Hans Reddingius (geboren in 1930) raakte in de jaren zeventig van de vorige eeuw geboeid door de Japanse versvorm haiku. Hij is al veel jaren actief lid van de Haiku Kring Nederland, en was zeven jaar lang hoofdredacteur Nederland van het Nederlands-Vlaamse haikutijdschrift Vuursteen. Sinds 1998 beoefent hij Zen, onder meer in retraites op de Noorder Poort. Hij verzorgt voor ZenLeven een haikurubriek.
Mysterie
Wij mensen willen voor alles graag een verklaring. Doordat het ons dikwijls heel aardig lukt om ook inderdaad met een of andere verklaring te komen, lopen we het gevaar dat we ons gaan verbeelden dat we alles kunnen verklaren. Als het wat te ingewikkeld wordt, gaan we vervolgens volstaan met eenvoudige schijnverklaringen. Dus als je buurman na zijn zestigste verjaardag doodgaat aan longkanker, denk je dat dat komt doordat hij ooit gerookt heeft. Of doordat zijn opa en zijn vader ook kanker kregen, het zit dus in de familie.
Alleen al daarom is het goed om er af en toe aan herinnerd te worden dat lang niet alles in deze wonderlijke wereld te verklaren is. Dat kan op zeer eenvoudige wijze:
Een mandje vol gras
staat in de lentebergen,
maar er is niemand.
Shiki (1867-1902)/van Tooren[1]
Raadselachtig … het is lente, overal schiet het gras op, hier is een mandje vol afgemaaid gras, daar moet een mens mee te maken hebben, toch? Maar er is niemand! Hoe kan dat nou? Ongeveer een eeuw nadat Shiki dit schreef, ontstond de volgende haiku”:
in de vertrekhal
voor het informatiebord
een verloren schoen
Wim Lofvers[2]
Wie verliest er nou een schoen in een station zonder het te merken?
(Wie zei er overigens dat een haiku over ‘de natuur’ moest gaan? Maakt het wat uit of je het over een mandje gras hebt in de bergen, of over een schoen in een menselijk gebouw?)
Beleven wat er om me gebeurt zonder het zelfs maar te willen verklaren is voor mij eigenlijk nogal belangrijk om zin aan mijn bestaan te geven. Verklaringen hebben praktisch nut en ja, ze zijn bevredigend voor ons intellect en dat mag best. Maar verklaringen verlenen geen betekenis aan ons leven. Ze zijn, als het goed is, algemeen en abstract, en ik leef nu, concreet.
Zo’n koude winternacht!
Je hoort het zachte suizen
van vleugelslagen.
Seira (1739-1791)/van Tooren [1]
Deze haiku duidt natuurlijk op iets heel anders dan theorieën over weer en klimaat of de ecologie van vogeltrek.
volle maan
in de tuin beweegt
een molshoop
Ria Giskes[3]
Zacht regengeruis
een huis van fluistergeluid
over mijn stilte
Inge Lievaart[4]
Er blijkt een begrijpen te zijn dat anders is en misschien wezenlijker dan iets verklaard te hebben:
Toen de maan
in mijn gezicht scheen
begreep ik alles
Wim Lofvers[2]
Wat is dat voor een begrijpen? Een mysterie?
[1] Haiku. Een jonge maan. Japanse haiku van de vijftiende eeuw tot heden. Keuze, inleiding en vertaling door J. van Tooren. Meulenhofff, Amsterdam 1973
[2] SOMS weet ik het even. Een verzameling haiku. Marginale uitgeverij ‘t Hooge Woord, Bakhuizen 2006.
[3] Ria Giskes, schelpen rapen. haiku. Eigen uitgave, 2018.
[4] Inge Lievaart, Een spoor dat vervloeit. Gedichten. De Beuk, Amsterdam 1988