens een sesshin op de Theresiahoeve in Langenboom.
De eerste sanzen was erg spannend weet ik nog. Ik denk dat de instructie, hoe te handelen, niet al te duidelijk was geweest, want toen ik de sanzenruimte binnenkwam, zag ik daar niemand. Ik dacht dat ik de verkeerde deur had genomen en wilde alweer teruggaan. Maar direct rechts van de ingang stond een kamerscherm. Toen ik daar om de hoek keek zag ik een levende Boeddha in meditatie verzonken. Niet wetende wat te doen ben ik uiteindelijk maar tegenover haar gaan zitten.
Vaak ontmoet ik mensen die luidruchtig zijn en die van de ene in de andere emotie schieten, maar Prabhasa straalde een innerlijke rust en diepgang uit die diepe indruk op mij maakten. Ze stelde vragen en gaf instructie hoe verder te gaan met mijn meditatie.
Later op de Tiltenberg heb ik nog diverse sesshins bij haar gedaan. Van tevoren werd besproken wat de gedragsregels waren, onder andere niet praten en elkaar niet aankijken. Toen ik in een middagpauze op een bospad wandelde zag ik in de verte Prabhasa aan komen. Alleen wij tweeën waren daar op dat moment. Wat moest ik doen? Haar negeren was onmogelijk en elkaar aankijken mocht ook niet. Prabhasa kwam met de meest voor de hand liggende oplossing. Vlak voor we elkaar passeerden maakte ze met een glimlach gassho, simpel, respectvol en met volledige aandacht.
De sesshins met Prabhasa roshi waren strak geregeld. Tijdens een meditatie zaten we zo stil dat een verdwaalde koolmees op het hoofd van een mevrouw landde en in haar haarnetje verstrikt raakte. We hebben het beestje bevrijd en naar buiten gebracht.
De koanoefeningen vond ik moeilijk en ik had vaak geen idee waar het naartoe moest gaan. Prabhasa gaf ook niks van een oplossing prijs. En toch, door al dat geworstel en het dan soms maar opgeven, leverde het dikwijls bevrijdende inzichten op.
Niet weten, en daar tevreden mee zijn, zonder oordeel kijken naar het huidige moment, dat zijn zaken die onder leiding van Prabhasa Dharma roshi bij mij tot ontwikkeling zijn gekomen. Daar ben ik haar zeer dankbaar voor.
Herinneringen – Suus Scheller
Suus Dharma Kala (Goddess – Moon of the fine arts) Scheller (1934) is beeldend kunstenaar en deeltijd psycholoog-psychotherapeut. Ze werkt vaak met gezinnen en beeldende middelen. Suus is veelvuldig schenkster aan de Noorderpoort en deelneemster aan werkweken en daily life-sesshins.
Herinneringen aan Roshi
van Suus Dharma Kala Scheller
Rond 1980 kwam het zenboeddhisme mijn wereld binnen, dankzij het boekje van Nico Tydeman: Zitten, de praktijk van Zen. We oefenden in het culturele centrum de Kosmos aan de Prins Hendrikkade in Amsterdam. We deden er een prille sesshin. Een oudere vrouw vertelde me enthousiast, dat er nu ook een vrouw als zenleraar uit Amerika was gekomen. Jenny de Wit (later Jiun roshi), was haar meteen achterna gereisd naar Oostenrijk. Ik kreeg ook nog een beschrijving van zoiets opwindends als een koan. Iets met een blad dat naar beneden kwam. We kenden eigenlijk alleen maar mannen als zenleraren. Kort daarna konden we op de Tiltenberg, in Vogelenzang, ook met haar kennismaken. Elegant, poëtisch, krachtig en inspirerend was ze. Bovendien verbond ze een en ander ook met woorden uit de bijbel. Dat vond ik fijn. Wat mij verder vooral trof, was dat enkele verdwaalde narcissen op een kaal plekje na twee dagen zitten voor mij ineens van een intense schoonheid waren. Als beeldend kunstenaar vond ik dat extra fijn.
