Het verborgen licht is een verzameling van honderd koans en verhalen van boeddhistische vrouwen, vanaf de tijd van de historische Boeddha tot vandaag. Elk verhaal gaat vergezeld van een beschouwing door een hedendaagse vrouwelijke leraar en wordt afgesloten met een meditatie-opdracht, een uitnodiging tot verdieping en verder onderzoek. Ook Jiun roshi heeft aan dit boek een beschouwing bijgedragen, die we hierbij met vriendelijke toestemming van uitgever Asoka overnemen.
Elders in dit nummer staat een bespreking van het boek.
Zie voor alle boekgegeven Het verborgen licht op de site van Asoka.
Anoja is op zoek naar het zelf
een boeddhistisch verhaal met commentaar van Jiun roshi
Anoja was ten tijde van de Boeddha een voorname koningin. Haar echtgenoot, koning Mahakappina, reisde naar de Boeddha om zijn lessen te volgen en werd samen met veel van zijn dienaren monnik. Hij stuurde een bode met een bericht naar zijn hof, en toen Anoja vroeg of de koning haar een boodschap stuurde, zei de bode: ‘Hij draagt al zijn koninklijke macht aan u over; geniet van de roem en het behaaglijke leven’.
Maar Anoja zei: ‘De Boeddha kan niet alleen in het belang van mannen in de wereld gekomen zijn, hij moet het ook in het belang van vrouwen hebben gedaan.’
Dus gingen zij en haar dienaressen eveneens op reis om naar de Boeddha te luisteren en zich te laten wijden. Mahakappina, nu monnik, was eveneens aanwezig, maar de Boeddha gebruikte zijn magische krachten om hem onzichtbaar te maken. Toen de koningin en haar dienaressen de Boeddha hoorden spreken, werden ze allen tot ‘in de stroom gestapten’, dat wil zeggen: ze bereikten de eerste van de vier trappen van boeddhistische verwerkelijking. De Boeddha vroeg daarop aan Anoja: ‘Zou je liever de koning of de natuur van het zelf zoeken?’
‘De natuur van het zelf’, antwoordde zij zonder te aarzelen.
Beschouwingen van Jiun Hogen de Wit
Hoe begint onze reis op de boeddhaweg? In het verhaal van Anoja lijkt het alsof Anoja haar man gevolgd is: hij gaat, dan ga ik ook! Dus geen keuze voor de weg zelf, maar voor haar man.
Sinds 1985 begeleid ik mensen op de zenweg, en hierbij kom ik ook regelmatig mensen tegen die met zen willen beginnen omdat hun partner of vriendin die weg gaat. Dat gaat maar zelden goed. Waarschijnlijk omdat de zenweg niet gemakkelijk is en ons voortdurend op een voor ons pijnlijke manier met onszelf confronteert. Een motivatie die afhankelijk van een partner is ontstaan is mogelijk niet sterk genoeg om na een eerste confrontatie stand te houden.
Anoja had echter nog een andere drijfveer om de weg te gaan: ‘De Boeddha kan niet alleen in het belang van mannen in de wereld gekomen zijn, hij moet het ook in het belang van vrouwen hebben gedaan.’ Ze was er van overtuigd dat de Boeddha er ook voor vrouwen was. En daarvan wilde ze met haar eigen leven getuige zijn! Zo stelde ze zich voor de dharma open en ging op weg.
Toen ze de Boeddha tenslotte hoorde spreken, bereikte ze de eerste van de vier trappen van boeddhistische verwerkelijking. Geen lange oefenweg, geen eindeloos mediteren; Anoja hoorde de Boeddha spreken en ze was er!
In zen kennen we de tien plaatjes van de os, die de verschillende stadia op de zenweg beschrijven. Bij het tweede plaatje, het vinden van de sporen van de os, staat de volgende tekst:
‘Het lezen van de sutra’s en het luisteren naar de leringen leidden ertoe dat de herder iets van de waarheid vermoedde. Hij heeft het spoor ontdekt. Nu begrijpt hij dat de dingen, hoe verschillend ook van vorm, allemaal van hetzelfde goud zijn en dat het wezen van alle dingen niet verschilt van zijn eigen wezen. Nochtans kan hij tussen wat echt en wat onecht is nog geen onderscheid maken, laat staan tussen wat waar en wat onwaar is. Nog kan hij niet door de poort gaan. Zo blijft ook de uitspraak nog voorlopig, dat hij het spoor al ontdekt heeft.’
Anoja had het spoor al ontdekt, maar ze kon nog niet door de poort gaan. Toen de Boeddha haar vroeg: ‘Zou je liever op zoek gaan naar de koning of naar de natuur van het zelf?’ antwoordde ze zonder te aarzelen: ‘De natuur van het zelf.’
