In memoriam Hans Reddingius

In Memoriam Hans Reddingius

Door Suigen osho

Op 8 april is Hans Reddingius overleden. Hij is 91 jaar geworden. Twaalf keer heeft hij voor ZenLeven een haiku-rubriek geschreven. De Japanse dichtkunst was één van zijn liefdes, maar niet de enige: hij speelde blokfluit, zong in een koor en illustreerde zijn eigen gedichten. Hij had niet alleen interesse in zen en boeddhisme, maar was ook actief lid van het Humanistisch Verbond.

Tussen 1995 en 2015 nam Hans op de Noorder Poort deel aan meer dan dertig programma’s: zen-weekends, go-sesshins, werkweken en een enkele dai-sesshin. In 2018 heb ik hem een jaar begeleid in het ZenLeven Thuistraject en hem mogen ondersteunen in zijn zen-beoefening in het dagelijks leven.

In een van de tekstjes die hij in het kader van dat jaar schreef, verwoordde hij mooi waarom hij zen wilde oefenen:

Mijn ideaal is dat wij mensen vredig en als het even kan vriendelijk en, ja, het liefst liefdevol met elkaar omgaan. Dat gaat niet vanzelf en het vereist, als elke andere activiteit, aandacht.

Die aandacht ontwikkelde hij door te mediteren. Dat hielp hem ook bij het maken van zijn geliefde haiku’s, want het beginpunt van zo’n haiku is vaak een met volle aandacht beleefd moment.

Ik heb een paar hele mooie herinneringen aan hem. In 2011 deed hij mee met een weekend clowning, begeleid door Cheward Roman. Van Cheward leerden wij dat een clown nooit bang is om voor gek te staan, want voor gek staan is een essentie van clown zijn. Van Hans zag ik toen een kant die ik nog niet kende: speels, spontaan en volledig bereid om kwetsbaar te zijn.

En in 2014 kwam hij verliefd als een tiener naar een zen-weekend: ‘Ik heb Akke meegenomen, we zijn elkaar ons leven aan het laten zien.’ Het geluk dat van hen beiden afstraalde, was heel mooi en ontroerend.

In het najaar van 2021 verscheen Terugblik, zijn laatste haiku-rubriek. Daarin schreef hij:

Veel is vluchtig, net als wijzelf slechts tijdelijke stroompjes zijn in een steeds veranderende werkelijkheid.

Aan het tijdelijke stroompje Hans is nu een einde gekomen. Passend is hier een haiku die Hans ook al eens gebruikt heeft, van de Japanse dichter Issa in vertaling van Henri Kerlen:

De wereld van dauw
is een wereld van dauw
maar toch, maar toch

We weten dat alles vluchtig is en dat we sterfelijk zijn, maar het verdriet van naasten is er niet minder om.

Helaas moeten we ook zijn haikurubriek missen. Als redactie zijn we Hans dankbaar voor zijn mooie bijdragen aan het tijdschrift.

Rubriek haiku’s

Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.
Beeldredacteur Ardan Timmer maakte de illustraties.

Terugblik

Bronnen: Alle haiku’s over de dag dat ik sterf, en de haiku van Alvaro Cardona Hine, zijn afkomstig uit “This is where we walk. Workshop Poetry and Zen at Zencenter Noorder Poort with Alvaro Tozan Cardona-Hine.” Shunyata, Hoorn 1999, (vertalingen Hans Reddingius). Alle andere komen uit “Om niets om alles. Keuze uit 40 jaar Nederlandse haiku en tanka.” Haiku Kring Nederland 2020.

rubriek-haikus

Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.
Beeldredacteur Ardan Timmer maakte de illustraties.

 
 

Het zonlicht

De haiku van Bashō is afkomstig uit:
Bashō  Geluid van water. Haiku  Vertaald uit het Japans door H. Kerlen. Kairos, Soest 1989

 

De haiku's van Kyokō, Seihō en Shirō zijn afkomstig uit:
Haiku. Een jonge maan. Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden. Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren. Meulenhoff, Amsterdam 1973

 

De overige haiku's zijn afkomstig uit:
om niets om alles bloemlezing uit 40 jaar Haiku Kring Nederland. HKN 2020

Haiku’s: regen

Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.
Beeldredacteur Ardan Timmer maakte de illustraties.