Daarna maakte ik opportunistisch gebruik van verschillende korte sesshins bij haar en bij Genpo en pater Lasalle. Met de koan Mu reisde ik ze beurtelings af. Roshi zei toen ik binnenkwam voor Dokusan: Hoe heet je? Ik zei: Mu. Dat gaf haar hoop en ze zei: Je zou eens een maand moeten zitten. Bij wie? De mannelijke energie in de sneeuw bij Genpo, of de vrouwelijke in de woestijn van Californië bij Prabhasa? Het werd de laatste.
Ik moest onbetaald verlof vragen en al mijn kostbare vakantiedagen eraan opofferen voor bijna vijf weken. Ik stelde me voor hoe Prabhasa mij met open armen zou opwachten bij aankomst, maar nee: ze was eerst nog drie dagen thuis in LA. Ik was teleurgesteld en ook wel kwaad. Na haar aankomst gingen we een uitstapje maken naar een natuurreservaat in de buurt. Ze hield daar een korte teisho over hoe de natuur zich aanpaste aan de ongewone omstandigheden van droogte en hitte. De eik had piepkleine eikeltjes en de bladeren waren verhard tot een soort hulstblad. Een ander boompje verloor in geval van nood in één keer zijn blad. Moraal: ze pasten zich aan de omstandigheden aan. Mijn kwaadheid gleed in verwondering van mij af. De andere deelnemers waren interessante, levendige types. Veel hoogopgeleide mannen en vrouwen wist ze te inspireren.
Thuis luisterde ik graag naar haar teisho’s op cassettebandjes in mijn atelier. Haar thema van het loslaten van je ego hielp me als beeldend kunstenaar om vrijer en lichter te schilderen. Ik had een thema van een hond die door een hoepel sprong, in een wijds, woestijnachtig landschap. Het verbeeldde voor mij de ervaring van een koan opgelost te hebben. De hoepel was de barrière van de koan, en als je terug op aarde kwam was de wereld niet veranderd, maar toch ook weer wél, doordat je zelf veranderd was. Het was een fijn inspirerend thema, waar veel mensen door geraakt werden. Helaas vond roshi het geen zenkunst. Tja.
Ergens in die periode werd roshi verschrikkelijk ziek. De kankeruitzaaiingen waren eigenlijk al te ver gegaan. Een arts die bij de operatie was, zei me dat ze hoogstens nog vijf jaar te leven had. Ze is toen veel actiever geworden om zenmonniken op te leiden en om de latere Jiun roshi te stimuleren in Europa een eigen centrum te stichten. Ik kreeg de indruk dat ze ook veel pijn had en dat ze haar lichtvoetigheid kwijt was geraakt.
De derde keer dat ik een maand in de woestijn was, zat ik dicht tegen een burn out aan en dat heeft mijn herinneringen gekleurd. Ik was ongeduldig en vond dat ik nu maar eens verlicht moest raken. Roshi doorzag niet dat dit geen goede invalshoek voor me was en gaf me een heel moeilijke koan. Verder adviseerde ze me niet om me heen te kijken naar de magistrale natuur, maar om alleen naar de grond te kijken. Daar werd ik zo somber van dat ik er gauw weer mee ophield.
Laten we eindigen met haar sprankelende, inspirerende kant. Het zonder voorbehoud manifesteren van jezelf toonde ze in het ensceneren van rituelen. Op Buddha’s Birthday schepten we met een soeplepel water met rozenblaadjes over een grote plastic babypop. Ze nodigde de dichter Alvaro uit om ons te leren dichten met heerlijke, onrationele beelden. Na een week stil zwoegen in de hitte nam ze ons mee naar de heerlijke warme minerale bronnen van Palm Springs om bij te komen. En zo kan ik nog een hele tijd doorgaan.
Herinneringen aan Roshi
Het zenleven van Martine des Tombe
In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Martine des Tombe, 55 jaar, uit Diever. Ze is musicus en mediteert sinds 2011.
Het zenleven van Martine des Tombe
Wat bracht je ertoe om zen te gaan beoefenen?