Anoja had niet alleen de koning ‘opgegeven’, ze had ook alle koninklijke macht, de roem en een behaaglijk leven opgegeven. Wat moet dat een moeilijke beslissing zijn geweest! Een leven in rijkdom of in armoede, als vrije vrouw of als non?
Ik ontmoette mijn meesteres Gesshin Prabhasa Dharma in 1982 en toen ik haar hoorde spreken, ontvlamde er iets in me. Ik was geen koningin, maar ik was welgesteld. Ik had een heel goede baan, verdiende veel geld, had een eigen woning in Amsterdam, leefde heel behaaglijk, en toch…
Klaarblijkelijk was dat niet genoeg. Op het moment dat ik de dharma hoorde en zag, wilde ik alleen nog de zenweg gaan. Dat was voor mij geen moeilijke beslissing, het was geen keuze tussen het ene of het andere, het was gewoon wat ik moest doen. Tegenwoordig noem ik het een roeping, een keuze van het hart.
Voor mijn familie en vriendinnen was dat onvoorstelbaar. Hoe kon ik dat allemaal opgeven? Zelfs mijn woning heb ik met verlies verkocht. Met wat zakgeld ben ik toen in 1985 voor mijn zentraining naar Los Angeles gegaan.
Ik weet niet hoe Anoja het op haar weg is vergaan. Waarschijnlijk heeft ook zij beleefd wat we allemaal op onze weg ervaren: momenten die we als goed beleven, momenten die we als niet goed beleven. Hoe vertrouwd ons de zenweg mettertijd wordt, maar ook hoe moeilijk het ons soms voorkomt. Gevaarlijk zijn de momenten van kleine twijfel of wanneer we het idee hebben te moeten kiezen: eigenlijk hoef ik toch geen sesshin meer te doen; ik zou toch ook minder kunnen mediteren; het gaat er toch vooral om hoe ik leef. Ik heb geen lerares meer nodig, intussen weet ik toch wel waar het om gaat. Mijn lichaam wil niet, dat is een duidelijk teken dat ik met mediteren zou moeten ophouden…
Waar halen we op zulke momenten de motivatie vandaan om door te gaan? Wat ondersteunt ons op de weg? Mij helpt het dan mezelf er steeds weer aan te herinneren hoe ik begonnen ben. Ik wist nauwelijks iets van zen of van het boeddhisme. Het was juist dit bepaald soort van niet-weten dat me op de weg had gebracht. Wanneer ik twijfel, wanneer ik geen zin meer heb om zenmeesteres te zijn, wend ik me meteen tot dit niet-weten.
Het helpt me vaak om heel bewust tegen mezelf te zeggen: ik leef en werk niet alleen voor mezelf. Mijn leven moet het welzijn van alle levende wezens dienen.
Het geeft me steun om steeds weer gedeelten van de leer van de Boeddha te lezen.
Het helpt me om steeds weer liefdevol tegen mezelf te zeggen: geen keuze, doe het gewoon.
Wat me ook helpt is niet meer in begrippen van goed en slecht te denken. Elke stap op de weg is belangrijk, hoe die er ook uitziet.
Antonio Machado zegt dat zo prachtig in zijn gedicht:
Reiziger, je voetsporen zijn de weg, en verder niets.
Reiziger, er is geen weg, de weg ontstaat bij het lopen,
bij het lopen ontstaat de weg, en bij een blik achterom
zie je het pad dat je nooit meer zult betreden.
Reiziger, er is geen weg, alleen het kielzog in de zee.
Het helpt me om bij een probleem geen beslissing te nemen of keuze te maken, zolang ik mijn twijfels heb. Ze zijn soms een aanwijzing dat ik nog meer informatie nodig heb. In de snelle tijd waarin we leven is het belangrijk de tijd te nemen.
Ik ga nu sinds 33 jaar de zenweg en ik zal hem hopelijk nog vele jaren gaan. Soms wordt me gevraagd of ik mijn toenmalige beslissing om deze weg te gaan en er alles voor op te geven, nooit betreurd heb. Natuurlijk heb ik vaker twijfels gehad. Gelukkig was er steeds weer de kracht om vanuit mijn hart te zeggen: ik weet het niet, maar voor mij is het de beste weg.
Meestal voel ik me tegenwoordig als een koningin! Altijd weer ongelooflijk verrijkt door de ontmoetingen met vele mensen op de weg, op een prachtige plaats wonend, getrouwd met een heerlijke vrouw die me al twintig jaar bij mijn dharma-werk ondersteunt. Tegelijkertijd ben ik arm, ik heb uiteindelijk helemaal niets – en dat is goed zo.
Wat is echte armoede? Wanneer je thee drinkt, ben je dan een man of een vrouw? Wat is eigenlijk het zelf dat je zoekt?