Regen

De laatste haiku doet denken aan een befaamde houtsnede van Utagawa Hiroshige: Plotselinge Avondstortbui op de Grote Brug bij Atake, van de Honderd Gezichten van Beroemde Plaatsen in Edo, 1857, en aan het olieverfschilderij waarin Vincent van Gogh hetzelfde tafereel uitbeeldde, 1887]

 

Dus: laten we de regen koesteren, naar de regen luisteren, de regen voelen.

 

  1. Haiku Een jonge maan, Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren. Meulenhoff, Amsterdam 1973
  2. Haiku Een kleine regenboog. Bloemlezing van Nederlandse en Vlaamse haiku. Kairos, Soest 1993
  3. Marcel Smets Voor de nacht. Haikoe en senrioe. Sintjoris, St.-Denijs-Westrem 1993
  4. Wim Lofvers Soms weet ik het even. Marginale Uitgeverij ’t Hoge Woord, Bakhuizen 2006
  5. Jac Vroemen Domweg gelukkig. Marginale Uitgeverij Iris, Middelburg 2019
  6. J.C. van Schagen Wat dit blijfsel overbleef. De Prom, Baarn 1985
  7. Hans Reddingius Licht op het water. Marginale Uitgeverij ’t Hoge Woord, Bakhuizen 1998
  8. Haiku Een vierkantje zon Tweede bloemlezing van Nederlandse en Vlaamse haiku. Kairos, Soest 1984
  9. Naar rozen kijken Haiku’s van Marcel Smets vzw Haikoe-kern Antwerpen z.j.

Haiku’s: ziekte en dood

Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.
Beeldredacteur Ardan Timmer gaf deze bijzondere aflevering ook op een bijzondere manier vorm.

 

Ziekte en dood

De acht haiku's zijn, in volgorde, afkomstig uit de volgende bronnen:
  1. Jac Vroemen, Domweg gelukkig. Marginale Uitgeverij Iris, 2019
  2.  W.J. van der Molen, Geeft ’t leven terug? Gedichten. De Beuk, Amsterdam 1982
  3. Haiku Een kleine regenboog. Kairos, Soest 1993
  4. Haiku Een jonge maan. Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden. Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren. Meulenhoff, Amsterdam 1973
  5. Shiki, Geur van chrysanten. Haiku. Vertaald uit het Japans door Henri Kerlen. Kairos, Soest 1998
  6. Wim Lofvers, SOMS weet ik het even. Een verzameling haiku. ‘t Hoge Woord, Bakhuizen 2006
  7. Issa, Een druppel plukken. Haiku. Samengesteld en vertaald uit het Japans door Henri Kerlen. Kairos, Soest 2002.
  8. W.J van der Molen, J. van Tooren en Bob Verstraete, Haiku Een vierkantje zon. Kairos, Soest 1984

Haiku’s – wind

Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.

 

Wind

Meestal waait het. Soms even niet, soms zachtjes, soms krachtig en soms verwoestend. Je weet niet waar de wind vandaan komt – komt hij wel ergens vandaan? De wind is er gewoon. Uit alle richtingen die je kunt bedenken kan de wind komen, komt hij soms. De wind is als ons leven dat komt, dat voorbijgaat, even wegvalt, weer terugkomt, altijd als vanouds, altijd weer nieuw.

Overal het riet

in één richting gebogen –

waarheen gaat de wind?

Anton Gerits[1]

 

Als je voelt en ziet en hoort dat het waait weet je meteen dat alles in beweging is en verandert.

 

Toen de maan opkwam,

woei de avondwind door ‘t gras,

en riep de koekoek.

Shiki[2]

 

Soms is de wind verstorend, verontrustend:

 

Omvergeblazen;

weer opgezet, omgewaaid –

vogelverschrikker.

Buson[2]

 

Het lijkt alsof de wind overal is, waardoor we beseffen dat alles wat bestaat met elkaar verbonden is.

 

Op de wind drijvend

steken twee distelpluisjes

de spoorbaan over.

Bert Willems[3]

 

Als de wind zich roert

tekent de wind over het meer

een flitsend lichtspoor.

Gien de Smit[3]

 

Soms zorgt de wind voor drama, als het stormt bijvoorbeeld, vaak moeten we buigen voor de wind. Daar zijn veel haiku’s  over geschreven. Maar vaak ook zorgt de wind voor korte ogenblikken van geluk.