Dat is een lang verhaal, maar om het kort te vertellen: ten tijde van een instorting heeft een leidinggevende op mijn (toenmalige) werk me aangeraden om een boek van Eckhart Tolle te lezen. Ik verwachtte er niks van en had zelfs forse weerstand tegen ‘dat zweverige gedoe’. Toen ik een video van Tolle zag bleek er niks zweverigs aan te zijn en ik werd gegrepen door de manier van kijken naar je gedachten en je reacties op wat je dagelijks zoal tegenkomt. Die bewustwording heeft me enorm veel gebracht. Twee jaar later kreeg ik behoefte aan meer en deed ik een cursus mindfulness. Daarna wilde ik doorgaan met mediteren en heb ik een plek gezocht niet al te ver van mijn huis. Ik kwam terecht op de Weesperzijde bij Maurits Hogo Dienske en daar ben ik gebleven. Ik heb dus niet erg bewust voor zen gekozen, maar ik ben het tegengekomen en gebleven.
Waar en bij wie mediteer je?
Ik heb dus vijf jaar bij Maurits Hogo Dienske in Amsterdam gezeten, en sinds ik vorig jaar naar Diever ben verhuisd zit ik iedere maandagavond op de Noorder Poort. De avonden worden beurtelings geleid door Myoko Sint en Tozan Timmer.
De afgelopen jaren heb ik regelmatig sesshins, weekenden of werkweken gevolgd op de Noorder Poort. Toen ik naar Diever verhuisde dacht ik dat ik lekker vaak naar sesshins zou kunnen gaan, maar gek genoeg ben ik nog niet één keer geweest… Dat heeft voornamelijk te maken met het feit dat ik geen oppas voor mijn oude hond heb, dus dat is een tijdelijk gegeven. Ik doe ook mee aan het Zenleven Thuistraject dat in maart gestart is bij de Noorder Poort.
Wie (of wat) beschouw je als je leraren?
Ja…wie of wat niet, zou ik bijna zeggen. Maar als ik denk aan menselijke leraren dan denk ik weer eerst aan Eckhart Tolle. Ik word nog steeds geraakt door de manier waarop hij over stilte praat, en door de humorvolle en voor mij herkenbare manier waarop hij ons geploeter kan beschrijven. Dan is er natuurlijk Maurits. Vijf jaar lang heb ik hem wekelijks horen praten, en ik mis zijn aanwezigheid en toespraken nog steeds. Gelukkig neemt de zengroep in Utrecht de toespraken van Maurits op en zet ze op hun website. Ik luister er graag naar. Op de Noorder Poort is het natuurlijk Jiun roshi, die ik door toeval nog maar weinig echt ontmoet heb als leraar, maar nu in het Zenleven Thuistraject wel regelmatig. En Tozan en Myoko natuurlijk.
Maar bovenal vind ik veel inspiratie in de natuur. Ik kijk naar een torretje en voel me verbonden. Het torretje doet wat het moet doen. Niet meer, niet minder. Tegenslag ondergaat het, maar het zal alles doen om weer verder te komen. Ongehinderd door gedachten over de gebeurtenis. Leerzaam.
Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?
Dit vind ik een hele moeilijke vraag. Ik ben er niet op die manier mee bezig geloof ik. Mijn hoofd werkt nogal associatief, en begrippen en rijtjes zoals er nogal wat zijn in het boeddhisme blijven niet gemakkelijk haken. Er zijn wel elementen die me bezighouden, zoals het zelf, of beter de afwezigheid ervan. Angstaanjagend en heerlijk tegelijk. Iets anders dat me fascineert is het ik en de ander of het ik en het ander.
Ik vroeg ooit aan Koshin, die toen op de Noorder Poort woonde: Koshin, wat doe jij als er een mug bij je komt in de zendo. Koshin zei: ik wens hem een goede maaltijd.
Maurits vertelde een keer: als je soms vervelende gedachten hebt over willekeurige mensen die je tegenkomt op straat, kun je innerlijk zeggen: ik wens je het allerbeste. Probeer het maar eens!
Hoe ziet jouw zenleven eruit? Hoe werkt je zenbeoefening door in je dagelijks leven?
