Thich Nhat Hanh
Door Mariëtte Oostindiën
Terwijl ik zat te kijken naar het NOS journaal, was daar plotseling het bericht dat Thich Nhat Hanh was overleden. 22 januari. Ach… Het bracht hem weer zo dichtbij.
Toen we twee dagen later online bijeenkwamen met onze meditatiegroep, werd er stilgestaan bij zijn overlijden. Ik heb daar toen iets van mijn persoonlijke ervaring met Thich Nhat Hanh kunnen delen. Na afloop werd me gevraagd een en ander op papier te zetten voor ZenLeven. Hier is het.
Het is al heel lang geleden dat ik zijn boeken begon te lezen, aanvankelijk vooral gemakkelijk aansprekende boeken, over mindfulness, omgaan met boosheid, met angst, met woede. Als troostrijk, wijs en mild heb ik ze ervaren. Maar het moment dat de persoon Thich Nhat Hanh zelf echt tot me doordrong kwam pas vele jaren later. Ik kan me dat als de dag van gisteren herinneren.
Het moet in 2008 zijn geweest: een documentaire op t.v. over het bezoek van Thich Nhat Hanh aan Vietnam. Toen hij daar voor het eerst na zijn verbanning weer naar toe kon. Het kwam direct bij mij binnen: hoe hij keek, sprak, liep, boog, een wierookstokje aanstak… “Dit is het, hier gaat het dus om!” schoot door me heen, tranen sprongen in mijn ogen. Ademloos en ontroerd heb ik gekeken en direct daarna de DVD besteld. En ik wilde naar hem toe. Ik móest naar hem toe…
Dat wilde ik echter niet doen zonder eerst Jiun roshi erin te kennen. Ik wilde het ook echt graag aan haar vertellen. En ik bleek mijn geraaktheid met haar te kunnen delen, voelde me volkomen begrepen. “Hij is een fantastische leraar,” zei ze, maar ik moest er wel rekening mee houden dat het heel anders zou zijn dan ‘bij ons”. Dat het heel massaal zou zijn. En dat bleek maar al te waar.
Ervoor naar Frankrijk hoefde ik niet: Thich Nath Hanh kwam toen nog jaarlijks naar Nederland voor een retraite. In mei 2009 was er een op Papendal. Op de eerste dag arriveerde ik er ‘s ochtends nog vóór de officiële inschrijving met mijn tentje. ‘Mooi op tijd,’ dacht ik, ’om een goed plekje te zoeken’. Helemaal misgerekend. Het stond er al helemaal vol met campers en caravans en achter het hotel wemelde het van de tenten en tentjes in alle soorten en maten, heel dicht op elkaar. Massaal… ik was gewaarschuwd, maar zó had ik het me toch niet voorgesteld. Het aantal deelnemers ben ik vergeten, het waren er honderden. We aten in diverse shifts en de dagelijkse meditatie vond plaats in een enorme sporthal, ieder op zijn zelf meegebrachte kussentje of bankje. Echt veel werd er trouwens niet ‘gezeten’, zeker niet in vergelijking met een retraite op de Noorder Poort.
Het programma bleek gevarieerd: naast de meditaties waren er onder meer lezingen en voordrachten, en diverse ontspanningsoefeningen. En belangrijk: dagelijkse uitwisseling in een vaste kleine groep. Verder: loop- of wandelmeditatie buiten.
Vooral aan dat laatste denk ik nog vaak terug. Het was een tamelijk informeel gebeuren: gewoon een grote stoet mensen die zich zwijgend aandachtig voortbewoog: Thay (zoals zijn leerlingen hem plegen te noemen) voorop, vaak met een kind aan de hand en omringd door meerdere getrouwen. Ik zorgde ervoor ook altijd een beetje in de voorste gelederen te lopen. Het was… gewoon lopen. Maar gaandeweg was het net of alles in en om me heen verzachtte. Als vanzelf raakte ik geleidelijk aan verbonden met de aarde, het gras, de mensen, de bomen… alles leefde. Soms stopten we en dan ging Thay (met enige schroom ben ik hem voor mezelf zo gaan noemen) onder een boom zitten en vroeg ons dichterbij te komen, waarna we liedjes gingen zingen. Eenvoudige liedjes die je gemakkelijk bijbleven. En na een poosje gingen we dan weer verder.
Op een ochtend werd er na de meditatie een tekst voorgelezen die ik als volkomen ongepast heb ervaren. Ik raakte er zo door van mijn stuk dat ik buitengewoon kwaad werd. Zó woedend was ik, dat ik niet meer kon of wilde ontbijten en … maar ben gaan lopen. In de voetstappen van Thay. Het werkte , het werkte wonderwel: gaandeweg verzachtte het, verzachtte ík, en kwamen de tranen. Ik zat niet meer vast: woede begon plaats te maken voor verdriet. En tenslotte begréép ik ook mijn geraaktheid, en vond ik die eigenlijk heel acceptabel, er zat ook liefde in.
Héél veel later, nu een paar jaar geleden, gebeurde er iets onverwachts. Ik was inmiddels met een thuistraject begonnen, wat met ups en downs gepaard ging. Er was een periode dat ik me somber voelde, het leven zwaar vond en me er al vechtend en worstelend doorheen probeerde te slaan. Wat niet hielp. Mediteren ook niet. Toen kreeg ik het advies te gaan lopen. Het leek zo’n beetje het laatste wat ik nog kon doen.
Daar ga ik dan: in een bosje vlakbij, op het fietspaadje langs een zandpad. Ik zet mijn voeten neer en zoek het ritme zoals ik me dat herinner, rustig ademend, stap voor stap voor stap… Dan, compleet onverwacht, loopt Thay ineens achter me, linksachter. Duidelijk voel ik zijn aanwezigheid, begripvol, steunend, troostrijk…En gaandeweg, linkervoet…, rechtervoet… komt mijn omgeving tot leven. Ik kijk omhoog naar de oude kale beuken en eiken, zie de kracht, er is al leven bespeurbaar, er is hoop. Ook in mij begint het voorzichtig weer een beetje te leven. Ik doe weer mee, ik ben zó dankbaar.
Thay zo dichtbij…
Nu hij overleden is, gebeurt er weer iets wonderlijks. En niet alleen bij mij. Hij lijkt helemaal niet ‘vertrokken’, hij is juist meer dan ooit aanwezig. Niet alleen voor mij: veel mensen blijken dat zo te ervaren, hoor ik nog steeds.
En dan lees ik deze uitspraak:
“Ook al hebben we elkaar nooit persoonlijk ontmoet, als je inademt en vrede ervaart terwijl je inademt, dan ben ik bij je.”
Ja…