 

in de middagzon

het haar van mijn kleindochter

in de zomerwind

Hans Reddingius[4]

 

Tenslotte nog een van Shiki, die interessant is doordat de befaamde Britse haikudeskundige R.H. Blyth juist deze aanhaalt als ondersteuning voor zijn opvatting dat Shiki niet religieus zou zijn en daardoor in wezen aan de oppervlakte zou blijven. Voor mij is dit een echte zen-haiku. Wat vindt u?

 

De najaarswind ruist;

voor mij zijn er geen goden,

zijn er geen Boeddha’s.

Shiki[2]

[1] Uit: Haiku Een kleine regenboog. Bloemlezing van Nederlandse en Vlaamse haiku. Samengesteld door W.J. van der Molen, Gaby Bleijenbergh en Bob Verstraete. Kairos, Soest 1993.

[2] Uit: Haiku Een jonge maan. Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden. Keuze, inleiding en vertaling J. van Tooren. Zesde, herziene druk Meulenhoff, Amsterdam 1983

[3] Uit: Haiku Een vroege pluk. Bloemlezing Nederlandse en Vlaamse haiku, samengesteld door Simon Buschman. Kairos, Soest 1981

[4] Uit: In een oude schuit. Boekscout, Soest 2017

Toekomst: schilderij met tekst

Met dit stukje won Hans Reddingius een schrijfwedstrijd, verbonden aan een tentoonstelling van amateurschilders in het dorp waar hij woont. Haibun en tanka zijn beide vormen van Japanse dichtkunst. In een haibun zijn proza en poëzie met elkaar vermengd. Een tanka is een vijfregelig vers, met 5-7-7-5-7 lettergrepen.

Schilderij: Toekomst?

Haibun met Tanka

door Hans Reddingius, naar aanleiding van het schilderij ‘Toekomst?’ van Elsina Wijnstok

 

“Luister Śāriputra! Alle verschijnselen worden gekenmerkt door leegte; hun ware natuur is geen geboorte, geen dood, geen zijn, geen niet-zijn; ze zijn rein noch onrein en nemen toe noch af. Daarom zijn lichaam, gevoelens, waarnemingen, mentale formaties en bewustzijn leeg van een afzonderlijk zelf.”

Uit de Hartsoetra.

 

Toekomst?

De toekomst bestaat niet. Is leegte, is wat zou kunnen maar nog niet is. Ruimte voor mogelijkheden. Wat je wel kunt zeggen: ruimte zal er zijn. Lucht zal er zijn. Water zal er zijn. Beweging zal er zijn. Ruimte, lucht, water, beweging. Van daaruit wordt ieder moment iets aan het verleden toegevoegd dat er nog niet in was. In de verte zal dan iets vervagen dat er wel in was.

 

Ik zie verf op doek
en denk wolken en water,
klotsende golven.

 

Eens liepen wij langs het strand,
maakten plannen voor later.

 

Haiku’s: stilte

Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.

Stilte

Stilte – wat is dat eigenlijk, en wat voor betekenis heeft stilte voor je? Interessante vragen, want het antwoord: “stilte is de afwezigheid van geluid” voldoet niet helemaal. Als dat alles was konden we immers meteen ophouden, want in die zin is er vrijwel nooit stilte en kan die dus ook nauwelijks betekenis hebben. Nu ik dit schrijf hoor ik het ruisen van de wind buiten en het tikken van regen, en ik hoor het getik op mijn toetsenbord. Toch zit ik, vind ik, in een stille kamer.

 

Ruisen van water

en ruisen van bladeren –

de stilte daarin

Inge Lievaart[1]

 

Vaak valt stilte op als contrast met een hevig geluid dat er even was.

Vreemd door de stilte

een roffelende stortbui –

vreemd weer de stilte

Inge Lievaart[1]

Wat even aanzwelt

zet zich om in de stilte

van even ervoor

W.J. van der Molen [2]

Je kunt stilte ook ruimer opvatten. Niet alleen als de afwezigheid van opvallend of storend geluid, maar ook als het ontbreken van elke agitatie: beweging, prikkels, opwinding, dynamiek. Maar net als met geluid: zelfs in beweging kan er iets van stilte zijn. Heel raadselachtig, maar dat is het mooie ervan.

in het avondlicht

lopen langs het stille meer

– bloesemgeuren

 

Adri van den Berg[3]

Het water valt maar

staat ze stil, de waterval?