Ik probeer dagelijks vijfentwintig minuten te zitten. Dat lukt niet altijd, maar ik streef ernaar. Ik heb een hoekje in mijn slaapkamer dat sinds een paar maanden ingericht is als meditatieplek. Dat bevalt heel goed. Daarnaast ga ik naar de maandagavondcursus op de Noorder Poort en doe ik dit jaar ook de Basiscursus van het Zenleven Thuistraject. Dat bevalt heel goed, al vind ik dat ik er meer aan zou kunnen doen. Op dit moment ben ik veel bezig met mijn moestuin en lees daar ook veel over. Ik ben ervan overtuigd dat de moestuin ook kan bijdragen aan mijn zenleven.
De ontwikkeling die ooit met Eckhart Tolle is begonnen gaat gewoon door. Soms gebeurt er tijden niks en dan is er plotseling een inzicht, een nieuw gevoel of juist een afwezigheid van iets waar ik eerder last van had. Het contact met mijn moeder is bijvoorbeeld veel beter geworden. Dat vind ik heel waardevol.
Het zenleven van Rudy Koetsier
In deze rubriek wordt aan de hand van vijf vaste vragen iemand geportretteerd die mediteert op de Noorder Poort of in één van de landelijke groepen. Dit keer Rudy Koetsier, 46 jaar, uit Zwolle. Hij werkt in de ICT en mediteert sinds 2000.
Het zenleven van Rudy Koetsier
Wat bracht je ertoe om zen te gaan beoefenen?
Ik had lang geleden, aan het eind van mijn tienerjaren, wel eens iets gelezen over zen. Het sprak me aan, al vind ik het moeilijk om te zeggen waar ik precies door geraakt werd. Toen ik net was terugverhuisd naar Zwolle, zag ik een aankondiging van een lezing over zen in het wijkcentrum van mijn nieuwe buurt. Dat vond ik een prima gelegenheid om dat wijkcentrum eens van binnen te zien én iets meer over zen te horen. Die lezing werd gehouden door Ben Oosterman en het was eigenlijk een vrij kort verhaal, maar met de uitnodiging om eens op een dinsdagavond naar zijn meditatie-avond te komen. Dat heb ik dus gedaan.
Waar en bij wie mediteer je?
Ik heb dus altijd in de meditatiegroep in Zwolle gezeten, door alle wisselingen heen. Die werd eerst geleid door Ben Oosterman, en toen die overleed is de groep een tijdje geleid door Ans van Gurp met nog twee anderen, en de laatste vijf jaar door Myoshin Zeitler en Myoko Sint. Toen ik eraan begon had ik met mezelf afgesproken dat ik het tot de zomervakantie zou doen, maar aan het eind van de zomervakantie bleek ik het echt te missen en keek ik ernaar uit dat het weer zou beginnen. Dat is denk ik de reden dat je het volhoudt, dat je merkt dat je het mist als je het niet doet. Al is het moeilijk uit te leggen wat ik dan mis. Het is in elk geval fijn om in een groep te mediteren; het kan ook in je eentje maar in een groep is echt fijner.
Wie (of wat) beschouw je als je leraren?
Er zijn wel mensen die ik als voorbeeld beschouw, en één daarvan is zeker mijn vader. Dat is een man die heel rustig en evenwichtig is, alles van alle kanten bekijkt. Een ander voorbeeld? Dat vind ik moeilijk, hoor. Ik zoek het niet in andere mensen en heb dus ook eigenlijk geen leraren nodig.
Welk boeddhistisch begrip spreekt je het meest aan?
Dat vind ik ook een moeilijke vraag. Compassie vind ik een mooi begrip; dat zou ik ook zeker willen ontwikkelen.
Hoe ziet jouw zenleven eruit? Hoe werkt je zen-beoefening door in je dagelijks leven?
Die meditatie-avond is voor mij altijd een moment waarop ik tot rust kan komen. Ook brengt het me ertoe om wat meer van een afstand naar mijn reacties te kijken en die soms bij te sturen. Bijvoorbeeld als ik in de file sta. Dan kan ik even kwaad worden op al die andere mensen die me in de weg staan, maar dan zie ik meteen hoe onzinnig dat is: zij staan óók in de file, net als ik. En dan verdwijnt die kwaadheid en kan ik verder rustig in mijn auto zitten tot ik weer verder kan.