
Dichter bij Zen
door Monique Leferink op Reinink
Koan
de schil springt
ongeschonden
ligt de hazelnoot
in mijn handpalm
eeuwige sneeuw
zomer en winter
blind op de bergtop
iemand slaat een bel
als je goed luistert
zwijgen hemel en aarde
Niets te vinden
wie zegt ‘ik ben’
als het licht door de wolk breekt?
is het het dansende riet
of misschien een laatste paardenbloem?
ga, zonder weten, blijf
kom nooit aan
stilte verschijnt en verdwijnt
in het roepen van ganzen

Otagaki Rengetsu (1791-1875)1
ooit streelde ik de slapende huid van mijn kinderen
in diepe rouw knip ik mijn haar af
kraanvogels schreeuwen, hun rode koppen
passanten, vluchtig als dromen in grasschrift
op een strook papier of in de klei
van een pas gemaakte theekom
breekt licht als water in mijn handen
scheurt de avond
murmelt kersenbloesem onder donkere klokken
enkel zichzelf
- Zie ook het artikel van Monique over haar elders in dit blad ↩︎