Roerloos de bomen

Jac Vroemen[4]

Ik denk dat veel mensen, en zeker dichters, behoefte hebben aan stilte. We zijn in ons leven aldoor bezig met van alles en dat is ook nuttig en nodig, maar waar het echt om gaat, valt pas te ontdekken als we even ophouden met reageren op prikkels, met maken van plannen, met het doen van o zo noodzakelijke boodschappen.

in de volle trein

zoeken naar de stilte

in mijzelf

Carla Mostert[5]

Van niets meer weten

Diep en onbewegelijk

Zijn als stilstaand water

W.J. van der Molen [2]

[1] Een spoor dat vervloeit. De Beuk, Amsterdam 1988

[2] W.J. van der Molen, Een vijver in zee.’t Schrijverke, ‘s Hertogenbosch 2009

[3] Adri van den Berg, Hoog gras. Radijs V, Marginale uitgeverij Adana, Haren 2012

[4] Jac Vroemen, Stil, de vleugels wijd . Haiku, senryū en tanka. De Beuk, Amsterdam 1996

[5] Carla Mostert, in deze stilte. ’t Schrijverke, ’s Hertogenbosch 2009

Mysterie

Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.

Mysterie

Wij mensen willen voor alles graag een verklaring. Doordat het ons dikwijls heel aardig lukt om ook inderdaad met een of andere verklaring te komen, lopen we het gevaar dat we ons gaan verbeelden dat we alles kunnen verklaren. Als het wat te ingewikkeld wordt, gaan we vervolgens volstaan met eenvoudige schijnverklaringen. Dus als je buurman na zijn zestigste verjaardag doodgaat aan longkanker, denk je dat dat komt doordat hij ooit gerookt heeft. Of doordat zijn opa en zijn vader ook kanker kregen, het zit dus in de familie.

Alleen al daarom is het goed om er af en toe aan herinnerd te worden dat lang niet alles in deze wonderlijke wereld te verklaren is. Dat kan op zeer eenvoudige wijze:

 

Een mandje vol gras

staat in de lentebergen,

maar er is niemand.

Shiki (1867-1902)/van Tooren[1]

 

Raadselachtig … het is lente, overal schiet het gras op, hier is een mandje vol afgemaaid gras, daar moet een mens mee te maken hebben, toch? Maar er is niemand! Hoe kan dat nou? Ongeveer een  eeuw nadat Shiki dit schreef, ontstond de volgende haiku”:

 

in de vertrekhal

voor het informatiebord

een verloren schoen

Wim Lofvers[2]

 

Wie verliest er nou een schoen in een station zonder het te merken?

(Wie zei er overigens dat een haiku over ‘de natuur’ moest gaan? Maakt het wat uit of je het over een mandje gras hebt in de bergen, of over een schoen in een menselijk gebouw?)

Beleven wat er om me gebeurt zonder het zelfs maar te willen verklaren is voor mij eigenlijk nogal belangrijk om zin aan mijn bestaan te geven. Verklaringen hebben praktisch nut en ja, ze zijn bevredigend voor ons intellect en dat mag best. Maar verklaringen verlenen geen betekenis aan ons leven. Ze zijn, als het goed is, algemeen en abstract, en ik leef nu, concreet.

 

Zo’n koude winternacht!

Je hoort het zachte suizen

van vleugelslagen.

Seira (1739-1791)/van Tooren [1]

 

Deze haiku duidt natuurlijk op iets heel anders dan theorieën over weer en klimaat of de ecologie van vogeltrek.

 

volle maan

in de tuin beweegt

een molshoop

Ria Giskes[3]

 

Zacht regengeruis

een huis van fluistergeluid

over mijn stilte

Inge Lievaart[4]

 

Er blijkt een begrijpen te zijn dat anders is en misschien wezenlijker dan iets verklaard te hebben:

 

Toen de maan

in mijn gezicht scheen

begreep ik alles

Wim Lofvers[2]

 

Wat is dat voor een begrijpen? Een mysterie?

 

[1] Haiku. Een jonge maan. Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden. Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren. Meulenhofff, Amsterdam 1973

[2] SOMS weet ik het even. Een verzameling haiku. Marginale uitgeverij ‘t Hooge Woord, Bakhuizen 2006.

[3] Ria Giskes, schelpen rapen. haiku. Eigen uitgave, 2018.

[4] Inge Lievaart, Een spoor dat vervloeit. Gedichten. De Beuk, Amsterdam 1988

Alles gaat voorbij

Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.

Foto Michael Gaida

Foto Michael Gaida

Alles gaat voorbij

Er zijn dingen die je weet maar waar je nooit bij stilstaat. Dichters kunnen je helpen om de waarheid weer eens goed te beseffen. Zo zal het je bekend zijn dat alles wat er nu is voorbijgaat en  dat van alles wat er ooit geweest is nog slechts enkele resten over zijn. De Japanse dichter Bashō (1644-1694) maakte lange reizen, te voet, af en toe een stuk te paard, over Honshū. In het Noorden kwam hij bij een plaats die Hiraizumi heette. Hij wist dat daar in vroeger tijden een groot paleis had gestaan van de roemruchte Fujiwara-clan. Aan het einde van de twaalfde eeuw hadden daar heldhaftige gevechten plaatsgevonden tussen de Fujiwara en de Minamoto. Toen Bashō hier aankwam was er van alle vroegere glorie en heldendom niets over. Hij schreef de volgende, beroemd geworden haiku:

 

natsukusa ya  tsuwamonodomo ga  yume no ato

 

Gras in de zomer –

van de dromen der krijgers

rest alleen dit nog.

Bashō [1]

 

(Tussen haakjes: het woordje ‘ya’ dat je in de Japanse tekst boven ziet staan is een voorbeeld van een zogenaamd snijwoord (kireji), dat in dit geval het gedicht als het ware in twee stukjes verdeelt. Vertaler Kerlen heeft hiervoor een liggend streepje gebruikt.) Om het besef van het voorbijgaan der dingen op te roepen hoef je echter niet per se de geschiedenis te memoreren, zoals Bashō deed. De veel later levende dichter Shiki (1867-1902) deed het o.a. zo:

 

kaerimireba  yuki-aishi hito  kasumi keri

 

Maar toen ik omzag

was de man die langs mij ging

in mist verdwenen.

Shiki [2]

 

Toen de man gepasseerd was duurde het even voordat nieuwsgierigheid was opgewekt: wat was het voor iemand? Had ik hem moeten groeten? Te laat – het ogenblik is voorbij. (Het woordje ‘keri’  aan het eind van de Japanse tekst is weer een snijwoord. In dit geval zal het wel zoiets betekenen als hé, of ach!, of oeps!. De vertaler heeft het maar onvertaald gelaten.)

 

Basho te paard (Sugiyama Sanpu, 1688)

Basho te paard (Sugiyama Sanpu, 1688)

Vlooienmarkt –

de motregen ritselt

op oude foto’s.

Adri van den Berg [3]

 

Iemand heeft ooit foto’s gemaakt, de foto’s zijn bewaard, ze zijn af en toe bekeken, ze hebben herinneringen opgeroepen aan iets dat de moeite waard werd gevonden. Maar wie ze maakte en wie ze bewaarde heeft ze weggedaan, of is misschien overleden, en nu zijn ze op de vlooienmarkt terecht gekomen. Zou iemand ze nog willen hebben? Ze liggen in de motregen, kennelijk vindt de aanbieder het niet nodig ze af te schermen. De motregen ritselt. De motregen heeft niks met foto’s, maar maakt haar eigen zachte geluid en tikt zo de tijd voorbij.

 

Op Nieuwjaarsmorgen

natte resten van vuurwerk

op het kerkepad.

E. Hey-de Herder [3]

 

Oud en Nieuw is natuurlijk het symbool bij uitstek van het voortgaan van de tijd. Mensen gaan naar de kerk om zich nog even te bezinnen op wat goed was en mag blijven en wat niet zo fraai was en beter uitgepoetst kan worden. Men heeft het oude jaar, het verleden, willen wegknallen en het nieuwe met felle kleuren willen verwelkomen – maar ook dat is voorbij. Natte resten die niet kunnen ploffen. Dat stemt mij wat melancholiek. Daar ligt de rommel, en hoe nu verder?

 

[1]Bashō, Geluid van water. Haiku. Vertaald uit het Japans door H. Kerlen. Kairos, Soest 1989

[2]Haiku. Een jonge maan. Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden. Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren. Meulenhofff, Amsterdam  1973

[3]Haiku. Een kleine regenboog. Bloemlezing van Nederlandse en Vlaamse haiku, samengesteld door W.J. van der Molen, Gaby Bleijenbergh en Bob Verstraete. Kairos, Soest 1993